Artistiek directeur make-up en kleur bij Givenchy Nicolas Degennes heeft zo zijn bedenkingen bij de invasie van Koreaanse beautytrends.
Nicolas Degennes, al 13 jaar hoofd van de make-upafdeling bij Givenchy is een man met een duidelijke visie en een al even duidelijke mening. Een mening die de make-upartiest trouwens niet onder stoelen of banken steekt. ‘Seks is belangrijk en niemand moet naar die dragqueens van een Kardashians opkijken’, laat hij zich tijdens het interview ontvallen.
En ook over de populariteit van Koreaanse beautyhypes breek je de Fransman de bek op eigen risico open. “Cushion foundations zijn walgelijk”, zegt hij zonder verpinken. Wij, met een cushion blush in de handtas, zijn geïntrigeerd. “Je raakt dat kussentje aan met je vingers waardoor het een broeibaard voor microben en bacteriën wordt. Walgelijk!” Degennes benadrukt dan ook hoe belangrijk het is om je cushion foundation nooit met iemand anders te delen. Check. Al is dat niet de enige reden waarom Degennes een foundation in een flesjes boven die in een kussentje verkiest.
Ander klimaat
“Je moet ook weten dat het klimaat in Zuid-Korea helemaal anders is dan hier in Europa. Buiten is het heet, binnen draait de airco op volle toeren. Omdat de water-in-olie formule van een cushion foundation nogal vloeibaar is, moeten vrouwen hun make-up veel vaker bijwerken. Anders smelt het door de hitte van hun gezicht.” Een ander klimaat vraagt dus om andere producten. Maar waarom liggen de lokale parfumerieën en drogisterijen dan vol van cushion foundations? “Marketing”, zegt Degennes, “en omdat de beautyindustrie zelf te weinig nieuwe ideeën heeft.”
Verrassend dus dat iemand die nogal kritisch tegenover de compacte kussentjes staat enkele maanden geleden zelf een ‘Teint Couture Cushion Foundation’ op de markt bracht. “Klopt, maar het kussentjes zit onder een metalen plaatje zodat je het net met je vingers kan aanraken. Momenteel werk ik aan een versie die nog hygiënischer zal zijn”.
Betere cleansers
Ook over de huidverzorgingsproducten die op de Aziatische markt verkrijgbaar zijn, is Degennes sceptisch. “De Koreaanse markt een low-cost markt . Wij willen en kunnen niet met hun technologieën werken omdat het producten oplevert die te zwaar of net te licht voor de Westerse huid zijn. Ze hebben goede ideeën maar weten niet hoe ze die moeten waarmaken. Ik ben ervan overtuigd dat we in Europa bijvoorbeeld veel betere formules voor cleansers hebben.” Toch weet het brein achter Phenomen’Eyes het Franse chauvinisme nog tijdig te kop in te drukken en nuanceert: “De Koreaanse beautywereld kan ons zeker inspireren maar we geven altijd onze eigen twist aan de producten.”
Ook deze merken hadden ‘te weinig ideeën’ en maakten Europese versies van Aziatische bestsellers.