Zwaar getatoeëerde mannen die potjes vullen met make-up, het is geen alledaags zicht, maar het gebeurt – in Hasselt. “Ons cosmeticamerk zet gedetineerden in de gevangenis aan het werk. Zo ondersteunen we hun herintegratie in de samenleving.”
Mijn job als beautyjournaliste bracht me de afgelopen jaren al op heel wat boeiende plekken. Ik gluurde op ontiegelijk vroege uren achter de schermen van de grootste modeshows, vloog naar New York voor een onderonsje met een appetijtelijke acteur en dronk meermaals dat glaasje champagne teveel op exclusieve Parijse soirées met een duizelingwekkende gastenlijst. Maar voor ik een verkeerd beeld ophang van mijn professionele bezigheden, benadruk ik graag dat ik het grootste deel van mijn tijd achter een bureau doorbreng. Weliswaar omringd door een hoop make-up en parfums, maar toch: niet elke dag heeft een glamoureus randje.
Dat mijn job me op een blauwe maandag naar de gevangenis zou brengen, had ik echter nooit verwacht. Het is – bij mijn weten – immers nog steeds niet verboden om een make-upjunkie te zijn.
Toch rijd ik vanmorgen de parking van de Hasseltse gevangenis op. Met bonzend hart. Het is een van mijn vele irrationele angsten om (al dan niet onschuldig) achter tralies te belanden. ‘Orange is the New Black’ en ‘Escape at Dannemora’ kunnen me entertainen, maar geven me ook steevast een claustrofobisch gevoel.
En nu moet uitgerekend ik de gevangenis in – vrijwillig en zonder strafblad. Heel erg eenvoudig is dat overigens niet. Pas na een grondige identiteitscontrole, het binnenstebuiten keren van mijn handtas (geen vijltje te vinden) en een paar telefoontjes, zwaaien de zware deuren open. Niet veel later vallen ze onheilspellend in het slot. Hier raak je niet zomaar buiten.
Een cipier brengt me naar het werkhuis waar ik met Caroline Rigo, oprichtster van het Belgische make-upmerk Cent pur Cent, heb afgesproken. Met haar opvallende haren, knalblauwe trui en gouden rok is ze een in het oog springende verschijning, en al helemaal in deze setting vol mannen in uniform. Nergens is een vrouw te bespeuren.
Ik ging er om de een of andere reden vanuit dat ik op de vrouwenafdeling van de gevangenis zou terechtkomen en voel me plots Mijn job bracht me de afgelopen jaren al op heel wat boeiende plekken. Ik gluurde op ontiegelijk vroege uren achter de schermen van de grootste modeshows, vloog naar New York voor een onderonsje met een appetijtelijke acteur en dronk meermaals dat glaasje champagne teveel op exclusieve Parijse soirées met een duizelingwekkende gastenlijst. Maar voor ik een verkeerd beeld ophang van mijn professionele bezigheden, benadruk ik graag dat ik het grootste deel van mijn tijd achter een bureau doorbreng. Weliswaar omringd door een hoop make-up en parfums, maar toch: niet elke dag heeft een glamoureus randje.
Dat mijn job als beautyjournaliste me op een blauwe maandag naar de gevangenis zou brengen, had ik echter nooit verwacht. Het is – bij mijn weten – immers nog steeds niet verboden om een make-upjunkie te zijn.
Toch rijd ik vanmorgen de parking van de Hasseltse gevangenis op. Met bonzend hart. Het is een van mijn vele irrationele angsten om (al dan niet onschuldig) achter tralies te belanden. ‘Orange is the New Black’ en ‘Escape at Dannemora’ kunnen me entertainen, maar geven me ook steevast een claustrofobisch gevoel.
En nu moet uitgerekend ik de gevangenis in – vrijwillig en zonder strafblad. Heel erg eenvoudig is dat overigens niet. Pas na een grondige identiteitscontrole, het binnenstebuiten keren van mijn handtas (geen vijltje te vinden) en een paar telefoontjes, zwaaien de zware deuren open. Niet veel later vallen ze onheilspellend in het slot. Hier raak je niet zomaar buiten.
Een gewapende cipier brengt me naar het werkhuis waar ik met Caroline Rigo, oprichtster van het Belgische make-upmerk Cent pur Cent, heb afgesproken. Met haar opvallende haren, knalblauwe trui en gouden rok is ze een in het oog springende verschijning, en al helemaal in deze setting vol mannen in uniform. Nergens is een vrouw te bespeuren.
Ik ging er om de een of andere reden vanuit dat ik op de vrouwenafdeling van de gevangenis zou terechtkomen en voel me plots enorm bekeken in mijn jurkje en laarzen met hoge hakken. De cipier detecteert mijn nervositeit en probeert me gerust te stellen: “Maak je geen zorgen, de mannen die hier werken kiezen bewust voor een drugsvrij gevangenisleven.” Ik slik – je zou denken dat drugs sowieso een no-go zijn in de gevangenis, maar ik begrijp al snel dat die gedachte naïef is.
De Limburgse Caroline Rigo geeft twee potige kerels de opdracht om potjes met de juiste hoeveelheid minerale poeders te vullen. Daarna moeten ze in doosjes worden verpakt. Rigo lijkt volledig op haar gemak, maar dat was niet altijd zo. “In het begin was het wennen, maar intussen voelt het niet vreemd meer om hier binnen te stappen.” De onderneemster ging dan ook bewust en vol overtuiging met de gevangenis van Hasselt in zee. “De productie van de cosmeticaproducten gebeurt in het buitenland, maar ik wilde de assemblage graag lokaal houden. Ik bracht een bezoek aan een beschutte werkplaats in de buurt, maar koos uiteindelijk toch voor een samenwerking met Cellmade. Deze organisatie zet gedetineerden aan het werk in de gevangenis, wat ik een mooi, sociaal verantwoord project vind. De mannen worden voor hun werk betaald en krijgen zo de kans om een potje te sparen voor de dag dat ze vrijkomen of om hun slachtoffers te vergoeden.”
Men praat hier niet openlijk over wie welke misdaad heeft gepleegd, maar ik begrijp van de cipier dat er vooral mannen met zware drugsfeiten op hun strafblad aan het werk zijn. Zware jongens, maar wanneer ze met opperste concentratie foundationpoeder aan het afwegen zijn, hebben de getatoeëerde bad boys bijna iets aandoenlijks.
Ik vraag hen wat ze van hun job vinden en beide mannen antwoorden opvallend verlegen. Er staat duidelijk niet elke dag een outsider met een notaboekje én oprechte interesse voor hun neus. Ze reageren wel positief op de vraag wat hun vriendinnen of familie vinden van het feit dat ze de hele dag met make-up bezig zijn. Caroline Rigo: “Sommige mannen vragen wel eens beautyadvies voor hun vrouw, en het is al gebeurd dat ik dan een pakje opstuur.”
“We werken nu al een aantal jaren samen en dat verloopt goed. Op piekmomenten, zoals nu wanneer we een levering van 20 000 doosjes moeten afwerken, steek ik zelf een handje toe. Dat waarderen de gevangenen enorm.” Een goede verstandhouding is belangrijk, maar Rigo behoudt ook de nodige afstand. “Af en toe gebeurt het dat een gevangene die voor me heeft gewerkt weer vrijkomt. Dan komt er een vervanger die weer van nul moet worden opgeleid.”
“Ik had geen echte vooroordelen over gedetineerden toen ik hier binnenstapte, maar toch heb ik mijn algemene visie op het gevangeniswezen gaandeweg bijgesteld. Alle mannen in dit werkhuis kiezen ervoor om clean te zijn en bereiden zich voor op een nieuwe kans in de maatschappij. Ik ben blij dat wij dat als merk kunnen helpen ondersteunen.”
Wie is Caroline Rigo?
- Creatief ondernemer Caroline Rigo (36) begon haar carrière als make-upartieste en opende meer dan 10 jaar geleden – voor de komst van M.A.C Cosmetics en Kiko – een eigen cosmeticawinkeltje in Hasselt.
- Later volgde de opening van Café Beauté, een beautysalon met o.a. ‘brow bar’, ‘lash corner’, ‘lacquerie’, ‘hairstyling
corner’ en een gezellige ruimte voor koffie of lunch. - In 2016 richtte ze Cent pur Cent op, een eigen lijn van
minerale make-upproducten. - Samen met Huis Erika Thijs organiseert Cent pur Cent
make-upworkshops voor vrouwen met kanker