Wacht even; heeft ze wel oogbollen?!
Het is midden in de nacht en je hebt net een kind op de wereld gezet. Iedereen loopt er in opperbest humeur bij, de felicitaties vliegen in het rond en er wordt unaniem bevestigd dat het mirakeltje op je borst er geweldig uitziet. Niemand lijkt echter te beseffen dat je als mama de enige bent die het kind niet ziet: veel meer dan de bovenkant van het hoofdje valt er vanuit je oogpunt niet te spotten. Plots overvalt een vreselijke gedachte je: heeft dat kind wel oogbollen???? Bij elke echo werd immers met veel precisie gewag gemaakt van een hartje, maagje, stevig darmstelsel en goed gevormde longetjes, maar over oogbollen werd nooit gesproken en dit kindje, dat haar ogen zo stijf dicht knijpt, kan er evengoed géén hebben. Alarm!
Druk druk druk druk druk.
Het moederschap is druk, razend druk, en dan heb ik het niet over het hectische schema van doktersafspraken, de openingstijden van de crèche en het wennen aan de combo baby-werk-baby-werk. Het leven van wie een kindje krijgt, staat van de ene dag op de andere immers in het teken van drukknopjes. Op haar slaapzak, op haar pyjamaatjes, op haar body’s, op haar slabbetje, haar jasjes, haar toilettas en zelfs haar speelgoed: òveral zitten de drukke bastards. Vergt in het begin heel wat behendigheid (al zouden klassieke knoopjes nòg erger zijn) plus je bent constant bang een stukje fragiel babyvel tussen de knopjes mee te drukken. Ik wil niet dramatisch doen, maar ik had niet verwacht dat mijn leven plots in het teken van drukknopjes zou staan. Punt.