4. Drink niet (te veel)
Als een kerstfeest ontspoort is dit in 97,34 % van de gevallen te wijten aan alcohol*. Wie slechts sporadisch alcohol nuttigt, is behoorlijk in de wind na twee glazen aperitief. En wie het hele jaar door al te veel drinkt, neemt op kerst graag eentje extra. “Want ja, als het dan al niet mag?” Als je enkele zogeheten kerstoholics in je familie hebt, schenk dan als aperitief een heerlijke ‘customized’ cocktail. Door jou op maat gemixt. Je tante Zelda die al jaren trouw naar de AA gaat, serveer je een virgin cocktail, maar nonkel Fons, die zijn borreltje nodig heeft om te ontspannen, krijgt een gulle scheut extra. Nonkel Jos met de losse handjes moet het met een lightversie stellen. Iedereen content en niemand die het verschil ziet. Extreem belangrijk: zorg dat de juiste cocktail bij de juiste persoon terechtkomt.
*Andere veelvoorkomende oorzaken zijn slechte tv-programma’s en het uitblijven van sneeuw.
5. Geef niet toe aan je kerstkater
De vorige tip even daargelaten: geen enkel feest is compleet zonder kater achteraf. Kerstavond is wat dat betreft geen uitzondering. Alleen moet je de volgende middag weer monter en fris bij je schoonfamilie staan. Je hoofd bonst, je lever kreunt en je ervaart een mengeling van melancholie, depressie en angst voor de toekomst. Hellooow kerstkater!
Je hebt twee keuzes: a) je drinkt drie liter water om je verschrompelde brein te rehydrateren of b) je volgt het advies van de Britse staatsman Winston Churchill. Hij vierde ooit kerst met de Amerikaanse president Theodore Roosevelt. Die laatste had drie dagen nodig om weer uit zijn bed te geraken. Churchill was ‘s anderendaags al zo fris als een hoentje. Zijn geheim? Een Raise the Dead-cocktail: 25ml Plymouth gin, 25ml Cointreau, 25ml Lillet Blanc, 25ml vers limoensap en een scheut pastis. Drink ad fundum leeg op je nuchtere maag, steek je hoofd in een emmer ijswater en broebel zo luid als je maar kan: “Zalig f*kking kerstfeest!”