Summer sucks? Niet voor Jill Shaw, die haar zomer op de golven doorbrengt en hem straks afsluit met de release van een nieuwe EP. Wij zetten de zangeres langs de kant van de weg en nemen de inhoud van haar koffer onder loep…
Herinner je je Summer Sucks, de oorworm van jewelste nog? Groot is de kans dat hij in 2012 uit de boxen van je auto knalde, vier jaar later vuurt Jill Shaw nog meer muzikaal geweld op je af. De 21-jarige werkte de voorbije maanden hard aan haar nieuwste EP, die vanaf september in de rekken ligt. Stilte voor de storm dus, al is er van stilzitten geen sprake. Optreden, muziek schrijven, afstuderen én van elk vrij moment gebruik maken om de zee in te duiken: zo zien de zomermaanden van Jill eruit.
De singer-songwriter uit Gent komt gezellig in het gezelschap én in de auto van haar moeder aangereden. “Tot voor kort had ik een zalig hippiekarretje: de oude Golf van mijn oma, die ik helemaal zelf met graffiti had gepimpt. Jammer genoeg heeft die zijn laatste adem uitgeblazen en deel ik voorlopig een auto met mijn moeder en zus. Ik woon opnieuw thuis aangezien ik nu ook in Gent studeer, dus praktisch valt alles wel te combineren. Welke auto ik hierna wil? Ik ben eigenlijk niet klaar voor een nieuwe en had nog jaren met mijn oude karretje willen rijden. Als ik dan toch moet kiezen, zou ik voor een grote, stevige bak gaan: eentje die tegen een stootje kan, want dat maakt hij met mij aan het stuur wel eens mee, haha.”
Welk soort chauffeur ze verder nog is? “Een muzikale! Ik hou van chille baantjes in de natuur en vollen bak plaatjes draaien en meezingen. Ik heb platen van The Weekend, Bob Marley, Oscar and the Wolf, Lana Del Rey en demo’s van mijn eigen muziek bij. Mijn Ipod bevat ook een schat aan muziek, maar ik kan hem even niet vinden, het zou me eigenlijk niet verwonderen moest hij onder mijn zetel liggen… De dromerige, zwoele muziek van Lana Del Rey is een grote bron van inspiratie voor me. Het allereerste liedje dat ik kon meezingen, was eentje van K3... Daarna was het Avril Lavigne en companen, gewoon omdat ik de smaak en voorkeuren van mijn grote zus kopieerde. De voorbije jaren heb ik hard aan mijn eigen stijl gewerkt en het resultaat is straks op mijn nieuwe plaat te horen. Grappig genoeg zitten daar songs tussen die ik al zes jaar geleden ten tijde van Summer Sucks geschreven heb. Ik dacht dat die goed waren voor de vuilnisbak, maar blijkt dat ze, mits enkele aanpassingen, tot fantastische muziek konden uitdraaien. Momenteel zit ik nog op een berg liedjes waarvan ik denk dat ze niets zullen worden, maar wie weet breng ik die binnen enkele jaren alsnog uit. Ik zou mijn eigen muziekstijl beschrijven als soul, dromerige surfy vibes met een psychedelische toets.”
Die surfy vibes zitten er niet voor niets tussen. Jills grote passie naast muziek is surfen en dat kreeg ze met de paplepel ingegoten . “Mijn vader is een fervente surfer en al toen ik klein was, trok onze familie naar de coolste surfspots ter wereld. Hij woont halftijds in Costa Rica en dus brengen ook wij daar veel tijd door. Muziek en surfen zijn voor mij verbonden, mijn clips zijn altijd in en rond de zee opgenomen. Of ik op mijn plank zing? Ja en neen, terwijl ik in het water lig te dobberen in afwachting van een golf laat ik me wel eens tot Jack Johnson liedjes verleiden, maar eens de golf er is, is het tijd voor actie. Ik ben niet bang, de grootste golven die ik tot nu toe pakte, waren zo’n twee à drie meter hoog, maar het kriebelt wel als ik de echte pro’s van torenhoge muren zie surfen.”
Jill is sowieso erg sportief en vult haar dagen ook met lopen, zwemmen, boksen en krachttraining. “Mijn vriend is professioneel thaibokser en geeft me wel eens een workout. Een accident zullen we nooit hebben, want we sparren (vechten dus) nooit rechtstreeks met elkaar.” De inhoud van haar koffer verraadt die sportieve levensstijl. We vinden er sportkleren, heel wat wetsuits, haar surfplank en een shortboard terug. “Mijn vader heeft altijd al een zoon gewild en heeft dat een beetje op mij afgereageerd, in die zin ben ik dus een tomboy. Dit shortboard gebruik ik vooral als vervoermiddel: je kan er heel snel mee cruisen en het is praktisch voor korte afstanden. Eens je bent toegekomen, steek je het gewoon in je rugzak en klaar: het is alleszins gemakkelijker dan een fiets! Ik bezit ook een uitgebreide collectie wetsuits en ben op Instagram altijd op zoek naar een nieuwe labels. Momenteel ben ik dol op de arty ontwerpen van de Amerikaanse surfster Kassia Meador. Daarnaast blijven vaste waarden als O’Neill, Billabong en Roxy ook prachtige pakken maken. Tegenwoordig zijn wetsuits echt trending en het valt me op dat er veel meer leuks dan vroeger beschikbaar is.” Wat verder nog bij de essentials van elke surfster hoort: een warme trui. “Ik krijg het zeer snel koud eens ik uit het water kom. De eerste stap is dan een wollen sweater in duiken, de tweede is een héél warm bad! Verder liggen er altijd wel bessen of frambozen in de auto. Snickers zijn mijn favoriete snack langs de weg, het fruit dient voor mijn geweten, haha!”
Over naar de plank, voorzien van een prachtige zeemeermin: “Ik heb geen eigen board, ze zijn allemaal van mijn vader en wij pikken uit wat we nodig hebben. Hij heeft er ongelooflijk veel en ze liggen overal: hier in Gent, waar zelfs het huis ermee versierd is, maar ook in Biarritz en Costa Rica. Ze zijn dus niet van mij, maar ik heb wel speciale stiften en gekleurde waxen waarmee ik ze kan customizen. Als je de plank enkele uren in de zon laat liggen, gaan de tekeningen er vanzelf weer af, dus het kan geen kwaad.”
Het customizen gaat trouwens verder dan surfplanken alleen. We ontdekken in de auto ook crochet bikini’s –“Een hobby die mijn moeder en ik twee jaar geleden ontdekten. Het zotste dat we al hebben gehaakt is een bikini: elk de helft, want het is echt veel werk!”- en stukken stof die voor podiumoutfits zullen dienen. “Ik maak veel zelf, ook mijn podiumlooks. Deze stof moet dienen om capes te maken: niet superhelderig, wel dromerige, zwevende capes waarmee ik kan dansen. Er is geen verschil tussen de Jill die je op het podium ziet en degene die nu voor je staat: ik blijf ook daar trouw aan mijn eigen stijl en die is enorm mix & match. Ik scoor graag stukken op rommelmarktjes en in tweedehandswinkel –in België zou ik Think Twice in Antwerpen zeker aanraden- maar kan net zo goed een duurdere winkel binnenstappen. Als het maar een hippie chic vibe heeft, is het voor mij goed.”