‘Just what the doctor ordered’ – Ted Nugent

Daarna besefte ik dat ik verder moest met mijn leven. Als man, vrouw, allebei of geen van beide, het maakte niet uit. Op een avond was ik dronken, high en stoned en in die toestand durfde ik naar huis te gaan met iemand wiens naam ik niet kende, maar die er best goed uitzag. ‘s Anderendaags werd ik wakker in een kot in Gent, ik had ‘het’ gedaan, ook al kon ik me er niets van herinneren. Still counts! Ik stuurde een bedankbriefje naar de dokter die me op weg had geholpen. Ik werd vrouwelijker, dat kwam vanzelf, alsof het ene seizoen in het andere overging. Wie me lang niet had gezien, kon die transformatie niet goed plaatsen – ik ook niet. Ik kreeg geregeld de vraag of ik een broer had die erg op me leek. Ik had een resem kortstondige (hetero)relaties (beetje schade inhalen) en leerde op mijn 27ste de man van mijn leven kennen. We zijn nu tien jaar samen. Hij is lief, grappig, knap en perfect voor mij. Hij vindt het handig dat ik goed kan klussen. Alleen, nu mijn gender is verschoven, weet ik soms niet hoe het met mijn geaardheid zit. Heeft het zin om over geaardheid te spreken als je niet eens weet wat je gender is? Of als je gender in de loop van je leven weer kan verschuiven? Allemaal vragen die ik me niet meer hoef te stellen, want ik zie hem graag. We passen bij elkaar, maar niet per se als man en vrouw. Eerder als gin en tonic.