Hit me baby one more time! De nillies zijn terug en dat verloopt niet zonder slag of stoot.
Is dat… Paris Hilton op de catwalk? Gefronste wenkbrauwen toen de voormalige it-girl een triomfantelijke comeback maakte op het defilé van Philipp Plein enkele weken geleden. Gehuld in twee repen zwarte stof, een bodychain van voldoende omvang om een olifant te neutraliseren én dijhoge dominatrix rijglaarzen bevestigde ze dat ze niet in haar eentje uit de vergeetput was geklommen: ze bracht de volledige nillies met zich mee. De stunt was dan ook onvermijdelijk: de voorbije maanden werden extreem lage broeken, off-shoulder looks, militaire jassen, fluweel en zelfs de beruchte sponsbroek terug in de schijnwerpers gezet. Het fashionable getik van stiletto’s werd overdonderd door het schrapende geluid van –slik!- flipflops en plots vertoonden opvallend veel modebloggers trekjes van Lizzie Maguire anno 2006. Dat ook ‘s werelds meest beruchte erfgename vroeg of laat de kop zou opsteken, mag eigenlijk niemand verwonderen. That’s hot. De terugkeer van de nillies betekent trouwens niet alleen de terugkeer van foute boegbeelden uit onze tienertijd. Het opent een Pandora doos vol slechte smaak, provocaties en… porno! En dat is eigenlijk niet zo’n slecht idee.
Het concept van slechte smaak wordt al een tijdje verheerlijkt, het is tegenwoordig zelfs bon ton om alles zo visueel onaangenaam mogelijk te maken. De zogenaamde “lelijke” beweging raast door modeland en stelt conventionele schoonheid in vraag. Tegenover hatelijk perfecte modellen en utopisch mooie, doch gevaarlijk onrealistische Instagram feeds staat de bizarre esthetiek van Vetements, Y/Project of Hood By Air. Imperfecties, ongemakkelijke looks en freakshows in het algemeen worden er verheerlijkt. Het idee? “Storende” mode is zoveel interessanter dan perfecte kleren op perfecte vrouwen. Het vereist een denkoefening en een gewaarwording die verder reikt dan “ah ja, schoon…” Afwijkingen roepen bepaalde gevoelens op die het publiek misschien geen aangename, maar wel een interessante ervaring opleveren. Na een ingedommeld tijdperk waarin kleren vooral mooi en perfect moesten zijn, is het tijd om mode opnieuw wakker te schudden. De voorvechters van die trend zijn jong, hebben jaren in de underground regionen van de modewereld gewroet en zijn doordrenkt van goed-foute invloeden.
Zo bijvoorbeeld de stemmen achter Vetements, afkomstig uit het voormalige Sovjet blok, die hun geesten jarenlang voedden met Eurotrash, songfestival kitsch en hopeloos foute fake goederen. In eigen land zet Glenn Martens, de veelbelovende ontwerper achter Y/Project, zijn schouders onder de trend. Hij trakteerde zijn publiek de voorbije modeweek op silhouetten die verdacht veel weg hadden van Christina Aguilera’s Dirrty kostuum –ter herinnering: het paar leren chaps waarmee ze huismoeders in 2002 zowat een hartinfarct bezorgde. De look lokte veel protest uit, paniek zelfs: De Zedelijkheid van deze wereld moest koste wat kost beschermd worden tegen onzedelijke beenbeschermers! De clip werd in veel landen dan ook verboden. Lang verhaal kort: het was van abominabele smaak. En toch vindt Martens de vergelijking niet erg. “Ik dacht niet bewust aan haar toen ik het ontwierp, maar ben wel een kind van de nineties en nillies. Die ervaring kruipt in je hoofd en beïnvloedt alles: Christina, haar chaps, de baggy fake skater broeken die ik toen droeg… ze lopen niet zomaar weg! Logisch ook, het zijn de jaren waarin je bent opgegroeid, waarin je jezelf bent beginnen ontplooien en dat blijft je bij. Dat geldt trouwens voor veel ontwerpers van mijn generatie.”
Een nieuwe garde designers dus, die het zowel uit nostalgische als ideologische overwegingen heerlijk vindt de foute invloeden uit hun tienerjaren opnieuw op te voeren. Wat die esthetisch zondige nillies dan karakteriseerde? Een uitdagende popcultuur, waarin piepjonge starlets als Britney Spears en Christina Aguilera hijgend hun publiek aanmaanden om eens lekker dirrty met hen om te springen, waarin een rotverwende Amerikaanse erfgename op het platteland werd gedropt en zich voor het oog van de camera’s afvroeg of ze boerenjongens net zo bevredigend zou vinden als de preppy kids die ze gewend was en waarin nobele onbekenden (Kardashiawadde?!) met dank aan een ranzige sekstape wereldberoemd werden en daarop doodleuk besloten die status te behouden door tientallen camera’s in hun heerlijk disfunctionele huishouden binnen te brengen. Op modevlak kende de zogenaamde porno chic beweging haar hoogdagen. Bondage en fetisj zijn altijd een vruchtbare inspiratiebron voor designers geweest: Vivienne Westwood en de punk beweging, maar ook Jean-Paul Gaultier en Madonna’s iconische cone bra of dichter bij huis Ann Demeulemeester zijn er de levende bewijzen van. Tijdens de nillies bereikte die trend echter een nooit eerder ervaren climax. Ondeugende zieltjes als Tom Ford, Carine Roitfeld, “Uncle” Terry Richardson en Alexander McQueen vierden de butt crack, verafgoodden bondage looks, lieten hun logo in het schaamhaar van modellen (!) scheren en lieten alles –of het nu om werk of privéleven ging- schommelen op het randje van het acceptabele. Kortom: de jaren 2000 waren gekenmerkt door ongeremde overdaad en provocatie, een stormvloed aan ‘enfants terribles’ en héél veel seks. Een trend die in 2010 abrupt ten einde kwam met McQueens zelfmoord en het schandaal rond John Galliano. Sindsdien opvallend meer stof op de catwalks, gevoelig minder rauwe seks en een meer subtiele sensualiteit die het juist moest hebben van wat je nièt liet zien. Paris Hilton, Lindsay Lohan en de opkomende Kardashians bleven bloeien in de foute marge, maar zij werden geklasseerd als “popcultuur” en door de modewereld de rug toegekeerd.
De nieuwe generatie designers grijpt vandaag terug naar die Sodom & Gomorra jaren, zij het in een modern jasje–“retro” is nooit synoniem geweest voor “klakkeloze overname”. Er is heel wat veranderd sinds Paris Hilton en haar sekstape de vergetelheid in sukkelden. Op de pagina’s van Vogue en op het MET bal hield iedereen het dan wel braafjes bedekt, in alledaagse huiskamers kleurden oortjes de voorbije jaren rood. 50 Shades Of Grey werd een wereldwijde hit en de brave huismoeders van weleer gaven gniffelend toe wel wat te voelen voor “mommy porn” literatuur. Ook Rihanna, in 2009 nochtans bont en blauw geslagen door toenmalig vriendje Chris Brown, bezong in 2012 haar liefde voor aparte liefdesvormen in de hit S&M. Het boek en de Caraïbische bad gal zijn volgens critici dan wel weinig feministisch, ze hielpen SM wel uit de taboesfeer te halen en gaven aan dat “afwijkende” seks eigenlijk niet zo fout is. Je hoeft geen heroïneverslaafde randfiguur of ketterse slet te zijn om van een stevig potje sadomasochisme te genieten. Rihanna zelf noemde haar song in een interview met Spin Magazine trouwens een metafoor: “het gaat in de eerste plaats om zelfzekerheid, om het weten wie je bent en het feit dat je je niet laat kraken door roddels en andermans kritiek.” Afwijkende normen zijn niet langer fout en kunnen gehanteerd worden als symbool van onafhankelijkheid en zelfzekerheid. Een betoog dat Lena Dunham en haar bizarre bedperikelen in Girls ook ondersteunen, dat weerklank krijgt in de opkomende gender fluidity beweging en waarvan ironisch genoeg een randfiguur uit de verguisde popcultuur, met name Caitlyn Jenner, een boegbeeld is geworden.
Kortom: zogenaamde”afwijkingen” en experimenten worden niet langer afgewezen, wat perfect past binnen het hernieuwde landschap van interessante, uitdagende mode. Een filosofie die trouwens verder reikt dan underground nichelabels. Het feit dat een commerciële keten als & Other Stories dit najaar een bondage capsule in samenwerking met de Amerikaanse designer Zana Bayne lanceert, spreekt boekdelen. Is de porno chic beweging van de nillies terug? Ja en neen: ja, het mag er allemaal weer wat pikanter aan toe gaan, maar neen, dat is niét meer bedoeld om te schokken, wel om een boodschap van individualiteit uit te dragen. Wie de leren chaps van Y/Project draagt, is niet noodzakelijk op zoek naar een wilde nacht, wel voelt ze zich zelfzeker genoeg om het te dragen. Je hoeft niet langer een freak te zijn om een leren korset boven je witte hemd te dragen. Een ijzeren halsband, striemen en boeien staan in al hun theatraliteit voor vrijheid en een krachtige schoonheid, niet voor het feit dat de draagster écht van een goed pak slaag geniet.
All good? Toch niet, er blijkt nog heel wat werk aan de (ijzer)winkel. De voorbije weken werd nog maar eens pijnlijk duidelijk hoe ook sterke, publieke vrouwen niet vrij zijn van agressie en vernedering. Neem nu Gigi Hadid en Kim Kardashian, die tijdens de modeweken allebei werden aangevallen door beroepsengerd Vitalii Sediuk. De eerste omdat ze geen echt model zou zijn (lees: ze heeft niet het juiste figuur) de tweede omwille van haar “afgrijselijk dikke kont” -dixit de belager. Met andere woorden: ze voldoen niet aan zijn idee van een mooie vrouw en verdienen dus een corrigerende tik. Beide vrouwen reageerden op hun manier: de eerste verkocht hem een rake elleboogstoot, de tweede liet haar bodyguard zijn werk doen en diende de klacht in. Goede reacties, al kregen beiden bakken kritiek over zich heen. Kim zou “te emotioneel” gereageerd hebben, Gigi “te agressief” en eigenlijk hadden beide vrouwen de man gewoon zijn gang moeten laten gaan. Dat is trouwens wat Kardashian enkele dagen later deed, toen ze volledig in schok een gewapende roofoverval onderging. Deze keer luidde de geamuseerde kritiek dat ze hier zelf verantwoordelijk voor was. Haar uitdagende looks en dito gedrag bleken een open uitnodiging voor vijf gemaskerde overvallers om haar midden in de nacht in bed te belagen. Gelukkig klinken er in al die incidenten ook verdedigende stemmen en is het debat bij deze geopend: de wereld is dan wel in een stoer harnaskleedje gestoken, tijd om zich daar écht naar te gedragen!