Momenteel genieten Prins William en Kate Middleton van een bezoek aan the Isles of Scilly, het best bewaarde geheim van Groot-Brittannië. Wij zakten twee jaar geleden voor de ELLE Kustspecial af naar de Caraïben van Groot-Brittannië. Witte zandstranden, azuurblauwe zee en een subtropisch microklimaat inbegrepen.
Dit artikel verscheen eerder in ELLE België n°131
De Scilly-eilanden, subtropisch verassing. De Scilly-eilanden zijn een groep van vijf bewoonde en 140 onbewoonde eilanden ten zuidwesten van het Engelse Cornwall. De vijf bewoonde eilanden zijn St.Mary’s, Tresco, St. Martin’s, St.Agnes en Bryher.
Het Verenigd Koninkrijk blijft verrassen. Net wanneer je denkt dat het land van de Queen Mum zweert bij natgeregende straten en grijze luchten, voert een onverwachte Golfstroom je naar de Scilly-eilanden, een subtropisch vakantieparadijs met exotische planten, azuurblauw water en een occasionele dolfijn.
“Veel succes met de zoektocht naar die ene palmboom!”, roept een collega de dag voor mijn vertrek. Hoewel de plaatjes van Google Images het paradijselijke karakter van de Scilly-eilanden enkel bevestigen, slaat de angst me om het hart wanneer ik na twee vluchten uiteindelijk in de miniluchthaven van Newquay beland: niks palmbomen, wel een traditionele Britse regenbui. Een half uurtje later dropt de Skybus ons op de nog kleinere luchthaven van St. Mary’s en spot ik mijn eerste palmboom, vlak naast een rode telefooncel. Een grappig beeld dat de Scilly-eilanden perfect samenvat: oer-Brits maar met een tropische twist. Hun zachte microklimaat danken de eilanden aan de Golfstroom, die het hele jaar door warme oceaanlucht aanvoert zodat sneeuw en vrieskou hier uitzonderlijke fenomenen zijn. Het wordt me ineens duidelijk waarom de eilanden de Caraïben van Engeland worden genoemd.
Na een reis van dertien uur zetten we voet aan wal in Bryher, met zijn tachtig inwoners het kleinste van de vijf bewoonde Scilly-eilanden. Openbaar vervoer bestaat hier niet en bij gebrek aan auto’s komt Gareth, de uitbater van B&B Samson Hill Cottage, ons aan de kade ophalen met zijn miniatuur 4X4. Onderweg komen we, op een paar waakzame ganzen na, geen levende ziel tegen. Het landschap is een exotisch postkaartje: kleurrijke bloemen, palmbomen, witte zandstranden en een blauwe zee. Met elke golf die over het strand rolt, daalt ook de rust steeds meer over me neer.
De volgende ochtend word ik wakker met de geur van verse koffie en huisgebakken broodjes. In de keuken is Gareths vrouw Issy druk in de weer met het ontbijt dat grotendeels uit lokale lekkernijen bestaat. Issy zakt elke ochtend af naar het gastenverblijf om er het ontbijt te serveren, maar zodra het laatste bordje is afgeruimd, keert ze terug naar haar huis en hebben gasten het rijk voor zich. Het is makkelijk wennen aan de luxe van een privékok en een eigen huis in combinatie met de gemoedelijkheid en de rust van een kleine B&B.
Na het ontbijt wandelen we langs het ontwakende eiland naar de kade, waar de boot aanmeert die ons naar buureiland Tresco zal brengen. Onderweg komen we alweer niemand tegen en even waan ik me Richard Branson op mijn eigen eiland. Na een boottochtje van amper tien minuten arriveren we op het groene en meer ‘poshy’ eiland Tresco. Toeristen komen hier voor een yoga- en wellnessvakantie of installeren zich op het mondaine seaside terras van Ruin Beach Cafe. Wij trekken de Tresco Abbey Garden in, de wereldberoemde tuin waar al sinds 1834 tropische plantensoorten groeien die in de rest van Groot-Brittannië geen schijn van kans hebben.
Wat er verder op deze eilanden te beleven valt? Weinig. De Scilly-eilanden zijn een spoedkuur zalig nietsdoen, wat voor sommigen – ik kijk naar mezelf – een hele opgave is. Verder behoren lange wandelingen in de betoverende natuur, genieten van elkaar en op tijd en stond van een goed glas tot de voornaamste bezigheden.
Fun facts over de Scilly Islands
- De ‘honesty stalls’ op Bryher zijn uniek in hun soort. Deze compacte onbemande winkeltjes worden door eilandbewoners gevuld met zelfgekweekte voedingswaren of handgemaakte accessoires. Voorbijgangers nemen wat ze nodig hebben en stoppen het – gepaste – geld in een glazen pot.
Naast je privacy is ook je veiligheid hier gegarandeerd want criminaliteit is op de
eilanden vrijwel onbestaande. Voordeuren van huizen gaan nooit op slot en autosleutels blijven steevast in het contact zitten.
- De Skybus, een propellervliegtuig met plaats voor tien personen, die ons naar het hoofdeiland St. Mary’s zal brengen, laat op zich wachten. Als bij wonder klaart het op en geeft de eilandengroep iets van haar verrassende schoonheid prijs.
- Ook rustzoekers en celebs met nood aan discretie vinden hier een perfecte vakantiebestemming.
- Met welgeteld twee eetgelegenheden is de keuze aan restaurants en pubs op Bryher eerder beperkt te noemen. Toch loont het beslist de moeite om de voeten onder tafel te schuiven bij Fraggle Rock. Kim Hopkins roert er in de potten terwijl haar sympathieke vader de gasten ontvangt en hen op een lokaal biertje trakteert. Chef Kim haalt het overgrote deel van haar ingrediënten bij kleine boerderijen op de eilanden. Lokale vissers leveren verse vis en alle zuivelproducten komen per boot van het buureiland St. Agnes. Met honger van tafel gaan is hier onmogelijk. De gigantische portie fish & chips mét erwtjes is om vingers en duimen bij af te likken. Voor die ene keer laten we ons ook nog verleiden tot de chocolademoelleux met een bolletje eilandijs. Een zonde waar we geen nee tegen zeggen?
- In Tresco Abbey Gardens, de wereldberoemde tropische tuin die dateert uit 1834, vind je meer dan 4000 bloemen, planten en bomen die in de rest van het Verenigd Koninkrijk niet zouden overleven. De Californische Monterey-cipressen typeren de unieke ‘skyline’ van het eiland en beschermen de kwetsbare soorten tegen krachtige winden. Mike Melhams, curator en hoofdtuinman van de Abbey Gardens, gidst ons doorheen zijn levenswerk. De schoonheid van deze plek vol kleurrijke verrassingen (kijk, een bontgekleurde goudfazant!) is overdonderend. Ik waan me eerder in een tropische jungle dan op Brits grondgebied.
- In januari 2014 werden twintig rode eekhoorns losgelaten in de subtropische tuinen. Intussen springen al meer dan 100 pluimstaarten tussen de takken van de bomen.
.
- Wat was dat, schreeuw ik verbaasd wanneer een vrolijke dolfijn me begroet met een elegante sprong langs de boottaxi. “Onze dolfijn”, antwoordt de bootsman. “Hij hangt al twee weken rond in de buurt van de haven. We denken dat hij zijn partner is kwijtgeraakt. Door de aangename watertemperatuur voelt hij zich hier prima. Hij is onze lokale superster.” Palmbomen, azuurblauw water én een dolfijn? Ik begin er serieus aan te twijfelen of ik wel degelijk in het Verenigd Koninkrijk ben beland.