Oranje fluff, een print van oude CD-roms, genoeg vals goud om de hele set van Pirates of the Caribbean aan te kleden, hondenbling en, hoe kon het ook anders, een horde Disney figuurtjes die een stament tégen goede smaak maken. Lang verhaal kort: de H&M (tv) Moschino design collab is één groot kitschfest.

Niet meteen de looks waarnaar je zou grijpen voor een bezoekje aan je schoonmoeder of een sollictatiegesprek. En nochtans. Nochtans haal je er wel een stukje modegeschiedenis mee in huis én zullen schoonmama en future boss je hartelijk ontvangen met een nostalgische blik in de ogen. Achter de speelse creaties van de Amerikaanse ontwerper Jeremy Scott, sinds 2013 creatief directeur van het Italiaanse modehuis, schuilt immers een diepere dimensie dan enkel wat plastic fantastic humor. Om de boodschap te vatten, moeten we een stapje terug nemen, even de tijd afreizen naar 1983, het jaar waarin Franco Moschino zijn gelijknamige label uit de grond stampte.

Moschino is de designer die mode nooit echt serieus nam, of juist wel: hij nam zijn strijd tégen mode bloedserieus. Serieus verwarrend, we geven het toe, maar zo zat het nu eenmaal: de man die smulde van het ontwerpen en van mooi design, die op jonge leeftijd thuis was weggelopen om zijn grote ontwerpersdroom waar te maken, was tegelijk een gedreven activist tégen de excessen van de mode-industrie, tegen de dolgedraaide consumptiemachines, tegen de ecologische problemen die het met zich meebracht en tegen de menselijke kost van mode. Je moet dit zien in de context van de jaren tachtig, toen de wereld pas echt een global village werd en fast fashion ketens als Zara en –hoe ironisch- H&M voet aan wal zetten in Europa. Mode werd in het algemeen aan een razend tempo geconsumeerd: aan de ene, vaak straatarme, kant van de wereld geproduceerd om de niet te stillen honger aan de andere kant van de wereld eventjes te stillen. En dat vond Moschino maar niets.

Een Moschino campagne uit 1990, met Mode als een bloeddorstige vampier.

Zijn alarmkreet verpakte hij echter niet in een boos jasje, eerder een hilarisch absurd kleedje. “Ready-to-where?!” klonk het in zijn campagnes, en hij maakte van extravagante prints en collages, net als van rake woordspelingen, zijn handelsmerk. Een avondjurk uit vuilniszakken, een jasje behangen met echt bestek, sweaters waaraan nog naald en draad hingen, een hoed die uit miniatuur teddyberen bestond: zijn silhouetten zelf waren eerder klassiek, maar door de afwerking ervan liep een sterk surrealistische draad. Niemand was echt veilig voor de zwarte humor van Moschino, die ooit een karikatuur-Chanel jasje de catwalk op stuurde met om de middel, “the waist”, daar waar normaal een gouden ketting moest zitten, de in goud geborduurde zin “this is a waist of money”. Een beetje ironisch wel dat iemand die zich zo afzette tegen de modewereld uiteindelijk zelf een groot succes werd. Fans vonden het niet erg, zo bleek, om zich letterlijk in zelfspot te hullen en daar ook nog eens fortuinen voor neer te tellen. Iets met een koekje van eigen deeg voor Moschino…

Na tien jaar, in 1993, was het mooie liedje uit en stierf de iconische designer aan de gevolgen van aids, maar niet zonder prachtige zwanenzang in de vorm van een laatste show waarin hij al zijn sarcasme nog eens in al haar glorie liet knallen.

Een look uit Jeremy Scotts debuutcollectie voor Moschino, een ode aan grondlegger Franco.

Fast forward, twintig jaar verder in de tijd: Jeremy Scott wordt in 2013 aangesteld als nieuwe hoofddesigner bij het Italiaanse modehuis. Scott, de man die zelfs op de modeschool scheef werd bekeken wegens het dragen van sci-fi kleren, die een tijdlang dakloos door Parijs zwierf op zoek naar een modejob, die uiteindelijk in een groezelig Parijs café zijn eigen label lanceerde met een collectie die volledig uit papieren ziekenhuiskleedjes was gemaakt, en aldoende eindelijk toch pers en klanten aan zijn kant kreeg. En de man die Moschino’s indrukwekkende erfgoed door een Amerikaanse bril bekijkt. Eén van zijn eerste collecties voor het huis werd er één vol McDonalds, popcorn, Spongebob en invloeden uit de supermarkt. Scott stak de draak met de (Amerikaanse) consumentencultuur en dat sloeg aan. Sindsdien een niet te stoppen parade vol Mickey Mouse (met oorlogshelm), genoeg teddyberen om de planeet Mars te bevolken, Marlboro sigaretten (“fashion kills!”) en lekker chemisch snoep. Het is steeds reikhalzend uitkijken naar de knotsgekke shows die hij in elkaar steekt en in alle hysterie ook nog eens de ironische boodschap –de drang naar rust in modeland- bloot te leggen. Franco Moschino heeft een waardige opvolger gevonden. Er is nog iets veranderd sinds de jaren tachtig: de fast fashion machines van weleer zijn weliswaar niet van plan te stoppen, maar stellen zichzelf wel in vraag. H&M en co zijn op zoek naar duurzamere productiemethoden, proberen een platform te bieden voor jonge designers en investeren in circulaire mode. De weg naar een echt duurzaam model is nog lang, maar de intentie om die te bewandelen is er wel. En dus zet Jeremy Scott de deur naar Moschino, ooit zo tegen het hele principe gekant, open.

In zijn samenwerking met H&M trekt Scott trouw aan zichzelf de nostalgische kaart: de twee nemen je mee naar de nineties, naar de MTV-cultuur, de lange clips waar we met z’n allen gefascineerd naar keken, de cartoons van toen, de kitsch en de glamour. De designer speelt echt met mode en vervormt silhouetten, schudt voor de fun meteen ook wat kleren voor je hond uit zijn mouw, brengt handtassen in de vorm van condooms en hangsloten, iPhone cases die verdwijnen in een teddybeer en een reeks Disney shirts. Leuk, hysterisch, maar ook een collectie waarin je alle contradicties en uitdagingen van de moderne mode-industrie kan lezen. Voer voor een interessante babbel, zelfs met schoonmama en/of future boss, toch?