Een echte Chanel, een authentieke flapper dress of een onvervalste seventies bruidsjurk: vintage kopen is leuk, maar vaak nemen je fantasie en slimme verkooppraatjes het over van de realiteit.
Wat met veel overtuiging als een oorspronkelijke mohair jurk wordt aangeprezen, blijkt in werkelijkheid een made in china afdankertje. Niet erg als je gewoon op zoek was naar een leuk nieuw stuk, maar wel als je veel hebt geïnvesteerd in je zogezegde vondst. Hoe vermijd je de valkuilen en krijg je écht waar voor je geld? Wij vroegen het aan verschillende vintage hunters, tien gouden tips:
Eerst en vooral: kèn de periode waaruit je een stuk wil kopen. Het is ongelooflijk hoe snel de modewereld de voorbije honderd jaar is geëvolueerd en voor elk decennium waren specifieke confectietechnieken en materialen aan zet. Sommige uitvindingen zijn ook redelijk recent en geven dus meteen aan uit welk tijdperk een kledingstuk alvast (niet) kan dateren. Zo werden ritsen tot en met de jaren vijftig uit metaal vervaardigd, dus je weet meteen hoe laat het is bij een plastieken exemplaar. Bekijk ook waar die werden geplaatst: tot de jaren vijftig zaten die meestal aan de zijkant van een stuk, daarna verschoven ze naar de achterkant. Dan is er natuurlijk ook de stof zelf: polyester werd pas in de jaren zeventig geïntroduceerd, dus dat kokette mantelpakje mag nog zo fifties als wat ogen, het is in werkelijkheid toch net iets minder oud…
Ken ook het label dat je (denkt te) kopen. Net zoals de mode-industrie in het algemeen evoluties doormaakte, kent ook elk huis zijn aparte geschiedenis. De Levi’s jeans bijvoorbeeld, draait al mee sinds 1873 en vond zichzelf door de jaren heen steeds opnieuw uit. Zo kreeg hij pas in de jaren zestig een rits en bestond het kruis in de decennia daarvoor uit metalen knopen -tot dan toe het handelsmerk van het label. In Levi’s geval fungeert de sluiting van de broek dus indicator van zijn leeftijd.
Heb je geluk en hangt er nog een origineel etiket aan je kledingstuk? Google dan de kleermaker in kwestie en bekijk waar en wanneer die zijn creaties op de wereld afvuurde. Deze zoektocht zal je ook snel duidelijk maken of je met een vals of onbestaand label te maken hebt.
Geen merk te vinden, maar wel info over het onderhoud van je stuk? Goed nieuws, ook dit is een duidelijke aanwijzing. Zo werden etiketjes met was- en onderhoudsaanwijzingen pas in de jaren zeventig gangbaar. Je kan ook traceren wanneer de gebruikte symbolen, bijvoorbeeld het Pure New Wool teken uit 1964, geïntroduceerd werden.
Ook het maatetiket zegt iets over de leeftijd van je vondst: voor de jaren zestig werd er nog letterlijk in centimeters of inches uitgedrukt hoe breed de taille, heupomtrek en borstomtrek van een stuk waren. Daarna werden de “klassieke” maten 36, 38, 40, etc gehanteerd. Opgelet: ook die standaarden variëren. Marilyn Monroe pronkte bijvoorbeeld met een 44, terwijl haar afmetingen vandaag de dag eerder met een 38 overeenkomen. Zit je met een smal kledingstuk ondanks het grotere maatlabel? Het zegt genoeg over de leeftijd ervan. Small, medium, large en kompanen zijn kinderen van de moderne massaconfectie: ze duiden in groten getale geproduceerde kleren aan wiens pasvorm niet noodzakelijk perfect moet zijn.
Let op de manier waarop de zoom is genaaid en bepaalde appliqués (zoals kant, borduursel en knopen) zijn aangebracht: met de hand of met de machine? De naad is veel grilliger als iets met de hand werd vastgezet en dat betekent meestal dat je een oud stuk vasthebt, eentje van voor de jaren van massaconfectie en -verkoop. Tegelijk zijn er ook bepaalde trends om rekening mee te houden. Werd het naaiwerk duidelijk door een machine verricht, maar laat de kwaliteit ervan te wensen over? Dan heb je waarschijnlijk met een ontwerp uit de jaren zestig of zeventig te maken, toen het in was om thuis zelf je kleren in elkaar te steken en heel wat amateurs in de weer waren met naaimachine en draad.
Een andere aanwijzing die je in de zoom kan lezen: aan de hand van welke steek is die gezet? Er bestaan tientallen verschillende soorten steken, afhankelijk van het materiaal dat werd gebruikt én de periode waarin het stuk werd genaaid. Zo wijst een bepaalde vorm van zigzag bijvoorbeeld op een overlockmachine, een speciale naaimachine die in de jaren zestig in gebruik raakte. Op het eerste zicht zijn alle steken gelijk, maar een getraind oog kan er zo een jaartal en al dan niet authentiek label op plakken.
Kijk naar de maat van het stuk. Het is een feit dat vrouwen in de eerste helft van vorige eeuw een pak kleiner en fijner waren dan tegenwoordig. Een voor die tijd opvallend grote maat moet dus alarmbelletjes doen rinkelen, hetzelfde geldt trouwens voor schoenen -al zijn er natuurlijk altijd uitzonderingen.
Heeft een kledingstuk geen voering? De kans is groot dat het van voor de jaren zeventig dateert. Tot die tijd droegen de meeste vrouwen slip dresses onder hun kleren en was een voering bijgevolg compleet overbodig. Nog een lingerietip: in de jaren vijftig was het gangbaar om behabandjes ìn de kleren vast te naaien.
Nog een manier om de leeftijd van een stuk te schatten: bekijk de binnenkant van mouwen en kraag en kijk of de kleuren daar feller zijn dan aan de buitenkant -jarenlange blootstelling aan licht moet normaal gezien dit effect hebben.
Zin om ook op schattenjacht te gaan? Hier scoor je authentieke vintage bruidsjurken! Sommige mensen maken daar trouwens hun job van, wij gingen op de thee bij Antwerpse vintage hunters en de vrouw achter de kostuums van Downton Abbey.
ELLE › Mode › Hoe herken je echte vintage?