“Lee jeans lekker strak en hij is echt perfect, daar mag niets vanaf,” rapte Kraantje Pappie eerder. De Nederlandse rapper houdt van cartoons, vuilbekkerij, taartjes bakken, Lee broeken en zou heel graag leren naaien. Speciaal voor ELLE geeft hij een paar van zijn zelf versierde rider jackets weg, het ideale excuus om zijn dressing in te duiken.
Al kom je het huis van Alex van der Zouwen –zoals hij in het echte leven te boek staat- niet zomaar binnen. Wie zijn heiligdom wil betreden, krijgt eerst een gratis rondleiding door thuisstad Groningen. De eerste stop van onze tour is meteen ook de meest opvallende: een blitse tattooshop waar de rapper vrolijk bezig is zijn borstkas om te laten toveren tot Turtle Ninja strip: booswichten als Shredder en Krang links, Donatello en co rechts, terwijl de sexy April ergens halfweg zijn been prijkt. Look du jour? Een comfy jogging en brede hoodie, een paar witte kousen en zijn onafscheidelijke Versace slippers. De vaste outfit als er niet wordt opgetreden, zo blijkt. De martelsessie wordt afgesloten met een oerhollands bakje koffie en een tripje naar de lokale donutshop. Eens zijn suikergehalte weer op peil staat, zet de reis zich verder richting huis en dressing… waar we meteen in een sneakertrip belanden! Honderden paren prijken er naast elkaar in alle kleuren van de regenboog, het resultaat van Alex en zijn vriendin Sarahs gezamenlijke passie voor het sportieve schoeisel. “We nemen elk exact de helft van de dressing in. Onze tactiek om ook niet téveel te shoppen is trouwens dat we een paar enkel kopen als dat in onze beide maten verkrijgbaar is.” Vandaar dus dat we alles dubbel zien.
Wie Kraantje Pappie eigenlijk is? Kort door de bocht: de man die België en Nederland de voorbije zomer massaal aan het pompen kreeg. Je hoefde maar de radio aan te draaien of zijn karakteristieke gerijm werd op je afgevuurd. Hij maakt naast Lil Kleine, Ronnie Flex, Boef, Jebroer en Gers Pardoel deel uit van een kleurrijke lichting artiesten die de Nederlandse rapscène doen bloeien. “Er is een ware opmars van rappers van eigen bodem bezig en dat is maar goed ook. Vroeger hoorde je enkel Engels op de radio, tegenwoordig is er plaats voor onze eigen taal. Over smaak valt te twisten, maar ik vind dat we met z’n allen heel kwalitatieve en vernieuwende muziek maken. Meer zelfs: ik heb de indruk dat Amerikaanse artiesten steeds meer van Europa afkijken op het vlak van dance en hiphop.” Dat de man naast een gigantisch rijmtalent ook een indrukwekkend staaltje kan pompen, heeft hij aan zijn verleden als topsporter te danken. “Ik begon mijn carrière eigenlijk als judoca: een strenge levensstijl van veel trainen, slapen, niet uitgaan en gezond eten. Ik was bijlange niet slecht, maar constateerde op mijn negentiende dat ik mijn top had bereikt. Daarom ben ik er ook mee gestopt, waarna ik op late leeftijd ging puberen: blowen, roken, drinken, rondhangen én een beetje lopen rappen. Vrienden vonden mijn improvisaties niet mis en namen ze op. Die tapes zijn via via bij de juiste personen beland en voor ik het wist stond ik op een podium. Eerst in ruil voor een krat bier, dan voor veertig euro en vervolgens voor bedragen met enkele nulletjes meer. Mijn ambitie was nooit een muziekcarrière, ik ben er gewoon in gerold.”
“Het is gewoon gebeurd” lijkt dan ook het motto van Alex’ hele leven en werk. Teksten zuigt hij moeiteloos uit zijn duim, vaak met een autobiografische knipoog. “Ik loop eigenlijk de hele dag te rijmen: als ik een woord hoor, moet ik er één vinden dat erbij past. Als ik iets meemaak, stel ik me ook altijd de vraag of het noemenswaardig genoeg is om erover te schrijven. Soms gaat het om twee zinnen, dan weer een volledige song. Zo gaat ‘Wat Nu Als Het Lukt Mama’ over de oorspronkelijke afkeer van mijn moeder tegenover een carrière als rapper. Soms zet ik Sarah ook voor het blok en smijt ik ons hele liefdesleven op tafel.” Ook zijn tattoo’s zijn het resultaat van lukrake beslissingen. “Eens je eerste gezet is en je die adrenalinerush hebt gevoeld, kan je niet meer stoppen. Ik laat vaak in een opwelling tekeningen van vrienden of stukken lyrics op mijn huid zetten. Zo lag ik ooit in de tattoostoel en sms’te een vriend dat hij eventjes langs zou komen. Ik heb toen zijn naam op mijn arm laten zetten, gewoon om zijn extreem verraste gezicht te kunnen zien. Lachen! Ik kan het niet laten, ik moet nu eenmaal alles customizen: mezelf volkrabbelen, gaten in mijn kleren knippen en overal badges op plakken. Ik wil trouwens leren naaien, maar daar heb ik voorlopig geen tijd voor. Het is gewoon leuker als iets uniek is: vorig jaar heb ik op tournee een paar sneakers gekregen die fans hadden versierd met het artwork van mijn album: zoiets is onbetaalbaar! Ik ben erg visueel ingesteld en steek veel werk in de prints van mijn albums en merchandise lijn. Een t-shirt met mijn hoofd op zal ik je niet snel verkopen, maar wel één met geborduurde of geprinte graphics van bevriende artiesten. Onlangs liet ik illustrator Ralf Resuk zijn ding doen met één van mijn Lee Rider jasjes. Ik vertrouw hem echt volledig en denk dat ik ook maar eens een tattoo bij hem bestel… Een andere jas van dat label ben ik zelf beginnen volhangen met alle pins die ik maar kon vinden. Ik zit nog maar aan de helft, bedoeling is ook de achterkant te bewerken.”
Alle Lee Rider Jackets ontdekken? Klik op de afbeeldingen!
Nederland staat dan wel bekend om haar nuchterheid, haar rappers ontsnappen duidelijk niet aan de modeobsessie die ook hun Amerikaanse collega’s in haar greep heeft. Kanye en co kunnen het niet laten hun vuilbekkerij aan te vullen met een gedetailleerde inventaris van hun dressing. Louis Vuitton dit, Margiela dat, Dior daar: rappende bad boys reageren op klinkende labels zoals vijfjarige meisjes op een My Little Pony doen: met heel veel hysterie. Hetzelfde gebeurt in de Lage Landen, alleen mag er een lekker eigenzinnig kantje aan. “Stijl? Ik heb helemaal geen stijl! Ik weet niet per se wat mode is, maar geef er wel mijn eigen draai aan. Skate- en sportlabels en cultmerken zoals Lee scoren sowieso goed. Ik ben een gigantische denim freak en loop het liefst gewoon in spijkerbroek en –jasje rond. Dat laatste draag ik altijd op een hoodie of op mijn blote huid, maar vandaag doet dat teveel pijn op mijn nieuwe tattoo’s. Voor de rest moet er altijd iets ordinairs in mijn look zitten: een rare print, foute sieraden of gouden tanden vind ik wel lekker ogen. Het meest ordinaire dat er recent bijkwam, is een oversized Versace ring. Sarah bestelde hem online voor mijn verjaardag maar ze had de grootte van het ding wat onderschat: bam, geniaal! Kleuren op elkaar afstemmen lijkt me compleet overbodig.” Sarah, in alle opzichten zijn perfect match, krijgt dan weer wél de matching treatment. “Vrienden lachen altijd dat we zo belachelijk goed op elkaar zijn afgestemd. Zij draagt veel zwart en ik kleur, maar dan proberen we voor haar een sobere en voor mij een knallende variant te shoppen. Later zullen we gegarandeerd bij elkaar passende tracksuits dragen! Het houdt wel op bij leggings, daar krijg je mij echt niét in!” En hier trekt de man achter het meeslepende “geen grens, geen grens” dus wel de lijn. Over lijntjes gesproken: geen idee of het aan de sugar rush van de vele verslonden donuts of aan de fabelachtige sneaker- en denimdressing ligt, maar wij voelen ons na enkele uren ten huize Kraantje lichtjes high worden. Tijd dus om te ontnuchteren met een bakje koffie en terug richting België te keren. Nederlandse nuchterheid met een harde “ch” een een hoek af: het smaakt ons wel!