“Leger dan dit zal het niet worden hoor. Ik heb eigenlijk maar plaats voor één passagier, de rest zal zich ergens tussen moeten proppen of gewoon een andere lift zoeken…” Carpoolen met Aster Nzeyimana blijkt moeilijker dan verwacht, eventuele kandidaten moeten zich eerst een weg door zijn garderobe zien te banen. En zijn sportmagazines. En een strijkijzer. Welkom in de koffer van Belgiës sympathiekste –en rommeligste- sportanker!
De VRT telt een goede 2000 werknemers, maar slechts weinigen mogen zich lid van de “Voorbehouden Aan Schermmedewerkers Met Presentatiedienst” parking –true story…!- noemen. Aster zelf parkeert er sinds april zijn wagen, want zolang is hij pas in het bezit van een rijbewijs.
De Volvo C30 is dan ook zijn allereerste bolide, overgekocht van een collega bij MNM. “Dat heeft tal van voordelen. Ten eerste is het een zeer veilige wagen, die hoog scoort op elke crashtest. Gezien mijn beperkte ervaring als chauffeur leek me dit een goed idee. Ik heb trouwens al een bluts, maar dat was mijn fout niet: plots besloot een paal zijn voorrang van rechts te nemen en boem! Ten tweede heb ik hem geërfd van een muziekfan in hart en nieren: de boxen in deze wagen zijn werkelijk gewèldig. Mijn voorganger heeft een extreem goed surround systeem laten installeren en de zotste opties genomen om optimaal muziek te kunnen draaien. Dat is ook voor mij een belangrijk tijdverdrijf in de auto. Ik ben minstens twee uur per dag op de baan en als ik niet naar albums luister, zet ik wat podcasts op om mee te zijn met al het sportnieuws. Mijn muzieksmaak is zeer breed, dat gaat van Paul Simon via Two Door Cinema Club tot Florence And The Machine.”
Als MNM-stem en commentator voor Sporza is Aster sowieso weinig stilte gewend. Het ging de voorbije jaren dan ook razend snel voor de 22-jarige rechtenstudent uit Gent. Na een geslaagde presentatie in de les, pushten verschillende medestudenten hem in 2014 om zijn kans te wagen op de radio. Voor hij het wist had hij een job bij MNM te pakken en nog geen jaar later kon hij ook de titel van “sportjournalist” aan zijn CV toevoegen. Tegenwoordig combineert hij beide jobs en blijft hij zijn studies vervolgen, al zullen die even op een lager pitje moeten staan: de Olympische Spelen houden hem letterlijk dag en nacht bezig. What happens in Rio… komt op het bureau van deze duizendpoot terecht! De inhoud van zijn koffer verraadt dan ook een heerlijk hectische levensstijl: wat zijn de essentials van een sportjournalist?
Eerst en vooral: kleren. En kleren. En nog meer kleren. “Ik sleur eigenlijk een groot deel van mijn garderobe mee, het is gewoon gemakkelijker om ze bij te hebben dan thuis in mijn kast. Overdag moet ik wel eens van outfit veranderen en dan heb ik graag opties. We werken met stylisten van de VRT, vanmorgen ben ik er zelfs nog mee gaan shoppen voor de Spelen, maar ik ben van nature al winkelverslaafd. Het is voor mij echt geen moeilijke opdracht om te gaan shoppen en ik kom met de gekste dingen weer thuis. Vestimentaire regels zijn er niet echt bij het presenteren, het moet alleen wat deftig zijn –dit luipaardshirt zou geweigerd worden- en natuurlijk presenteer je geen twee dagen na elkaar in dezelfde kleren. Mijn eigen stijl is erg eclectisch, ik hou van uiteenlopende looks en kom ook met veel weg. Behalve met een hemd in de broek: als ik iets in mijn broek stop, zie ik er om één of andere reden gewoon stom uit. Verder haat ik wijde broeken en fleece truien, voor de rest heb je in mij de meest open minded shopper die er is!” Vreemd genoeg geen sportkledij in de wagen van de nochtans razend sportieve Aster. “Ik voetbal al sinds m’n vijfde en speelde zelfs op vrij hoog niveau bij Eendracht Aalst. Daarnaast probeer ik ook elke week te tennissen of te gaan rijden met de koersfiets. Sport is essentieel voor mij, maar dat gebeurt nooit onverwacht en dus hoef ik ook geen sportkleren ‘voor het geval dat’ bij te hebben."
Ook Asters sneakercollectie is op zijn minst gezegd indrukwekkend. “Ik heb in het totaal wel veertig paren en mijn auto ligt er vol van, ook al heb ik sommige zelfs nog niet kunnen aandoen. Bepaalde schoenen zijn ook totaal niet handig om mee te rijden: ik moet veel grip hebben op de pedalen en met sommige zolen lukt dat niet. Daarom heb ik ook altijd mijn rijschoenen bij, die zien er niet uit, maar hebben een ‘bijna-blote-voeten’ effect en dat is extra handig aan het stuur!”
“Misschien moet ik trouwens eens opruimen, ik moet toegeven dat ik hier dingen aan het ontdekken ben waarvan ik geen flauw idee had dat ze in de auto lagen…”
Zover voor de koffer. Over naar de achterbank, waar we naast een strijkijzer –“dat is van Danira Boukhriss, ik heb haar helpen verhuizen, maar sommige spullen zijn in de wagen blijven slingeren, wat hier wel vaker gebeurt..- ook Asters overlevingskit ontdekken: een voetbalgids, een tandenborstel voor een TV-waardige tandpastaglimlach, parfum, oogdruppels, één lens –“Waar is de andere naartoe? Ik zie niets zonder mijn bril!” en last but not least: keelpastilles! Het is de nachtmerrie van elke presentator om ooit zijn stem te verliezen, maar gelukkig krijgt onze vriend hier weinig mee te maken. Ook heel handig: een “plofkap” voor de smartphone: “Als ik voetballers na een match interview en opneem met mijn gsm, zijn ze vaak uitgeput aan het hijgen in de microfoon. Dat is achteraf heel vervelend en dus neutraliseren we die ruis met een zogenaamde plofkap.” We hebben bij deze dus eindelijk de verklaring achter die vreemde pluizenbollen die we op het nieuws onder de neus van geïnterviewden zien verschijnen.
Op de coolheidsradar moet de plofkap het wel nipt afleggen tegen Het Oortje, Heilige Graal der presentatoren. “Dit is eigenlijk FBI-waardig want het is echt op maat gemaakt: ze spuiten een soort schuim in je oor en nemen de exacte afmetingen ervan op. Heel cool dus. We gebruiken ze voor regie-aanwijzingen of voor last-minute updates. Dat kan best verwarrend zijn, dan sta je Club Brugge/Anderlecht te bespreken en klinkt in volle actie plots de goal van Genk/Standard in je hoofd. Vooral als je live bezig bent, wordt het tricky.”
Momenteel draait het oortje overuren, net als Aster zelf trouwens, die deze zomer de presentatie van Olympische Spelen tijdens de nachtelijke blokken op zich neemt. Over slaaptekort zal je hem echter niet gauw horen klagen: "Ik ben een echte nachtmens. Ik vrees wel dat dat aangeboren is, mijn beide ouders zijn ook nachtraven. Soms eten wij zelfs om 12 uur ’s nachts. Gezond is het niet, maar so be it. Ik kan dus niet echt tips uitdelen om het een nachtje vol te houden. Uitslapen helpt. En niet teveel naar je computer/smartphone-scherm staren, daar krijg je rode ogen van."
Wat hem van zijn vele Olympische uren het meeste is bijgebleven? “Het goud van Greg Van Avermaet was fenomenaal, maar ik heb toch het hardst geroepen voor het zilver van Pieter Timmers. Wat een ongelooflijke prestatie, en dat na alles wat die man over zich heen heeft gekregen! Verder hoop ik vooral nog op een medaille voor Philip Milanov in het discuswerpen.” In het totaal wagen atleten uit ruim 200 landen hun kans in een kleine dertig verschillende disciplines. Is er daarbinnen een favoriet? “Ik kijk het liefst naar atletiek en dan zeker de sprintnummers. Qua moeilijkheidsgraad lijkt turnen me de meest onmogelijke sport ooit, voor mij zijn dat écht bijzonder straffe atleten!”
Straks komt de sportmarathon ten einde, maar iets zegt ons dat Aster niet van plan is gas terug te nemen...