Wie herinnert zich het gelukzalige gevoel niet dat je als kind had toen je een kleurrijk ballenbad in mocht duiken? Geen botsing met een bezwete collega-kleuter kon die euforie klein krijgen, noch andermans verdwaalde pleister die na afloop op jouw voorhoofd bleek te plakken. Vandaag maak ik net hetzelfde mee, al zwem ik in meters tulle, weet mijn volwassen en onbezwete collega haar schedel ver uit de buurt van de mijne te houden én is er van vieze pleisters geen sprake. Al is de grond bezaaid met papieren zakdoekjes. Die zijn bedoeld voor moeders. Want die barsten hier wel eens in tranen uit.

Een tafereel dat je in de echte-mensen-wereld een retourtje psychiatrie oplevert, maar in het Bruidsparadijs te Merksem dagelijkse kost is. Mijn modejournalistieke missie bracht mij hier vandaag om de bruidsjurken van tien Disney prinsessen uit te testen. Serieus? Ja, serieus. Een zekere Alfred Angelo kwam enkele jaren geleden op het geniale idee trouwcollecties voor Belle, Yasmine, Ariel en co te ontwerpen én die ook aan minder royale bruiden te verkopen. Omdat mijn eigen droomprins me een dik jaar geleden officieel vroeg om nog lang en gelukkig samen te leven, mag ik me vandaag zonder bijgelovige angst ook in zo’n ontwerp hijsen.

1

De reverence: check!

Wat dat geeft? Neem het hijsen maar heel letterlijk. Ik begin met de jurk van Sneeuwwitje, goed voor vijftig meter tulle rond de belachelijk smalle taille en dat zorgt voor heel wat extra gewicht. Nu snap ik waarom Disney prinsessen bij het aankleden àltijd bijstand krijgen van een school vogeltjes, eekhoorns en ander behulpzaam ongedierte. Ik beschik niet over vliegende hulpjes, maar kan gelukkig op de getrainde hand van een gedreven verkoopster rekenen om me vakkundig in mijn korset te rijgen. Noteer: ademen is blijkbaar niet de bedoeling in prinsessenland, daar houden mijn idolen waarschijnlijk hun hysterische piepstemmetjes aan over. Stap 2: hoe handig is zo’n bruidsjurk eigenlijk? Naar het altaar stappen is één ding, het klassieke takenpakket van de gemiddelde Disney prinses uitvoeren is een ander. Lijst-van-dingen-die-Elsa-en-co-doen-en-die-ook-mij-lukken: wandelen, trappen afhollen, lopen naar een prins, koetsen in- en uitstappen, al kirrend rond je eigen as draaien, huppelen, walsen, collega-prinsessen verstoppen onder je gigantische rok, (fictieve) ijsstralen afschieten, de reverence meesterlijk uitvoeren, je haar kammen met je vingers -de vaste tic van menig sprookjesdeerne- en een dutje doen in afwachting van je eerste kus. Wij probeerden dat laatste al liggend op een twintigtal tullen gevaartes: als er al een erwt onder dit prinselijk bedje lag, heb ik er alvast niets van gevoeld. Meer zelfs: het comfortabele nestje haalt mijn wildste herinneringen over ballenbaden weer boven, terwijl de langzaam aan krankzinnig wordende blik in mijn ogen de verkoopster zichtbaar alarmeert.

Haar collega had het nochtans voorspeld: “iedereen krijgt op dit punt sterretjes in de ogen”, zei hij aan het begin van mijn passessie toen hij voorzichtig de jurk van Assepoester uit haar glazen kist -pardon, plastieken hoes…- haalde. Tussen haakjes: de jurk in kwestie is een exacte replica van de creatie waarin actrice Lily James vorig jaar in de hitfilm Cinderella haar fictieve jawoord gaf. Ik geef met weinig verbazing –zelfkennis heb ik wel- toe dat ook ik klaarduidelijk aan het sterretjessyndroom lijd.

De winkeljuffrouw afschrikken: dubbelcheck!

De winkeljuffrouw afschrikken: dubbelcheck!

Een prinselijk dutje doen: check!

Een prinselijk dutje doen: check!

2

Al kirrend rond je eigen as draaien: check!

Terwijl ik me in mijn tweede jurk hijs, weerklinkt de stem van mijn moeder echter in mijn hoofd: “waarom moet het altijd ‘prinses’ zijn??” Gewoon, omdat het blinkt, poeft, veel plaats inneemt en meedraait met elke beweging die ik maak! “Ja, maar tulle, drapés, ruchés, plissés, volants én ribbons: niemand kan in je buurt komen!” klinkt ze als een rationele Japie Krekel. “Hoe kan iemand je ook maar omhelzen?” Hier moet ik haar gelijk in geven, een potje hysterisch knuffelen met moeders/bruidsmeisjes/toevallige passanten zit er niet meteen in. Ook niet mogelijk: je smartphone van de grond rapen (dan floept je borst eruit) en een selfie in vogelperspectief nemen (dan vliegt hij er òòk uit -na het inblikken van deze reportage moesten heel wat foto’s gewist worden…) Conclusie: echt borst- en smartphonevriendelijk kan je de jurken niet noemen, maar aangezien ik een klassieke bruid word die elke vorm van social media op mijn grote dag zal weren, zie ik hier geen graten in. Voor dat knuffelen vind ik later wel een oplossing. Mijn prins blijkt trouwens dol op het verplichte bustiermodel (“sexy!), wat hij minder leuk vindt: de glitterroots  in mijn haar (“lijkt op vogelpoep”En dat terwijl ik het als een waardig alternatief voor de klassieke verlovingsring beschouwde…) en de loeistrakke zeemeerminjurk die Ariel moet voorstellen (“teveel Kardashian, te weinig fairy tale royalty”). Over de klassiekere modellen van Doornroosje, Raponsje en Tiana is iedereen het wel eens: dit zijn de grote winnaars van de dag! Als het aan mij lag, liet ik ze vandaag nog in glazen kisten inpakken door een stel neonkleurige vogeltjes, liet ik ze naar mijn auto dragen door zeven dwergen en liet ik er mijn bed mee opmaken door diezelfde miniatuur hulpjes. De nacht brengt raad en wie weet kan ik morgenvroeg wel een keuze maken. Hoe dan ook, ik zal er in elk geval een paar mooie dromen én een nachtmerrie aan de Kardashian-zeemeermin-jurk aan overhouden.

Ontdek hier alvast de verschillende prinsessen in de collectie:

Ook proberen? Alfred Angelo is verkrijgbaar bij het Bruidsparadijs in Merksem, klik hier voor meer info.

(Beeld: Eva Vlonk)