Het volk heeft honger!
Het modevolkje toch, een stijlvol zootje ongeregeld dat immer op dieet is en de laatste weken op een onbereikbare parade frietjes, ham, snoep en frisdrank werd getrakteerd. Lekker pikant, dat contradictorische sausje.
Het begon met Jeremy Scott, die zijn debuut collectie voor Moschino volledig in het teken van McDonald’s zette. Ook Manish Arora liet zijn innerlijke veelvraat spreken en baseerde zijn looks op gummibeertjes en zuurstokken. Bij Anya Hindmarch hoorden we Tony The Tiger uit volle borst brullen, terwijl Charlotte Olympia ons op Chinese take-away trakteerde. Een smakelijke trend die Karl Lagerfeld met veel spektakel afsloot: de man bouwde het chique Parijse Grand Palais doodleuk om tot een reusachtige supermarkt. Omdat al dit zoets wel eens voor vlekken zou kunnen zorgen, voorzag Sofia Webster ons van adequate kuisproducten –volledig in het teken van girl power, de huisvrouw poetst anno 2014 vooral voor zichzelf. Het Belgische Super Piece of Chic leverde dan weer gepaste vuilniszakken –recycleren was nog nooit zo chic!
“Ik wilde iets moois maken uit iets trashy,” klonk het unaniem bij de ontwerpers. Een zoveelste uiting van de chic/choc trend die we een tijdje geleden zagen opduiken: weinig glamoureuze objecten worden als pure luxe items op de catwalk gezwierd, trashy sterren zijn plots stijliconen en namaak design is het summum van chic. Vraag maar aan Donatella Versace en MIA, die onlangs nog een collectie op basis van fake goederen uitbrachten. Een trend die we ook voelen in de schreeuwerige logomania: designers kunnen het niet laten hun naam overal in koeien van letters achter te laten, omgekeerd krijgen de vertrouwde logo’s van grote modehuizen een tweede bestaan in hippe high street creaties.
Een trashy item omvormen tot een luxe object dus, een baken van verlangen. Geen nieuwe filosofie, pop art bezieler Andy Warhol verkondigde het een halve eeuw geleden al, wel eentje die de laatste tijd opvallend veel succes kent!
Karl Lagerfeld had dan weer een andere verklaring klaar voor zijn Grand Marché. “Het valt me op dat de supermarkt deel uitmaakt van het dagelijkse leven,” aldus de ontwerper in WWD. “Het is echt wel een modern iets!” Alsof hij nu pas het concept van het boodschappen heeft ontdekt en nog steeds verwonderd is door de rustieke charme ervan: beetje wereldvreemd, die Kaiser.
Of juist niet? Is onze wereld tegenwoordig niet veranderd in één grote supermarkt?
De modewereld alvast wel. Bekijk het zo: we worden bedolven onder een oneindig aanbod mode. Winter- en zomercollecties, maar ook pre-Fall collecties, cruise collecties en de onvermijdelijke capsulecollecties kruisen elkaar eindeloos in de gangpaden van de grote mode Carrefour. Houdbaarheidsdatum? Nog geen drie maanden, daarna is de versheid verdwenen en moet een nieuwe lijn onze honger stillen.
We worden tegelijk afgeleid door blitse promo’s: Maison Martin Margiela aan H&M prijzen! Rihanna’s garderobe met het prijskaartje van River Island! Allen naar Topshop voor een goedkope Mary Katrantzou! Ondertussen blijven de prijzen op de luxe afdeling stiekem stijgen, maar weinig die aan de verleiding weerstaan een Marc Jacobske aan 600€ mee te graaien als ze door het Net-a-Porter gangpad lopen om hun Peter Pilotto voor Target (een tiende van de originele prijs!!!) op te halen.
Was het virtuele winkelkarretje, vertrouwd symbool van het exploderende aantal webshops, achteraf bekeken geen veelzeggende voorbode van deze evolutie?
Hoe dan ook, het is er eentje waar designers tegelijk de draak mee steken en van profiteren. Onze consumentencultuur wordt op de korrel genomen –al is die korrel op zich ook voorzien van een grove korrel zout. Met voelbaar plezier schotelen Karl en co ons “goedkope” looks voor: volgende herfst lopen we er blijkbaar bij als een McDonald’s bediende of verwilderde huisvrouw uit het diepe Amerika. Gruwel, al zorgt het hoge prijskaartje in combinatie met de klinkende huisnaam voor een ferme upgrade. Daar schuilt precies de kracht van de modesatire in: ontwerpers bombarderen iets compleet stijlloos tot een luxe lustobject. Mensen kunnen net zomin aan een deurmatje van Chanel weerstaan als aan een Luikse wafel. De verleidelijke laag slagroom werd daarbij vervangen door het welbekende C-logo. En wij maar kopen…
Al wordt dat laatste steeds moeilijker, wat ons bij dé grote contradictie van de hele trend brengt. Hoe low key de modehuizen het ook spelen, de prijzen lagen nog nooit zo hoog. The Wall Street Journal trok vorige week nog aan de alarmbel: de prijs van de gemiddelde Chanel tas is de laatste vijf jaar met zeventig procent gestegen, ook bij Louis Vuitton vliegen de procenten de lucht in. Een trend die eveneens bij andere gevestigde waarden in modeland wordt opgemerkt. Velen zien hierin het logische gevolg van de chic/choc trend: als iedereen op stilistisch vlak gelijk wordt, moeten grote namen zich differentiëren door topkwaliteit (zorgt sowieso al voor een hoger prijskaartje) nòg duurder aan te bieden. Minder grappig.
Dé grote boodschap van dit modieuze boodschappenparadijs? Die spreekt zichzelf dus gewoon tegen. Al zal je ons kopers er niet over horen klagen, daarvoor vinden we de collecties veel te appetijtelijk…