Van vulkanen via gletsjers en watervallen tot diepe kloven: deze 10 nationale parken zijn absoluut een bezoekje waard!
10. Chitwan National Park, Nepal. Chitwan National Park strekt zich uit over de laagvlakte van de Terai. Het is het oudste natuurpark van Nepal en een van de mooiste reservaten van Azië. De meeste bekende bewoner van het park is de Indische neushoorn. De populatie stond ooit zwaar onder de druk door de stroperij, maar de jongste decennia werd een intensief kweekprogramma opgestart waardoor er elk jaar meer neushoorns zijn. De kans op een ontmoeting met dit prachtige dier is dan ook enorm groot. Naast olifanten, krokodillen, luipaarden en neushoorns vind je er ook een zestigtal Bengaalse tijgers. De regio is de thuisbasis van de Tharu's, de lokale bevolking van Chitwan. De beste reisperiode voor het Chitwan National Park is februari - maart - april: de dichte begroeiing is dan verdwenen waardoor je de dieren beter kan observeren. Van oktober tot maart heb je er het beste zicht op het Himalaya gebergte.
9. Etosha National Park, Namibië. Volgens veel reiswebsites is je reis door Namibië niet helemaal compleet zonder een safari in Etosha ('Grote Witte Plaats van Droog Water'). Het park heeft zijn naam niet gestolen want Etosha is één grote, droge zoutvlakte waar de dieren zich voornamelijk bezighouden met het zoeken naar water. Etosha is ruim 20.000 vierkante kilometer groot en biedt een thuis aan 114 zoogdieren, 100 reptielen, 16 amfibieën en meer dan 350 vogelsoorten. Het is één van de beste plaatsen ter wereld om de Big Five (leeuw, luipaard, buffel, olifant en neushoorn) te spotten. Vroeg opstaan is wel een must in het park, want dan zijn de dieren het meest actief. We raden aan om je eigen tent mee te nemen, dit is een pak goedkoper dan het huren van een hutje. Vergeet je fototoestel, muggennet en verrekijker niet!
8. Torres del Paine, Chili. Torres del Paine is een uitgestrekt nationaal park op de grens met Argentinië. Je wandelt er langs kraters, hoog oprijzende bergruggen, over gletsjers en door de uitgestrekte toendra. De 2.800 meter hoge toppen van Torres del Paine steken als massieve granieten punten uit boven de grijze steppe. Schrijfster Florence Dixie noemde de toppen, in één van de eerste beschrijvingen van het bergmassief in 1880, 'Cleopatra's naalden'. Het gebied is koud én ruig. Er leven nauwelijks mensen waardoor de meeste bezoekers van het park backpackers zijn. Tijdens je tocht loop je van refugio (camping) naar refugio. De gure omstandigheden (modder, plensbuien, koude temperaturen) maken de tocht loodzwaar, maar alle miserie wordt vergeten eenmaal je aan het wandelen bent: de grote, blauwe meren, machtige bergen en gletsjers maken alles goed. Een tocht door 'het einde van de wereld' duurt zo'n 8 à 10 dagen.
7. Banff, Canada. Besneeuwde bergen, helderblauwe meren, watervallen en groene bossen maken van Banff National Park een schitterende bestemming. Het park ligt in de Rocky Mountains, in het westen van Canada. Het is een mekka voor zowel skifans als voor natuurliefhebbers. Hoogtepunten in dit populaire natuurgebied zijn de felblauwe meren Moraine Lake en Lake Louise. Banff National Park heeft terecht een plaats veroverd op de UNESCO Werelderfgoedlijst en het gebied wordt beschouwt als één van de mooiste natuurparken op aarde. Het ruige en ongerepte gebergte in West-Canada is volgens velen adembenemend. Breng ook zeker een bezoek aan de warmwaterbronnen bij het Cave & Basin Centennial Centre!
6. Grand Canyon National Park, Verenigde Staten. Majestueus en onvergetelijk. Dat zijn de twee woorden waarmee je de trekpleister in de Amerikaanse staat Arizona kan omschrijven. Het is één van de oudste nationale (en bekendste) parken van Amerika. Met een diepte van bijna 1.500 meter is de Grand Canyon de meest spectaculaire kloof ter wereld. Het duurt ongeveer twee dagen om heen-en terug naar de bodem van de Grand Canyon te wandelen. Door de verschillende hoogtes in het gebied bestaat er een verscheidenheid aan klimaten en leefgebieden. Het nationaal park wordt hierdoor gezien als enorm groot biologisch museum dat zich uitstrekt over vijf verschillende leef- en vegetatiezones. De Colorado-rivier verdeelt het Grand Canyon National Park in twee delen: de North Rim (noordelijke rand) en South Rim (zuidelijke rand). De South Rim is het hele jaar door geopend, is het meest toegankelijk en wordt ook het meeste bezocht. To do: raften, klimmen, maak een tochtje op de ezels en overwin je hoogtevrees op de Sky Bridge!
5. Kakadu National Park, Australië. Breng een bezoek aan het Kakadu National en leer het 'echte' Australië kennen. Het grootste nationale park van Australië bestaat uit een indrukwekkende flora en fauna. Het gebied is vooral bekend om zijn vele - en grote! - zoutwaterkrokodillen, koala's en kangoeroes. Zwemmen is dus niet overal toegestaan. Het prachtige land, dat bestaat uit watervallen, waterpoelen, rode rotswanden, tropische stranden en wilde rivieren, behoort deels aan de Aboriginals en er zijn veel van hun nederzettingen die je tijdens je tocht kan bezoeken. De inwoners leiden je zelf maar al te graag rond in hun leefgebieden. Op Ubirr Rock en Nourlangie Rock zijn zelfs 20.000 jaar oude Aboriginalrotstekeningen te zien en het zijn belangrijke plaatsen voor inwoners. Daarnaast zijn ook de 215 meter hoge Jim Jim en Twin watervallen zeker een bezoekje waard.
4. Canaima National Park, Venezuela. In het noorden van Zuid-Amerika, net boven de evenaar, ligt één van de meest exotische en veelzijdige landen van het continent: Venezuela. Het Canaima National Park is het meest spectaculaire natuurgebied van het land. Uit de eindeloze tropische savannes rijzen gigantische tafelbergen met loodrechte wanden (die wel 1.000 tot 2.000 meter hoog zijn) steil uit de vlakte op en over de randen storten ontelbare watervallen omlaag. Je vindt er ook de hoogste waterval ter wereld. Het water van de Angel Falls stort vanaf de top van één van de tafelbergen bijna een kilometer naar beneden, waardoor het meeste water al is verdampt vooraleer het de rivier beneden heeft bereikt. Het park heeft een oppervlakte van 30.000 km², waardoor het een van de grootste natuurparken ter wereld is. Toch leven er bijna geen dieren, omdat de plateaus van de tafelbergen zo hoog liggen en omdat het weer zo onvoorspelbaar is. In het park leven de Pemon, de oorspronkelijke bewoners van Zuid-Amerika, helemaal afgescheiden van de rest van de wereld.
3. Tongariro National Park, Nieuw-Zeeland. Een bizar maanlandschap, opgedroogde lavastromen, besneeuwde vulkanen (er zijn er drie!) en azuurblauwe meren. Dat is hoe je het Tongariro National Park het best kan omschrijven. Het park is het oudste nationaal park van Nieuw-Zeeland en is onderdeel van de UNESCO werelderfgoedlijst. Het is voor veel reizigers één van de hoogtepunten van het Noordereiland. Het park ligt ten zuiden van het Taupomeer en is zo'n 796 km² groot. De grootste trekpleisters van het park zijn de drie vulkanen, Mount Tongariro, Mount Ruapehu (Mount Doom van The Lord of the Rings) en Mount Ngauruhoe. De oude vulkanen zijn nog actief, waardoor er onverwacht vulkanische activiteit kan optreden. Het Tongariro National Park bestaat - behalve de drie vulkanen - uit bossen, steppe, kraters die veranderd zijn in azuurblauwe meren, warmwaterbronnen en gigantische modderpoelen. De oostkant van het park is een stuk droger en er is bijna geen begroeiing. In de lente en het begin van de zomer is het Tongariro National Park een paradijs voor wandelaars en natuurliefhebbers. In de winter verandert het park in een wintersportoord.
2. Yellowstone National Park, Verenigde Staten. Jaarlijks vinden zo'n drie miljoen (!) bezoekers de weg naar het Yellowstone National Park. Yellowstone bestaat sinds 1 maart 1872 en is het oudste nationale park ter wereld. Met zijn duizenden kleine en grote geisers, borrelende modderbronnen, watervallen, meren, versteende bomen, diepe ravijnen en uitgestrekte dennenwouden vormt Yellowstone National Park een ware schatkamer aan natuurmonumenten. Het park is opgedeeld in vijf 'countries': elk deel heeft een specifieke bezienswaardigheid. De vijf countries zijn makkelijk te bereiken via de Grand Loop Road: een lus in de vorm van een acht, met een totale lengte van 320 kilometer. Deze kan je zowel met de camper als te voet verkennen. Onderweg word je begroet door bizons, elanden, herten en beren.
1. Yosemite National Park, Verenigde Staten. Met meer dan 3,5 miljoen bezoekers per jaar is Yosemite één van de drukst bezochte plaatsen in de Verenigde Staten. Als je Yosemite Valley ziet, begrijp je waarom. Deze vallei, die door gletsjer werd gevormd, ziet er adembenemend mooi uit. Aan de ene kant vind je er de Half Dome (een 670 meter hoge rots - de steilste in de VS) en aan de andere kant is er El Capitan, is een 900 meter hoge granieten bergwand. Via grote watervallen (waaronder twee van de hoogste ter wereld), valt het smeltwater tot op de bodem van de vallei, waar het wordt afgevoerd door de Merced River door een gebied met weiden en bossen. In het park tref je honderden soorten vogels en zoogdieren aan en prachtige alpenbloemen. Andere hoogtepunten zijn Glacier Point (een uitkijkpunt op bijna 1000 meter hoogte) vanwaar je een spectaculair uitzicht hebt over de vallei en Tioga Road, de hoogst gelegen weg in de VS. To do: kamperen in je tent!
(Sarah Van Damme)