Dior serveert pannenkoeken achter de schermen en trakteert haar modellen op oorbellen die met hun sterrenbeeld matchen. Jessie is blij met het eerste, Ine met het tweede: iedereen tevreden dus in dit energieke duo!
Ik ontmoet het Belgische topmodel Ine Neefs (van Dominique Models) en haar agent Jessie Van Osselt in de coulissen van het defilé, terwijl ze druk aan het onderhandelen zijn over hun planning van de volgende dag. “Neen ik doe die show niet,” klinkt het bij Ine, waarna Jessie hetzelfde in haar telefoon mompelt. “Vergeet niet dat we dan ook een casting hebben, en net daarna een fitting!” “Maximum drie presentaties per dag,” herhaalt Jessie nogmaals in de telefoon, “maar pas op: die denken dat je wel geboekt bent voor hun show…” en zo gaat het nog even door. “Dit is erger dan bevallen,” lacht Jessie wanneer ze eindelijk inhaakt.” Dé allergrootste uitdaging voor modellen tijdens de modeweek, blijkt dan ook het beheren van een agenda. Ine loopt vandaag de 248ste show in haar indrukwekkende carrière, maar blijft met De Planing worstelen. “Het is verschrikkelijk, agentschappen proberen je altijd een extra defilé aan te smeren en voor je het weet word je van hot naar her gesleurd. In het begin neem je alles aan, je bent een zogenaamde new face en er wordt van je verwacht dat je overal bent. Het lijkt een simpele taak, maar voor tien minuten show zit je vaak uren in de backstage, moet je een ellenlange casting en nog eindelozere fitting doorstaan. Die laatste vinden meestal ‘s nachts plaats, aangezien ieders dagschema al vol zit. Als nieuwkomer krijg je de laatste shift, drie uur ‘s morgens is geen uitzondering. Eens je een beetje naam maakt, gebeurt het in de vroegere avond. Toen ik drie jaar geleden begon, liep ik zeventig shows per seizoen, dat was gekkenwerk. Mensen onderschatten echt hoe vermoeiend dit allemaal is. Tegenwoordig heb ik het minder zwaar omdat ik zelf zo aandring om mijn agenda rustig te houden, ik wil niet meer dan twee shows per dag toezeggen, gelukkig is Jessie er om mij daarin te helpen.” Jessie treedt op als agent en begeleidt Ine tijdens de hele modemarathon. Ze vergezelt haar naar al haar afspraken, beheert haar agenda, regelt vervoer, enzovoort: alles om het leven in Parijs wat gemakkelijker te maken. “Eigenlijk ben ik een beetje Ines chaperone.”
Jullie begonnen drie jaar geleden gelijktijdig aan het modeweek avontuur. Hoe anders is die ervaring vandaag?
Ine: “Voor mij is het vooral menselijker geworden wat het aantal shows betreft.”
Jessie: “Ik ben dan weer veel meer op mijn gemak. Als begeleider ga je overal met je model mee, maar backstage krijg je al snel het gevoel ballast te zijn. Het lijkt wel of je overal in de weg loopt van mensen die al genoeg onder druk staan: je voelt je er niet meteen thuis. Na een tijdje begin je iedereen echt goed te kennen en vind je het plots heel gezellig. Het enige dat ik nog steeds niet durf, is een manicure vragen aan de beauty mensen. Je lacht, maar dat wordt dus wel vaak gedaan!”
Ine: “Jessie heeft me die allereerste week ook leren lopen als een model. Dat was ‘s avonds op de kamer, schouders losschudden en stappen maar! ‘s Morgens oefenden we op straat, zij filmde me en gaf me richtlijnen. Voorbijgangers keken er waarschijnlijk vreemd van op, maar dat merk je niet als je zelf gefocust bent.”
Hoe is de sfeer tussen de modellen onderling?
Ine: “Heel goed! Het cliché wil dat er concurrentie en achterklap is, maar dat klopt helemaal niet. Ik vind het leukste aan de modeweek juist al die meisjes terug te zien. De sfeer op shows is meestal heel goed, behalve als het team zelf gestresseerd is en je vier uur voor aanvang al aan het lijf begint te trekken. Dan denk je ‘bah, dit wil ik niet.’ Ook de grote namen vallen heel goed mee, ik ben sowieso niet iemand die daarvan opkijkt. Gigi Hadid is bijvoorbeeld echt vrolijk, die slaat ook maar een babbeltje met je. Uiteindelijk zit je allemaal in hetzelfde schuitje en werk je samen aan het succes van de show. Modellen vinden veel steun bij elkaar.”
Jessie: “Natuurlijk zijn er altijd die wat kuren krijgen, maar het zit er juist in daar niet aan toe te geven. Het draait ook om de mentaliteit die je hebt, het valt me op hoe down to earth Belgische en Nederlandse meisjes zijn. Ik vind het heel belangrijk om rustig te blijven en vooral jezelf te zijn. Dat geldt niet enkel voor de modellen, ook voor hun agenten, de visagisten, de stylisten en alle anderen backstage.”
Moet je soms looks showen die je ronduit lelijk of bizar vindt?
Ine: “Dat valt wel mee, ik kan me eigenlijk niet meteen een foute look herinneren –ik kan me sowieso niet meer àlle kleren die ik al geshowd heb voor de geest halen. Ik doe meestal ook geen bizarre defiles, het is redelijk sober. Moschino is een beetje gek, maar dan wel op een grappige manier! Het is ook niet zo dat we inspraak krijgen in de kleren die we dragen. In mijn geval mag het niet topless of doorzichtig zijn, maar dat is het. Ze moeten mij ook niet vragen te dansen op de catwalk of zo, dat doe ik gewoon niet.”
Jessie: “Ik heb vroeger veel hiphop gedanst, maar Ine heeft geen swag… Ooit was ze als een semi ananas gestyled en toen hebben we toch goed gelachen.”
Wat doen jullie om tot rust te komen?
“Eten!! Tijdens vrije momenten duiken we het dichtsbijzijnde restaurantje in en ontspannen we, omringd door ‘normale’ mensen… Eens we 's avonds thuis komen, vallen we als een blok in slaap, geen TV voor ons dus.”
Hoe zit het met de catering backstage?
Jessie: “Dat hangt af van het merk in kwestie. Soms is dat dik in orde met verschillende maaltijden, fruit, cakes en zelfs pannenkoeken. Andere keren krijg je amper en paar noten en druiven.”
Ine: “Dat laatste is echt vervelend wanneer je tot drie uur ‘s nachts bezig was en alweer om zeven uur in de make-upstoel moet zitten. Dan verwacht je toch een soort van ontbijt…”
Jessie: “Dat is ook echt mijn breekpunt. Ik word ambetant wanneer ik zie dat de modellen niet goed behandeld worden. Het lijkt me logisch ze een goed ontbijt aan te bieden en niet onnodig druk te maken. Het gebeurt wel eens dat ik plots voor iedereen eten en drinken ga halen.”
Ine: “Je breekpunt zijn ook je voeten…”
Jessie: “Ook waar! Je stapt kilometers en kilometers en dan heb je maar betere comfortabele schoenen aan. Vorig jaar kon ik op een bepaald moment niet meer, ik viel gewoon de hele tijd om. We zijn toen sandaaltjes voor me gaan kopen en nog kon ik het niet meer aan, haha. Mijn grootste fashion week tip is dan ook: breng je meest comfy stappers mee!”
Over vallen gesproken, nooit bang voor een tuimel op de catwalk?
Ine: “Natuurlijk niet, dat kan toch gebeuren? Mensen vallen ook op straat, het is geen drama moest dat nu eens op de catwalk voorkomen.”
Jessie: “Ze is wel eens met haar gezicht hard tegen een camera gebotst, dat was even paniek bij het make-upteam!”
Hoe zit het met de decors tijdens de shows?
Ine: "Meestal is het een eenvoudige, rechte catwalk: gedachten op nul en gaan. Soms laten ze je dan weer ingewikkelde choreografieën uitvoeren en dan wordt het natuurlijk moeilijk. Het is dan van 'eerst twee keer naar links draaien, dan een kwartslag om en rechtdoor naar rechts, waarna je opnieuw een draai maakt en je voorgangster kruist': wat?! Ik heb ook veel shows van Chanel gelopen, waar de set natuurlijk een spektakel op zich is: ik zat ‘in’ de supermarkt, het vliegtuig, het poppenhuis, de brasserie. De winkel was gemakkelijk –er waren duidelijke lijnen op de grond getekend- maar het vliegtuig was een echte uitdaging: het was gigantisch, je moest op exacte momenten verschijnen en weer weggaan, tegelijk met een ander model, dat maakt het natuurlijk ingewikkeld. We krijgen op voorhand ook nooit een briefing over de set, dus het blijft ook voor ons een verrassing.”
Hoe blijven jullie energiek tijdens de modeweek?
Jessie: “We lachen veel af! Als de ene moe is, pept de ander haar op. Ik vind dat mijn suave stem wonderen doet voor Ine, haha. Er is altijd wel één van de twee in clownmodus, aan het smossen of ergens gestruikeld en dat helpt de ander er weer bovenop. Bloopers komen ook altijd op de juiste, strategische momenten voor, alsof we voorbestemd zijn om elkaar te doen lachen en weer verdergaan.”
Wie heeft achter de schermen het meeste gezag?
Jessie: “Ongetwijfeld de mensen van de productie! Er is zowel voor haar als makeup als styling telkens één verantwoordelijke die het voor het zeggen heeft, maar eens de productiemensen het overnemen is er geen tegenspraak meer mogelijk. Logisch ook, zij regelen de show, beheren de timing, enzovoort: zij moeten alles in goede banen leiden. De designer zelf staat er soms wat werkloos bij, hij heeft zijn deel van de job gedaan en moet de productie verder vertrouwen. Tegelijk is elke designer anders. Isabel Marant is een topper achter de schermen: ze is echt heel sympathiek en komt iedereen persoonlijk begroeten. Ook Diane von Furstenberg, Consuelo Castiglioni van Marni en Victoria Beckham zijn erg lief en begaan met hun team. Die vier springen er voor ons echt uit!”
Nog een laatste fashion week tip?
“Laat strakke broeken thuis, er wordt écht veel gesnoept…”
(Beeld: Eva Vlonk)
