Waar haal je inspiratie voor nieuwe ontwerpen en hoeveel vrijheid krijg je daarbij?
“Wanneer ik aan een project begin, verdiep ik me eerst in de geschiedenis van het merk. Ik lees veel en praat met de betrokken ontwerpers, luister naar hun ideeën. Ik noteer in tref woorden wat me essentieel lijkt en wat ik moet vermijden. Vervolgens leg ik een concept vast en begin ik volumes te tekenen waarvan ik denk dat ze bij de gekozen richting passen. Dat gebeurt heel intuïtief; ik vertrouw enorm op mijn gevoel. Later ga ik die volumes bijschaven om ze nog beter te maken. Ik leg ze pas aan het marketingteam voor wanneer ik ervan overtuigd ben dat het goed zit. Zo’n proces vraagt natuurlijk tijd en dat is helaas geen recht, maar een
voorrecht.”
Wanneer ben je tevreden over een ontwerp?
“Als ik in het volste vertrouwen kan zeggen: ‘Dit is mooi’. Al volgt er dan meestal toch een ‘maar’ … Ik ben nogal een twijfelaar en denk altijd dat het nog beter kan. Maar goed: ik ben tevreden zodra het marketingteam zijn fiat geeft en er een ‘echt’ product begint te groeien uit het ontwerp. Het is fijn wanneer je voelt dat iedereen van het team zich inspant om de allerbeste versie van het product te maken.”
Wat vind je het moeilijkst aan het ontwerpen van een parfumflesje?
“Een mooie fles ontwerpen is niet zo moeilijk: je tekent gewoon een fles. Het wordt pas complex wanneer je mikt op een buitengewone parfumfles die gegarandeerd succes zal hebben. Eentje waarbij je de geur meteen kunt linken aan het merk, eentje die opvalt maar ook in de lijn ligt van bestaande producten uit de reeks, enzovoort. Het kan lang duren voor alles juist zit, maar je moet het gevoel hebben dat het ontwerp áf is en dat je er altijd van zult houden: in je handtas, in je badkamer …“
Is het je wel eens overkomen dat het ontwerpproces niet bepaald van een leien dakje liep?
“Bij La Vie est Belle L’Éclat voor Lancôme was het proces lang en vrij lastig, maar het resultaat mag er zijn. Het ging om een nieuwe versie van een bestaande geur. Ook voor La Vie est Belle had ik de flacon ontworpen. Die geur combineert sensualiteit met iets strengs en dat vind je terug in de originele fles: zachte glooiingen in een hoekige vorm, met binnenin een boog die doet denken aan een glimlach. We wilden die elegantie en puurheid bij de nieuwe versie behouden, maar tegelijk het Lancôme-erfgoed weergeven in een compleet nieuw, vrouwelijk ontwerp. Tijdens een meeting toonde het marketingteam me een prachtig flesje, in 1949 ontworpen door George Delhomme voor parfumeur Armand Petitjean en vervaardigd door een meester-glasblazer. Het was een uniek kunstwerkje dat niet en masse kon worden geproduceerd. Ik werd meteen dolverliefd en liet me door die flacon inspireren voor La Vie est Belle L’Éclat. Ik gaf de schittering van de geur weer door met het glas te spelen en er kleine diamantvormen in te verwerken. De schijnbaar eindeloze reeks reflecterende oppervlaktes aan de buitenkant vergroot het volume van de fles en zorgt voor een aantrekkelijk lichtspel. Het is eigenlijk een soort van optische kunst.”