België is zoveel meer dan frieten, chocolade en bier. Wist je dat heel wat dierenrassen hun oorsprong vonden op Belgische bodem? Vast niet, en speciaal daarom: 10x vaderlandsliefde op pootjes:
Meer beestjes? Dit zijn de schattigste dieren met een Instagram account…
Het Krulharig Leeuwtje – de krollebol op pootjes
Het Krulharig Leeuwtje, aka de Bichon Frisé, is een apetrots keffertje met een sneeuwwitte, gekrulde vacht. Voor wie dit graag als schoothondje in huis haalt: ze wegen een kleine vier kilogram en zijn omwille van hun gehoorzame en zachte karakter uitstekende roommates voor mensen die in een appartement wonen, hoera!
De Vlaamse Reus – konijnzilla!
Het grootste, àllergrootste konijn ter wereld is Belgisch! De Vlaamse Reus is een gigantisch knaagdier dat sinds de 16de eeuw wordt gekweekt in onze contreien -omdat mensen toen extra fan waren van een konijnenstoofpot… Tegenwoordig zijn ze er vooral om knuffels uit te delen: als ze je met hun neus porren, is dat een teken van affectie, als ze zachtjes fluiten, is het tijd om ze met rust moet laten. Dit donzige gevaarte weegt gemiddeld zo’n acht kilo, heeft oren van bijna 20 centimeter lang én meet zelf een goede tachtig centimeter.
Het Nachtvlinderhondje – die van het museum
Komt dit elegante gevalletje je bekend voor? Weinig verwonderlijk: het schitterde al op ontelbare schilderijen! Het gaat hier om een bijzonder oud ras, dat omwille van zijn fijne trekken erg geliefd was bij schilders over de hele wereld. Die laatsten gebruikten het maar al te graag als bijzet in hun portretten en taferelen. Wedden dat je deze link tussen ons land en de schilderkunst nog niet kende?
Werk van Tiziano Vecelli uit 1542.
Weetje: als de oortjes rechtop staan, gaat het kortweg om een vlinderhondje -of papillon. Als ze daarentegen hangen, heeft men het over een nachtvlinderhondje.
Het Lakens Schaap – de koninklijke grasmaaier
Het zeldzame Lakense Schaap is op fancy wijze ontstaan. Omstreeks 1890 zou een zekere herder Jansens -de man die de kuddes rond het Kasteel van Laken hoedde- zijn zinnen op de ontwikkeling van een superieur schapenras hebben gezet. De inzet? Adelijke dieren die én om hun vlees én om hun wol zouden worden gebruikt -en terloops ook nog het koninklijke gazon lekker kort zouden grazen. Zo gezegd, zo gedaan: dankzij een strenge fokselectie kwam het extra wollige graasbeest zoals we het vandaag kennen tot stand. Speciale trekjes: het heeft korte poten, een beige kleur, een hele dikke vacht en een zwarte buik én -tromgeroffel- een ontembaar plukje wol op het voorhoofd. Wat wil je nog meer? We love.
Het Belgisch Griffonnetje – het immer sip kijkende blaffertje
Vergeet instapugs en knorrende bulldogs, wij hebben ons eigen norse hondje! Het Belgische Griffonnetje heeft een baard, een snor, slaagt er niet in zijn goede humeur te tonen (terwijl hij heus wel gelukkig is, geloof ons) en is naar verluidt hoogst intelligent. Mispak je dus niet aan zijn sippe gelaatsuitdrukking: deze kleine vriend weet, registreert en onthoudt àlles! Niet in huis te halen dus als je 1001 geheimen te bewaren hebt…
Het Schipperke – heeft vreemd genoeg niets met schepen te maken
Dit dappere baasje van Brusselse origine behoort tot de familie der herdershonden en is een uitstekende jager -op kleine diertjes weliswaar. Last van ratten, muizen en ander ongedierte? Dan zit je met het schipperke goed. De hond staat bekend om zijn moedige karakter -met momenten zelfs overmoedig- en wantrouwige houding tegenover vreemden, daarom werkt hij ook heel goed als waakhond. Oorspronkelijk werd hij in de Brusselse Sint-Gorikswijk door schoenmakers gekweekt, die hun ateliers vrij van ongedierte én dieven wilden houden.
De Mechelse koekoek – die eigenlijk een kip is
Wij vinden de koekoek maar een irritant dier, het goede nieuws is dat een Mechelse koekoek er ook helemaal geen is. Het is een prachtig kippetje met bloedmooi pied-de-poulemotief, geen flauw idee waar de K-naam vandaan komt.
Het Vlaams Paard – het strijdros voor ridders en jonkvrouwen
België staat bekend om haar krachtige trekpaarden, maar bracht ook een fijner, doch niet minder gigantisch paardenras voor: het Vlaams paard werd tijdens de Middeleeuwen gefokt en kon worden ingezet op de akkers en op het slagveld. Met dank aan zijn uitzonderlijke lengte en kracht kon het urenlang moeiteloos galopperen met een ridder-ijzerwinkel op de rug. Zelfs als er nog eens een bevallige jonkvrouw op zijn schof werd geparkeerd, kon het blijven gaan. Het edel dier is werklustig en heeft een rustig, eerlijk karakter. Tegenwoordig vind je het vooral terug in Noord-Amerika, waar het aan het einde van de 19de eeuw massaal werd geïmporteerd vanuit le plat pays.
De Antwerpse Smierel – de duif die uit chocolade lijkt gemaakt te zijn
Duiven zijn doorgaans ook minder ons ding, maar de Antwerpse Smierel is zo mooi dat we er spontaan een hap uit willen nemen. De vogel is wit met lichtbruine vleugels en een fier plukje op de borst. Het komt al eeuwenlang voor in onze streken -al is het tegenwoordig met uitsterven bedreigd- en was één van de eerste soorten die werd ingezet als reis- en postduif. Dat laatste wel enkel op korte afstanden, zoveel hersenen kunnen blijkbaar niet in zijn witte kopje…
