Religieuze Middeleeuwen
Religie speelde een zeer belangrijke rol in de middeleeuwen en de Kerk veroordeelde het gebruik van cosmetica sterk, waardoor natuurlijke schoonheid als het ideaal werd beschouwd. Zo omschreef de veertiende-eeuwse schrijver Geoffrey Chaucer een ‘schoonheid’ als ‘een vrouw die haar gezicht niet opmaakt en haar wenkbrauw onaangeroerd laat’. Tijdens de zestiende eeuw begon men toch weer naar het pincet te grijpen en epileerde men de wenkbrauwen zeer fijn, naar het voorbeeld van de Britse Queen Elizabeth. Ook een hoog voorhoofd werd in Elizabethaanse tijden beschouwd als het summum, waardoor heel wat vrouwen een deel van hun hoofdhaar verwijderden om aan dit schoonheidsideaal te voldoen.