Wie de kost verdient als beautyredactrice voor het grootste modeblad ter wereld, mag niet bang zijn om met nieuwe producten te experimenteren en bizarre behandelingen uit te testen. Meestal levert me dat een trendy lipkleur of een egaal velletje op, maar soms loopt het ook grondig mis.

Ik kan me geen periode in mijn leven herinneren waarin ik niet in make-up was geïnteresseerd. Vanuit mijn meisjesslaapkamer runde ik parfumerie ‘Minnie’, wat weinig meer voorstelde dan een kaptafeltje met daarop netjes uitgestalde lege parfumdozen en dito flesjes die ik van mijn tante kreeg, maar de zaken gingen goed. Als kleuter smeerde ik de foundation van mijn moeder op mijn oogleden, mijn voorliefde voor ‘nude make-up’ zat er duidelijk al vroeg in. Gingen we op zondag bij mijn grootmoeder eten, rommelde ik na het dessert stiekem in haar make-uptasje en poederde ik mijn gezicht spierwit. Daarna zei ik tegen mijn ouders dat ik me niet zo lekker voelde en viel ik in een gespeelde katzwijm. Ze schrokken iedere keer.
Rond mijn zestiende begon ik pas echt met make-up te experimenteren en vertrok ik ’s morgens naar school met een ongepaste smokey eye, andere dagen smeerde ik een geweldige transparante gel-met-glitters van Dior op de jukbeenderen (ter mijner verdediging: het jaar 2000 naderde met rasse schreden) of stiftte ik mijn lippen na de les lichamelijke opvoeding zo rood als mijn hoofd. En toen was er nog die keer met het snorretje.

beautybloopers beautyredactrice

Tijdens de examenperiode keken mijn oudere zus en ik ter ontspanning graag naar een aflevering van ‘Heartbreak High’ of leefden we ons creatief uit met de inhoud van moeders make-upkoffer. Op elkaar. Net zoals mijn zus altijd in het wilde weg improviseerde wanneer ze mijn weekhoroscoop luidop voorlas (ik zou altijd wel ergens diarree krijgen), kleurde ze op mijn gezicht ook graag buiten de lijntjes. Dat was geen verrassing meer, en toch kwamen we beiden niet meer bij wanneer ik na de ‘tadaaaaaa!’ mijn clowneske look – deze keer mét een getekend snorretje en unibrow – in de spiegel te zien kreeg. Nadat ik de tranen van mijn gezicht had geveegd, ging zij verder met het vertalen van Latijnse teksten en probeerde ik te ontbinden in factoren. Tot ik een paar uur later zin kreeg in een ijsje en op mijn fiets richting de lokale ijsventer sprong. Ik kreeg een hoorntje met een bolletje mokka en citroen en een blik van de bolletjes scheppende student die ik niet meteen kon thuisbrengen. Was hij nu aan het flirten of vond hij de combinatie mokka-citroen maar niets? Pas uren later, toen ik toevallig een blik in de spiegel wierp, werd me duidelijk dat de jongen zijn blik niets met mijn smaak te maken had, maar alles met het feit dat ik nog steeds met een donkere unibrow en getekende snor op mijn gezicht rondliep. Nu begreep ik die blik: hij keek me aan alsof ik niet goed wijs was! Voor de tweede keer die dag liepen de tranen over mijn wangen, opnieuw van het lachen, ook al geneerde ik me tegelijkertijd zeer diep, zo diep als enkel tieners zich kunnen generen. Vandaag moet ik er nog steeds om lachen, maar ieder aanbod van mijn zus om mijn make-up te verzorgen, sla ik vriendelijk af.