Interview: de vredige rebel in Reena Riot

Geüpdatet op 5 april 2019 door Marjolijn Vanslembrouck en ELLE België Foto’s: Charlie De Keersmaecker
Interview: de vredige rebel in Reena Riot

Haar debuutplaat ‘Nix’ ligt intussen enkele maanden in de winkel. Frontvrouw Naomi Sijmons noemt het een kwetsbare, compromisloze plaat, met een dito titel en hoes. “Ik ben 31, hallo, ik weet intussen echt wel wat ik wil!” 

1/

Ze nodigt me thuis uit, in Gent, en als ik ‘s morgens om tien uur bij haar aanbel, opent ze de deur met een tandenborstel in de hand. “Sorry, het is hier nog volop ochtend.” Tegen de muur staan een tiental dozen vol vinylplaten, de nieuwe plaat ligt morgen, 25 januari, in de winkel en Naomi is duidelijk fier. “Mooi hè, vooral met de elpee ben ik ontzettend content. Ik luister het liefst naar echte platen, dat is een nogal dure verslaving aan het worden.” 

Ze zit voor me op de grond, met haar rug naar de brandende kachel, het platinablonde haar opgestoken in een hoge dot. Ze drinkt van haar koffie, vraagt of het stoort als ze een sigaret opsteekt. Naomi is de dochter van wijlen Fons Sijmons, bassist van The Scabs, de Belgische rockband rond Guy Swinnen die in de jaren tachtig en begin jaren negen- tig furore maakte. Ik was als prille tiener een grote fan. De fysieke gelijkenis met haar vader is frappant, maar er zijn - zo zegt ze zelf - nog meer overeenkomsten. “Ik speel krak hetzelfde als hoe hij het deed. We delen de beleving op het moment van het spelen. Alleen heb ik geen problemen om na het optreden naar beneden te komen ...” Op haar vijfde kreeg ze van hem haar eerste gitaar, maar dat was niet echt een succes. “Hij wou me toen ook al leren bassen, maar dat ging natuurlijk niet met die veel te dikke snaren. Uiteindelijk is het vanzelf gegaan, op mijn dertiende begon ik in zijn platenkamer naar muziek te luisteren. Plots stak hij zijn hoofd binnen: ‘Zal ik je dat eens leren, Naomietje?’” Als jonkie speelde ze met haar vader in bands en trad ze op onder haar eigen naam. Daar is ze op een gegeven moment van afgestapt. “Op optredens riep er altijd wel iemand dat ik ‘Hard Times’ moest spelen (een grote hit van The Scabs uit 1990, red.). Euh, hallo, zie ik er uit gelijk Guy Swinnen? Door die achternaam was ik altijd de ‘dochter van’. Reena Riot is anoniemer en dekt de lading wel, vind ik.” 

Als muzikale referenties verwijst ze naar Portishead-frontvrouw Beth Gibbons, Janis Joplin, Sandy Dillon, St. Vincent, Alison Mosshart van The Kills, en – qua woestheid – Lydia Lunch. Ze kijkt enorm op naar Chris Whitleys gitaarspel, al ziet ze zichzelf niet echt als gitariste. “Mijn gitaarsound wordt vooral bepaald door mijn beperkingen.” 

reena_riot_interview

2/

Morgen wordt de debuutplaat gereleased. Eindelijk!

“Het merendeel van de nummers ontstond de voorbije drie à vier jaar, maar er staat ook een song op die zeker tien jaar oud is. Ik had die tijd nodig. Je kent dat vast, als je iets schrijft leg je dat even opzij, je herleest het een paar keer. Bij een plaat is dat net zo. Ik ben blij dat de nummers nu met een band zijn opgenomen, dat ze het jasje kregen dat ze verdienen. En dat de band vindt dat het klopt, Reena Riot is echt teamwork.” 

Voor de opnames in 2017 ging je op zoek naar een nieuwe band. Hoe overtuigde je Alan Gevaert, sinds jaar en dag dEUS- bassist, om in je project te stappen? 

“Hij had me ooit in een goede bui gezegd dat ik hem altijd mocht bellen. Hij is wat dingen komen inspelen en toen heb ik hem gevraagd om te blijven. Ik wou echt een band waarmee ik kon creëren, waarin iedereen zijn creatief ei kwijt kon. Niet gewoon ‘Naomi met een schare gasten.’” 

Geeft dat tijdens de opnames geen conflicten?

“Nee, iedereen was enthousiast om eraan te beginnen. En we hebben van in het begin afgesproken dat er geen plaats was voor ego’s in het creatieve proces. Ik denk dat je dat wel hoort in de nummers.” 

Dat lijkt me toch niet evident. Hebben de meeste muzikanten niet de drang om te tonen wat ze in huis hebben?

“Ik snap wat je bedoelt, ik heb dat soort spanningen wel meegemaakt met mijn band in Nederland. Maar je doet een song geen eer aan als je hem platwalst met een vertoon van je vakmanschap. Daar waren we het allemaal over eens, iedereen in de band dacht in functie van de nummers. En ja, soms betekent dat kill your darlings.” 

Je benadrukt dat het teamwork is, maar toch sta je alleen op de cover.

“Klopt, maar ik bedek mijn gezicht - wat ik op de covers van mijn EP’s niet deed. Het had ook iemand anders kunnen zijn, maar dat ik het ben, maakt het persoonlijker. Het is ook een erg persoonlijke plaat.” 

3/

Het beeld blijft wel hangen: jij in blote borsten, met ongeschoren oksels en een arm voor je gezicht. Heb je geen schrik dat het vooral daarover zal gaan?

“Aanvankelijk wel een beetje, maar ik merk gelukkig aan de recensies dat het beeld wel wordt gelinkt aan de muziek. We dachten zeker niet ‘we zetten er blote borsten op en het zal wel verkopen’. Het is eerder een vorm van verzet.” 

Een welgemeende fuck you naar mensen die je jaren geleden in een bepaalde richting wilden duwen?

“Zeker. Ik ben nogal onzeker en klap dicht als ik word omringd door mensen die ik niet ken. En als je zelf niet veel zegt, dan wordt er voor jou gesproken. Ik háát dat echt. Bij jonge mannen die in de sector terechtkomen, gebeurt dat allicht ook, maar bij hen stopt dat op een gegeven moment. Bij vrouwen blijft dat gewoon duren. Mijn toenmalige manager had snel door welk meisje ik was, hij wou me tot een Vlaamse Bonnie Raitt kneden. Met alle respect, maar dat is niet de muziek die ik wil maken. Alleen durfde ik toen jammer genoeg mijn bek niet opentrekken.” 

Nu wel? 

“Absoluut, al krijg ik veel minder commentaar sinds ik het muzikaal op mijn eigen manier doe. Ik heb in mijn leven echt moeten knokken tegen mensen die niet wilden aanvaarden dat ik ouder werd en een eigen mening kreeg. Ik ben intussen 31, ik weet echt wel wat ik wil, hoor!” 

Heb je het gevoel dat je tijd hebt verspild door in zee te gaan met een manager die je niet begreep?

“Nee, we waren nooit tot ‘Nix’ gekomen mocht er niet zoveel tijd zijn overgegaan. Helaas is er wel geld verspild, aan een producer en arrangeurs bijvoorbeeld. Zij lever- den puik werk, maar het was niets waarmee ik me kon associëren. Nu hebben we alles zelf onder controle.” 

Een erg persoonlijke plaat, zei je. Waarover gaat ze? 

“Van verlies, over hartzeer, tot allesoverwinnende liefde (denkt na). Ik vind dat moeilijk hoor ... Als ik teksten schrijf doe ik dat vooral voor mezelf, om dingen een plaats te geven of te verwerken. Ik kan mijn gevoelens beter uiten door erover te schrijven, dan door erover te praten. De teksten zijn eerlijk, het zijn allemaal verhalen die ik heb meegemaakt, in de liefde en in de rouw. Ergens hoop ik toch dat er gelijkgestemde zielen rondlopen, die perfect begrijpen wat ik bedoel. Al is het natuurlijk ook heel mooi wanneer ieder- een z’n eigen verhaal aan de nummers kan verbinden.” 

Heb je tijd voor de liefde? 

“Tuurlijk, ik ben samen met een superlieve, zalige gast, een geluidsman die ook veel in het buitenland is. Het is heel fijn om iemand te hebben die mij liefheeft om wie ik ben. Dat is nog niet zo vaak gebeurd. Als er soms spanningen in de relatie opduiken, komt dat omdat ik een gevecht lever met mezelf. Ik ben het zo gewend dat het fout loopt, dat ik panikeer als het te lang goed gaat. Mijn lief zegt dan: ‘Nomsky, panikeer niet, we zien mekaar toch graag? Rustig maar.’” 

Ik steiger als ik voor de zoveelste keer lees: 'niet zomaar een vrouw, maar een vrouw met ballen.' Fuck off!

4/

Ben je streng voor jezelf? 

“Er is een verschil tussen kritisch zijn voor jezelf en jezelf naar beneden praten. Dat laatste heb ik in het verleden te vaak gedaan. Ik was zo bang voor andermans mening, dat ik extra hard was voor mezelf, als om me te wapenen. Op de duur werd ik daar ongelukkig van. Toen we de plaat opnamen heb ik geleerd om kritisch naar mezelf te luiste- ren. Letterlijk, ik luisterde keer op keer naar de zangtakes om de beste eruit te halen. Verschrikkelijk was dat. Ik moest echt tegen mezelf zeggen: ‘Get the fuck over yourself!’” (lacht) 

In een eerder interview zei je dat je vader ook erg streng voor je was, het moest altijd beter. Droeg dat bij tot je onzekerheid?

“Misschien. Hij was inderdaad streng, maar na elk optreden was hij trots en zei hij dat het supergoed was geweest. Pas de dag erna kwam het er dan uit: ‘Ik heb eens zitten denken, misschien moet je de volgende keer ...’ Mijn moeder deed dat ook, maar dan anders. Als vrouw probeerde zij een beetje haar stijl door te drukken. ‘Doe toch eens een schoon kleedje aan!’ Als protest ging ik dan uiteraard in een gescheurde jeans het podium op (lacht). Als je trots bent op je werk, moet je de lat hoog leggen en streng voor jezelf zijn, maar plots ging het al te vaak over mijn uiterlijk ... ‘Jij moet dat niet dragen want je hebt geen borsten.’ Zelfs mijn eerste manager wou mee bepalen hoe ik me kleedde. Het werd zo erg dat ik niet meer in de spiegel kon kijken. Tot een toenmalig lief me deed inzien: ‘Het is oké, Naomi, je bent niet zo afgrijselijk als je denkt.’ Ik ben wel zelfzekerder nu en hoef me niet meer in allerlei gewaden te verhullen. Het lukt me ook beter dan vroeger om te communiceren, maar over mijn teksten praten blijft moeilijk.” 

Dat hoef je ook niet te doen. Het is niet omdat een journalist je om uitleg vraagt, dat je die moet geven.

(lacht) “Voilà, inderdaad. Ik heb geleerd om zelf te beslissen wat ik wel en niet deel. Als je heel je leven op Facebook wilt gooien, dan doe je dat maar. Er is niemand die je verplicht om te zeggen wat je vandaag gegeten hebt.” 

5/

‘Er zijn te weinig vrouwen in de muziekwereld’, zei je een aantal jaren geleden. Is er beterschap? Je speelt samen met allemaal mannen ...

“Ik speel ook in andere bands, vaak met meer vrouwen. Ik probeer los van gender te denken. Ik koos de muzikanten in Reena Riot omwille van hun kunde en instelling, niet op basis van hun geslacht. Ik heb de indruk dat er meer vrouwen opkomen, ook nationaal, met Peuk en Uma Chine bijvoorbeeld. Op het conservatorium in Rotterdam was het best erg, vandaag nog steeds blijkbaar. Dan stond er een geweldige bassiste te spelen en hoorde ik de docent zeggen: ‘Nou, je hoort toch wel dat het een vrouw is, hè. Het is allemaal wat braver.’ Ik heb het daar enorm moeilijk mee.” 

Je bent niet de enige. 

“Verdomme terecht! In de muziekwereld word je als vrouw vaak in een bepaald vakje geduwd. Ik steiger als ik voor de zoveelste keer lees: ‘Niet zomaar een vrouw, maar een vrouw met ballen.’ Dan denk ik: ‘Moet je mij echt een mannelijk geslachtsdeel aanmeten om mij stoer te maken?! Vrouwen zijn van zichzelf stoer genoeg, hoor.’ Ik ben dat echt zo beu! Mensen zeggen dat ik het niet zo moet opvatten. ‘Ze bedoelen dat niet zo.’ Fuck off! Als we hierbij niet steigeren, laten we over ons heen lopen.” 

Is je coverbeeld ook een feministisch statement? 

“Zeker ... (twijfelend) Door een soort hormonaal probleem heb ik nogal veel haartjes op mijn gezicht. Mensen zeiden me constant dat ik dat moest weghalen. Ik had het echt gehad. En toen zag ik in een droom dat beeld van een naakte borst met okselhaar. Ik wist meteen dat dat het was. ‘En nu is het genoeg! Dit ben ik, niks meer, niks minder.’” 

Wat betekent de titel ‘Nix’ eigenlijk? 

“Nix is een oergodin of een waternimf. Ik heb iets met water, mijn mama woonde in Zeebrugge, ik ben deels aan de zee opgegroeid. Maar het is ook een verzetskreet, com- promisloze muziek vraagt om een compromisloze hoes en een compromisloze naam. De cirkel is rond, denk ik.” 

Straks ga je shows spelen, voelt het veiliger met een band? 

“Dat moest groeien, in het begin vond ik het niet evident om met een band te spelen. Er is zoveel om rekening mee te houden. Als ik vroeger ergens moest spelen stapte ik gewoon met een ‘amplietje’ in mijn hand en twee gitaren op mijn rug de trein op. Als er geen laatste trein naar huis was, liftte ik. Dat is nu dus anders. Met deze band spelen voelt alsof ik in mijn luie zetel zit. Het zijn ongelooflijke mensen en muzikanten. Voor de shows heb ik een gezonde dosis stress ... Hmm, vraag me dat binnen twee weken nog eens, tegen dan heeft het misschien ongezonde proporties aangenomen (lacht).” 

6/

WIE IS NAOMI SIJMONS? 

Geboren in Gent in 1987 als dochter van The Scabs-bassist Fons Sijmons. 

De naam Reena Riot ontstaat in 2007 en is een samentrekking van ‘Reena’ en ‘Teenage Riot’, twee nummers van Sonic Youth. 

Ze studeert aan Codarts, het Conservatorium van Rotterdam. 

In 2010 werkt ze zichzelf in de kijker op de Radio 1-sessies, twee jaar later staat ze als Reena Riot, toen nog een soloproject, in de finale van Humo’s Rock Rally. 

In juli 2013 verliest haar vader de strijd tegen longkanker, hij werd 58. In hetzelfde jaar verschijnt Naomi’s eerste ep, ‘Reena Riot’. Een jaar later is er de tweede, ‘Stop/Reverse’, geproduced door Mauro. Reena Riot is intussen een groepsnaam. 

De eerste langspeelplaat ‘Nix’ verschijnt op 25 januari 2019.