Lespagnard zelf heeft twee jaar in het atelier gewoond, een tijd waarover een eenzame badkuip nog kan meespreken. “Mijn bed stond hier, op de plaats waar nu de patronage gebeurd, de badkamer doet nu dienst als kledingrek. Ik vond het aanvankelijk heerlijk om in mijn eigen werk te leven, maar voelde op een bepaald moment de drang om de deur ’s avonds achter me te sluiten… Daarom ben ik maar verhuisd.” Mochten de muren hier kunnen spreken…”dan zouden ze ongetwijfeld heel wat te vertellen hebben! Alleen weet ik niet of dat over mij zou gaan, de vorige bewoner was een gynaecoloog: ik denk dat er zich bij hem opmerkelijker scenario’s dan in mijn atelier voordeden…”
Al is de deco van dit stulpje nu niet bepaald doordeweeks te noemen! “Een inspirerende ruimte is voor mij eentje waarmee ik mijn creativiteit constant kan voeden, een droomuniversum dat me op nieuwe ideeën brengt. Ik reis veel en breng altijd souvenirs mee die ik hier uitstal, je weet nooit waartoe het kan leiden.” Buitenlandse invloeden dus, maar ook België is belangrijk in zijn werk. Dat bewees Lespagnard hij onder andere met zijn veelbesproken Gilles de Binche collectie, waarvan we in een hoekje nog een hoofddeksel spotten.
Research en brainstorming zijn voor Lespagnard een belangrijke fase van het ontwerpproces. Niet alleen de talrijke souvenirs, ook het meer dan indrukwekkende “boekenhoekje” is daar het bewijs van. Leesvoer dat de ontwerper vooral uit museumshops haalde: ronkende titels als Naked as a Jaybird inspireren de collecties van morgen..