Wat doe je als je wil trouwen met je liefste maar geen zin hebt om dat moment te delen met anderen? Dan zwijg je in alle talen en ga je in het geheim naar het stadhuis. Een jaar geleden werd ik geringd door mijn man zonder dat iemand het wist. En ik zou het zo opnieuw doen.
Ik wil hier niet de zeemzoete toer opgaan, maar mijn lief en ik wisten al vanaf dag één dat we met elkaar wilden trouwen. Niet als gevolg van een of andere telepathische connectie, maar omdat ik het hem maar meteen gevraagd heb. Hoezo, too soon? Ik deed het niet op de creepy Amerikaanse manier – ‘Hierrrr met die ring!’ Ik wilde gewoon oprecht weten of hij ervoor openstond om op een dag (zoals in: niet meteen) mijn man te worden. Hij rende niet gillend weg, maar antwoordde rustig ‘ja’. En zo wist ik dat het goed zat.
We waren net geen twee jaar samen toen hij me ten huwelijk vroeg. Het was ergens tussen Sinterklaas en Kerstmis en met een smoesje lokte hij me naar het café waar hij me voor het eerst had gekust. Daar ging hij door de knieën aan een tafeltje dat hij versierd had met theelichtjes. Hij had het heel romantisch aangepakt, maar ook erg praktisch, want aansluitend op zijn aanzoek stond een afspraak op het stadskantoor om de hoek gepland. Daar legden we onze trouwdatum vast. “Ik ging er wel een beetje van uit dat je ja zou zeggen,” lachte hij terwijl we erheen wandelden. Toch had hij er eerst een beetje zenuwachtig bijgezeten, in dat cafeetje. Toen hij aan de korte speech begon die zijn vraag moest inkleden, dacht ik zelfs dat hij dronken was. “Hoe lang zit jij hier al?” vroeg ik terwijl hij naar zijn woorden zocht. Net lang genoeg om de mensen rondom hem op de hoogte te brengen van zijn plannen, zo bleek. Een huwelijksaanzoek voor publiek: een mens zou van minder zenuwachtig worden.
Maar goed, de vraag was gesteld, de ring was goedgekeurd en de datum was een uurtje later geprikt. We kozen voor de laatste maandag van februari, want dan zou mijn lief sowieso vakantie hebben en op maandag trouw je gratis. “Met dat geld kunnen we eens goed gaan eten!” jubelde ik, en we telden het aantal nachten tot we officieel man en vrouw zouden zijn. Nog vierenzeventig keer slapen… En nog evenveel dagen zwijgen, want dat we in het geheim zouden trouwen, daar waren we het al langer over eens.
Ik heb nooit gedroomd van een sprookjeshuwelijk, een lange witte jurk of een torenhoge bruidstaart. Ik ben niet bepaald een sociaal beestje en het idee van zo’n volgepropte dag met ontzettend veel mensen maakt me zenuwachtig. Ik vind een kerstfeest al een beproeving, vol sociale verwachtingen en praatjes en veel te veel eten, terwijl ik liever languit in de zetel lig met Love Actually op tv. Mijn lief vond het prima om onze ‘grote’ dag zo kleinschalig mogelijk te houden. Alleen: hoe kleiner je gezelschap, hoe moeilijker de selectie. Want waar trek je de grens? En hoe minder mensen er zijn, hoe meer aandacht je aan hen moet besteden, want je kan niet opgaan in de massa. Terwijl je op dat moment toch eigenlijk alleen maar met elkaar wil bezig zijn? Toen we ontdekten dat je geen getuigen meer nodig hebt om te trouwen, was het dan ook snel beklonken: het werd een party for two. En een fotograaf, dat wel, om dat mooie moment achteraf te kunnen herbeleven.