Tom Waes is de nieuwe ELLE columnist

Geüpdatet op 8 september 2017 door Caroline
Tom Waes is de nieuwe ELLE columnistTom Waes, foto: Thomas Sweertvaegher

Tom Waes liep de Marathon des Sables, haalde brons op het Belgisch Kampioenschap Bodybuilding en koerste op een retro fiets van Bordeaux naar Parijs. Nu waagt hij zich aan de grootste uitdaging van allemaal: een column in ELLE.

Borgen

Ik sta in Carré in Amsterdam. Ik heb kaartjes gekocht voor ‘Borgen’, een theaterbewerking van de succesvolle televisieserie die ook in België liep en de Deense politiek portretteert. Ik ben al jaren niet meer naar het theater geweest. Geen tijd is mijn excuus. Geen tijd voor gemaakt is de realiteit. Ik moet zoveel. Maar nu is er geen excuus. Ik ben bezig met de opnames van ‘Undercover’, een nieuwe reeks over een Belgische undercoveragent die samen met zijn Nederlandse vrouwelijke collega een drugsbaron probeert te ontmaskeren.
Anna Drijver en Frank Lammers spelen daarin twee glansrollen. Anna mijn collega. Frank de drugsbaron. Maar vanavond spelen ze in ‘Borgen’.
Anna speelt een journaliste en Frank speelt de minister-president. Ze hebben me beiden nooit gevraagd om te komen kijken. Nooit verplicht. Ik heb zelf gezegd dat ik wel eens wou komen kijken. En dus sta ik hier. Ik zet me schrap.
De voorstelling duurt negen uur. Inderdaad. Negen uur. Ineens mijn achterstand ingehaald...

1/

Borgen, Tom waes
Borgen, sfeerbeeld

Een volle Carré

Het is 12.45 u als de deuren opengaan. Wij staan al een uur aan de ingang klaar om een goed plaatsje te bemachtigen, want de plaatsen zijn niet genummerd.
Als de deuren opengaan, ben ik als een van de eersten binnen en vind ik snel twee plaatsjes centraal aan de middengang op de derde rij. Goed zicht. We bestellen een klein flesje rosé met twee plastic glaasjes en installeren ons in onze zetels. Al gauw vult Carré zich en een kwartier later gaat het zaallicht uit. Ons negen uur durende avontuur kan beginnen.
Anna komt als eerste op. Ze vertelt het publiek hoe de voorstelling tewerk zal gaan. Er zal elke twee uur eten geserveerd worden, na vijf uur is er een grote pauze en na elke aflevering is er een kleine pauze van vijf minuten. Anna kijkt het publiek in en kijkt me recht in de ogen. Een kleine blik van herkenning. Ze weet dat ik hier zit.

De voorstelling begint. Een schijnwerper belicht de eerste acteur vooraan op het podium. Het is Frank Lammers. Frank zit recht in mijn vizier en geeft me op een onbewaakt moment ook al vlug een blik van herkenning. De rest van het publiek heeft dat niet gezien. Ik wel, want we hebben topplaatsen. Het geeft me een gerust gevoel dat mijn collega’s weten dat ik er ben. Ik vind dat belangrijk. Stom hé. Maar zo ben ik.
Het is echt een beklijvende voorstelling. Ik heb spijt dat ik al zo lang niet meer naar het theater geweest ben. Geen excuses meer vanaf nu. De eerste aflevering is zo voorbij en het licht in de zaal floept aan. De acteurs verlaten het podium. De aangekondigde vijf minuten pauze begint. Wij haasten ons naar het toilet. Kopen een snoepje. Roken een sigaret. De bel gaat. Nog één minuut. We haasten ons terug naar onze plaatsen.

Gevloerd door twee kwezels

Waar zaten we nu weer? Aan de middengang op de derde rij.
Ik kan onze plaatsen niet meer vinden. Hier zaten we toch niet? 1 … 2 … 3 … Hier!
Er zitten twee oude dametjes op onze plaatsen. Ik schrik me rot. “Excuseer,” zeg ik, “wij zaten hier.”
“Ja,” zeggen de oude dametjes, “maar het zijn geen vaste plaatsen.” Ze kijken recht voor zich uit. “Pardon?”, zeg ik verbaasd.
“U bent weggegaan en het zijn geen vaste plaatsen.”
De oudste kwezel blijft voor zich uit kijken. De andere ziet de verbazing en het onbegrip in mijn ogen. Ze denkt dat ik het niet versta. “You left your seats”, zegt ze streng. Ik val bijna om. “Ik spreek Nederlands hoor mevrouw. Ik begrijp dat het geen vaste plaatsen waren aan het begin van de voorstelling, maar de plaatsen die genomen zijn aan het begin zijn onze plaatsen, niet? U heeft gewoon onze plaatsen ingenomen.” De kwezels kijken nu allebei nog strenger voor zich uit. “Onze glaasjes rosé staan hier trouwens nog”, zeg ik. De oudste kwezel geeft ons onze glaasjes en kijkt weer voor zich uit. Ik sta met mijn mond vol tanden en geloof me, dat gebeurt niet vaak. Ik heb godverdomme in oorlogsgebied in Noord-Oeganda met rebellen onderhandeld, ging in Colombia op stap met gewapende FARC-milities en werd door een woedende menigte aangevallen op een markt in Zuid-Soedan. En nu sta ik hier. Gevloerd door twee kwezels.

2/

Tom waes, Tomtesterom, Reizen Waes, column, Borgen, Carré
Tom Waes, foto Thomas Sweertvaegher

Met koelbox en bedpan

Het zaallicht gaat uit. Het stuk gaat verder. Wij staan in de middengang. Paniek. We lopen naar achter. We lopen terug naar voor. We kruipen over wat zittende mensen. Sommigen denken dat we deel uitmaken van de voorstelling, denk ik. Bezweet nestelen we ons uiteindelijk op twee plaatsen aan de zijkant waar niemand zit. We merken meteen waarom. Je ziet hier niets. De tweede aflevering hebben we ‘gehoord’, niet echt ‘gekeken’. Na vijftig minuten gaat het licht weer aan. En dan zien we plots wat er zich in de zaal afspeelt. Overal houden mensen krampachtig plaatsen vrij. Ze wisselen elkaar af als ze naar het toilet moeten. Spurten de zaal uit en snel terug. Halen een stock drank boven die ze hebben meegebracht om toch maar niet hun plaats te moeten verlaten. Er wordt overal ruzie gemaakt. Uiteindelijk vinden we twee onbezette mooie plaatsen iets verder achteraan.

Ik hou de kwezels in het oog. Ooit moeten ze naar het toilet, denk ik. Gedurende de negen uur blijven ze op hun stoel zitten. Ze hebben volgens mij een koelbox en een bedpan bij. Ik haat ze. Zowel Anna als Frank komen nog vaak vooraan op het podium. Ze hebben ons niet meer gezien. Ze zien twee kwezels zitten. Ze denken waarschijnlijk dat we zijn weggegaan. Hoe moet ik dat ooit uitleggen? Het was een prachtige voorstelling. Ik heb er echt van genoten. Vanaf nu geen excuus meer. Ik maak tijd om meer naar het theater te gaan. Maar ik kom wel tot op de tanden gewapend deze keer. U bent gewaarschuwd.

Tom Waes