STRAKKE KAAKLIJN, SULLIGE KNIPOOG
Rewind. Twee jaar geleden, een zaterdagavond in juli. Mijn Britse vriendin Fay en ik drinken een cocktail in The Jane, een trendy bar in het hart van Kopenhagen. Net als op ongeveer iedere straathoek of ontbijtplek in deze stad krioelt het hier van de jaw-dropping mooie mannen. Lang, met welgevormde posturen. Steeds in een stijlvolle outfit, met de juiste hoeveelheid baardgroei en goudblonde lokken die op elk moment van de dag goed liggen. En in vrijwel alle gevallen met een kaaklijn die de contouring Kardashians het nakijken geeft.
We like what we see – en dat blijkt wederzijds. Al gauw merken Fay en ik dat heel wat van de mannelijke aanwezigen hun beste staaltje oogcontact bovenhalen. Nu is dat in een normale situatie een hoopvol teken voor het verdere verloop van de avond. Lees: de man in kwestie komt op je af, begint een praatje – met of zonder melige openingszin – en vraagt wat je wil drinken. Gek genoeg gebeurt er nu niets van dat. Een paar uur en enkele pintjes later schuifelt een handvol mannen schoorvoetend een metertje in onze richting en kan er hier en daar een knullige glimlach of klungelige knipoog af.
Uiteindelijk raken we aan de praat met Christian, de barman. Dat is veelzeggend: het lijkt wel of de Deense man alleen met je durft praten als hij verplicht is om dat te doen. In dit geval dus om onze bestelling op te nemen. Niet veel later knoopt Lasse, een vriend van de barman, aan bij het gesprek. Mijn oog valt evenwel op de derde in het gezelschap – Morten is zijn naam – die bedeesd op de achtergrond blijft. Hij verroert geen vin, al twinkelt er onmiskenbaar interesse in zijn blik. Wat een turn off, zuchten Fay en ik zodra we weer op onze hotelkamer zijn. Wat een watjes, die Deense mannen. Jongens toch, grow some balls.
Knappe mannen halen hun beste staaltje oogcontact boven. Maar alleen de barman durft ons aan te spreken.