4. Je giet best geen water over de acteurs, behalve als je ze wil elektrocuteren…
De grote uitdaging bij een musical is natuurlijk dat alle acteurs levendig moeten kunnen zingen en dansen. Stijve, nauwe kostuums zijn dus uit den boze, zo vertelt Cocky :”Er zijn enkele vereisten waar je in de eerste plaats niet aan zou denken. Als jij of ik een arm opheffen, gaat ook onze kledij mee naar boven, tijdens de show mag dat niet gebeuren. Daarom naaien we zogenaamde balletmouwen in: onder de armen van elk kostuum zit er extra stof, zodat de hele look niet naar boven wordt getrokken wanneer een acteur of actrice beweegt. De kleren bevatten nog heel wat van dit soort trucjes. Verder zijn er ook de strategische materialen: de borden en ander levend meubilair zien er zwaar uit, maar bestaan uit vederlichte polyester. Het is mijn missie om dit soort strategische materialen op te sporen.”
Nog een ander verhaal zijn de technologische snufjes, zoals microfoons: “Meestal zitten die in een riem rond de middel van een acteur, maar soms krijg je ze niet verstopt in een kostuum –bijvoorbeeld omdat het een blote rug heeft. In het ergste geval verstop je de micro onder de pruik!” Dat bevestigt ook Harold: “Ooit werkte ik voor een musical waarin de meisjes minuscule bikini’s droegen: hoe minder stof ze om het lijf hadden, hoe meer volume hun haar kreeg!”
In de kleren van de hoofdpersonages zitten bovendien discrete witte bolletjes –volgspots, zo blijkt, gemaakt om de schijnwerpers nonstop aan te trekken, kwestie dat het publiek geen enkel detail van Belle en haar beestige minaars Weense wals zou zou missen.