Maandag
“Ik sta hier met Bert en Leontien, die…”
-“Neen, niet Bert: Thibault.”
“Ah juist, sorry daarvoor. Ik sta hier dus met Leontien en Bert…”
-“Neen, je doet het weeral!”
“Sorry Bert, aaaargh ik bedoel Thibault. Ik sta hier dus met een koppel. Leontien wil model worden en haar vriend Bert…”
-verbijsterde stilte-
“Oh nee sorry…”
Het is maandagavond, ik interview meisjes op een modellencasting en ik ben veranderd in Leonardo DiCaprio’s The Aviator personage Howard Hughes. Om precies te zijn: in het moment waarop hij zijn compulsieve stoornis niet meer onder de knie krijgt en als een razende “blueprint-blueprint-blueprint-blueprint” blijft ratelen. Ik heb hetzelfde: Bert-Bert-Bert-Bert-Bert! “Sorry, ik ben een beetje moe,” leg ik Leontien en Bertsorrythibault uit. Mijn fotograaf kijkt me met ronde ogen aan: “Heb je een kater?” Neen, of toch eigenlijk wel: een dubbele, souveniertje van een zwaar weekend en al even zware maandagochtend. Ik moet toegeven dat ik er een liederlijk weekeinde op heb zitten. Vrijdag ben ik te gast bij mijn Voormaligedrankezusterdienuzwangeris. We zijn het gewend in elkaars gezelschap altijd een bubbelfles teveel open te trekken en maken daar ook nu geen uitzondering op. Enig probleem is dat zij nu dus zwanger is, en dus drink ik meer dan goed voor me is, maar zij en de baby zijn tenminste veilig. One too many for the team dus! De toon is gezet en ook zaterdag wordt een feeërieke nacht vol feestgedruis en -bruis. Zondagavond ga ik vroeg slapen, maar het kwaad is geschied. Bert-Bert-Bert-Bert-Bert.
Dinsdag
Vier (!!!!!) uur ‘s morgens, mijn wekker gaat af. Ik hààt de toon van mijn wekker en heb iedereen dit al tot vervelens toe verteld. Maar om één of andere reden heb ik hem nog nooit aangepast. Hij begint zo vroeg te kwelen, omdat ik een vlucht naar Verona moet halen, Italië’s stiekeme lingeriehoofdstad, de stad van Romeo en Julia én de locatie waar ik straks een date heb met… Rita Ora! Leuk weetje over Verona: driekwart van de stad -of toch de leuke delen ervan: de winkels, restaurant en hotels- is in handen van een zekere familie Veronesi, eveneens eigenaar van een resem lingeriemerken zoals Calzedonia, Intimissimi en Tezenis. Niets geen Montagues of Capuletten, gewoon Veronesi die de hele stad verenigen in hun liefde voor kanten slipjes en korsetten. Mooi toch? Ik slaap in het hotel waarvan Julia anno 2016 best wel fan zou zijn geweest: een oude villa, versierd met hypermoderne kunst en bizarre hersenkronkels. In afwachting van mijn Date Met Rita rust ik even aan het zwembad, waar een gigantische bij mijn arm steekt en mijn laatste restjes energie wegzuigt. Ik voel meteen de negatieve werking van de Tseetseebij en wordt overmand door een geweldige petit coup de mou. Ook Rita blijkt die avond moe. Toegegeven: ons afspraakje staat net na een waanzinnige show gepland, waarop ze in niemendalletje de zaal in gang zingt en haar eigen lingeriecollectie voorstelt. Daarna moet ze nog met honderd journalisten babbelen -arme Rita- en dan is het tijd voor quality time met mij. In afwachting daarvan besluit ik even uit te rusten in een lege stoel in de verlaten backstage. Daar ligt een concealerstift. Die is niet van mij, dus ik mag hem ook niet gebruiken. Kriebel. Temptation. **** it, ik gebruik hem toch! Net wanneer ik twee mooie, witte pandaogen heb getekend om mijn gigantische wallen te verbergen, wordt mijn naam afgeroepen en moet ik Heel Snel en wel Nu Meteen naar Rita. Geweldig, ik vind geen fond de teint om de look af te werken en begin mijn date met pandapunten…
Blijkt dan nog eens dat het geen tête-à-tête, maar een ménage-à-trois met mijn awesome collega M wordt. M is super, heel lief, een vaste partner in crime in al onze ELLE avonturen, maar vanavond heb ik geen zin om Rita te delen. M ook niet trouwens. We beseffen het zelf pas later op de foto’s, maar de competitie om Rita’s aandacht is moeilijk te verbergen…:
Gelukkig kunnen we er achteraf hartelijk om lachen. Peace and love M, ik zie je graag àchter mij zitten wanneer ik met Rita praat.
Na een extreem diepzinnige babbel gaat het alarm van Rita’s assistent af en -dit geloof je nooit- dat klinkt NET ZOALS MIJN WEKKER! Hoe irritant is dat? Ik word dus wakker geschud uit een mooie droom, word vriendelijk verzocht mijn plaats af te staan en beloof Rita dat ze nog eens met mij mag afspreken de volgende keer dat we beiden in Verona zijn.
Woensdag
Ik ben moe.
Donderdag
Ik ben nog steeds moe. Ik kwam pas om één uur ‘s morgen thuis van mijn romantische, Veronese capriolen en ik word soortvanwakker met vreemde tekens op mijn arm. Volgens de hubby kan het maar om drie zaken gaan: of het is een zuigzoen, of er is een spier gescheurd, of ik krijg een hartaanval. We kijken elkaar wat verwonderd aan. Stilte. Un ange passe. Ik besluit geen aandacht aan zijn diagnose te hechten, waarschijnlijk komt het omdat ik de Tseetseebijensteek op mijn arm al twee dagen manisch loop te krabben. Dat doen sterren trouwens ook in interviews net voor ze de dichtstbijzijnde rehab induiken wegens “oververmoeidheid” -let er eens op! ‘s Avonds hijs ik me dan ook heel toepasselijk in een dwangbuis loeistrakke zwarte creatie en ga ik met een wit pandamasker rond mijn ogen uit eten. De Strakke Creatie snijdt een beetje mijn bloedtoevoer af en daardoor krijg ik nog meer zin om te slapen. Of dat is achteraf toch de diagnose van de hubby.
Vrijdag
Ik besluit mijn sportcoach wat extra beweging te gunnen en de man mag een last van 58 kilo tien keer aan een stuk op en neer heffen aan de optrekstand. Ik ben moe -had ik dat al gezegd?- en heb de kracht niet me zelf op te trekken. En al zeker niet in drie series van tien. Kom op, S, dit is goed voor je armspieren!
Een Nalu of vijf later is het eindelijk vijf uur. Dit wil zeggen dat ik mag stoppen met werken, dat het weekend begint en dat ik twee dingen moet doen:
Ten eerste: zwangere besties met een verwaarloosde stock champagne wijselijk negeren.
Ten tweede: mij verontschuldigen bij iedereen tegen wie ik deze week heb lopen zagen dat ik moe was. Dus bij deze: sorry L, sorry E, sorry Rita Ora, sorry G, sorry M, sorry Hubby, sorry S en vooral sorry Leontien en Bertsorrythilbault.
Bert-Bert-Bert-Bert-Bert.