Klinken die percentages en onuitspreekbare ingrediënten ook Chinees in je oren? En toch zijn ze belangrijk voor jou.
10 tips om etiketten op de juiste manier te interpreteren:
#1. Hoe minder ingrediënten, hoe beter.
Wanneer het over etiketten gaat. Aan heel wat voedingswaren worden namelijk stoffen toegevoegd om de vervaldatum te rekken en het product dus langer houdbaar te maken. Een goede zaak, tenzij je liever gezond en bewust winkelt. Fruit en groeten (bijvoorbeeld in de diepvries) bevatten logischerwijs minder ingrediënten dan snoepgoed.
#2. De volgorde van de ingrediëntenlijst
Het ingrediënt dat als eerste wordt genoemd, zit het meest in het product. Als dit bijvoorbeeld suiker of glucose-frucosestroop is dan kun je het product beter links laten liggen. De rest van de ingrediënten wordt vermeld in volgorde van afneembare hoeveelheid.
#3. Suikers in al haar vormen.
Verraderlijk, er zijn erg veel verschillende benamingen voor suiker. Naast de genoemde glucose en fructose worden ook de benamingen dextrose, siroop, diksap, kandij, karamel, lactose, sacharose en maltose veel gebruikt als alternatief voor het woord suiker. Vermijd ook de verschillende suikervormen als palmsuiker, poedersuiker of kaneelsuiker, hoe lekker deze ook kunnen zijn. Deze verborgen suikers (snelle koolhydraten) vormen een aanslag op je gewicht.
#4. 100 gram
We checken vaak hoeveel calorieën een product bevat. Wat we echter durven vergeten, is het feit dat voedingswaren vaak uitgedrukt worden per 100 gram en niet per portie. Wanneer je het aantal calorieën dus fout leest, kan dat wel eens een grote streep door je dieet zijn.
#5. Let op voor schuilnamen
Fabrikanten zijn zich ervan bewust dat mensen steeds gezonder willen eten. De consument wenst producten met zo min mogelijk toevoegingen zoals geur-, kleur-, en smaakstoffen. Hier spelen zij handig op in door en ander te verbloemen. Het bekende voorbeeld is transvet. Veel mensen weten dat ze transvet moeten vermijden, omdat het bewezen slecht voor de gezondheid is. Dus wat doen de fabrikanten? Ze maken er een cryptische term van; gehydrogeneerde plantaardige olie. En plantaardig klinkt gezond dus dan zal het toch goed zijn? Erg slim, maar jij weet nu beter.
#6. Vermijd E-nummers
E-nummers zijn additieven, ingrediënten die niet natuurlijk zijn maar toegevoegd. E-nummers zijn niet per definitie slecht voor je, maar de vuistregel: hoe meer E-nummers of chemische woorden, hoe bewerkelijker ? Bedoel je: hoe meer het product bewerkt is? Laten liggen dus. Bovendien bevatten deze producten vaak vetten, suikers en zouten, wat niet bevorderend is voor onze gezondheid. Laten liggen dus.
#7. Vuistregel voor vezels
Zorg dat je voeding minimaal drie gram vezels bevat. De vezels in voeding zorgen voor een vol gevoel en verhinderen dat je je gaat overeten. Als een snack te weinig vezels bevat, kan dat een aanwijzing zijn dat het om bewerkt voedsel gaat. Dat is voeding die in hoge mate bewerkt is, en die je nooit in de natuur in die vorm of kleur zou vinden.
#8. Zout
Zout (natriumchloride) is onmisbaar voor onze gezondheid. Het zorgt ervoor dat ons lichaam vocht vasthoudt. Te veel zout nuttigen, kan een hoge bloeddruk veroorzaken. Vaak wordt zout op het etiket uitgedrukt in het mineraal natrium. Per dag is het aanbevolen niet meer dan 2400mg natrium binnen te krijgen, dat is 6 gram zout.
#9. Suikers
Als je brood, yoghurt of ontbijtgranen in de supermarkt koopt, kijk je best even naar het suikergehalte op het etiket. Mik op 8 gram of minder. Zo ben je er zeker van dat je geen dingen in je mond steekt die echte suikerbommetjes zijn. Van te veel suiker ga je verdikken en loop je meer risico op het ontwikkelen van diabetes. Er zit suiker in de meest onverwachte dingen (bijvoorbeeld in tomatensaus).
#10. Smartphone
Kan je wat extra hulp gebruiken? Probeer dan je smartphone altijd bij te hebben tijdens het winkelen en download een applicatie (FoodSciffer bijvoorbeeld) die informatie over voedingswaren verzamelt. Zo vergelijk je gemakkelijk verschillende producten en telt je gsm voor jou mee.