Officemanager Koen Van der Veken (39) staat op en gaat slapen met Barbie. Letterlijk, want een deel van zijn verzameling staat uitgestald in de slaapkamer. De topstukken uit Koens imposante collectie zijn nog tot 19 april te bewonderen in het Speelgoedmuseum Mechelen.
In de hoek van de woonkamer staat de roze Barbiestoel van Philippe Starck, op de boekenkast staan zij aan zij een figuurtje van Michelle Pfeiffer als Catwoman en een uit de kluiten gewassen E.T.
Even verder hokken zo goed als alle Disneyfiguurtjes samen in een vitrinekast. Het mag duidelijk zijn: hier woont een speelgoedliefhebber. Twee zelfs, want ook de vriend van Koen houdt er een flinke verzameling op na.
Verzamelwoede – of beter: een passie voor verzamelen – zit bij Koen in de familie. “Mijn grootmoeder verzamelde oud blikken speelgoed, beren en poppen. We trokken iedere zondag samen naar de rommelmarkt, op zoek naar schatten. Ze leerde me waar ik op moest letten en gaf me al op jonge leeftijd
het advies om speelgoed nooit uit de doos te halen. Dan verliest het zijn waarde.” Ook de fascinatie voor Barbie dateert uit Koens kindertijd. “Ik groeide op in de jaren ‘80, de periode van MTV, Madonna, supermodellen en extravagante outfits. Ik las veel magazines en was fan van de uitbundige creaties van Jean Paul Gaultier en Thierry Mugler. Mijn vijf jaar jongere zus speelde graag met Barbies, ik vond de kleertjes en kapsels fascinerend.”
Waarin schuilt precies de aantrekkingskracht van de pop die al zestig jaar voor controverse zorgt? “Ik vind ze gewoon zo mooi, vooral de gezichtjes van de poppen uit de jaren ‘60 en ‘70. Barbie weerspiegelt de tijdsgeest. De kleertjes uit de jaren ‘60 doen denken aan de New Look van Dior, in de jaren ‘70 komen de valse wimpers, korte topjes en badpakken. In de jaren ‘80 was Barbies look helemaal over-the-top. Dat camp-aspect trekt me aan.”
Eenmaal op kot namen Koens bezoekjes met oma aan de rommelmarkt af. Er was een tijdlang plaats noch budget voor een speelgoedverzameling. “Pas toen ik begon te werken en voor het eerst geld verdiende, kocht ik mijn eerste stukken. Dat waren vooral poppen uit mijn kindertijd. Mijn eerste aankoop was de Joan Collins-pop van Dynasty. Ik betaalde zo’n veertig euro. Nadien
volgden meer exclusieve stukken zoals de Lagerfeld- en Moschino-Barbie. Van de Lagerfeld-pop zijn slechts duizend exemplaren gemaakt: ik ben blij dat ik er eentje heb kunnen bemachtigen. Toen betaalde ik tweehonderd euro, nu is ze al het tiendubbele waard.”
Toch geeft Koen geen fortuinen uit aan zijn verzameling. “Het is net de sport om iets leuks of exclusiefs voor een goede prijs te vinden. Net als mijn oma zoek ik altijd naar een koopje.” Al wordt het steeds moeilijker om waardevolle vintagepoppen voor een prikje op de rommelmarkt te vinden. “Door het internet en programma’s zoals ‘Rijker dan je denkt?’ zijn mensen beter geïnformeerd over de waarde van sommige Barbies.” Een geduldig verzamelaar wordt op tijd en stond beloond. “Een tijdje geleden vond ik op de rommelmarkt een Barbie uit de sixties, nog in de doos. Ze zag er zo goed uit dat ik dacht dat het om een replica ging. Ze bleek origineel en was zo’n vierhonderd euro waard. Ik betaalde er vijftig voor, best veel voor op de rommelmarkt, maar ik ben enorm blij met mijn vondst.”
Koen houdt ervan zijn collectie uit te stallen, al moet het clean en leefbaar blijven. Zijn slaapkamer lijkt dan ook op een speelgoedwinkeltje uit een kinderfantasie. De wand is gereserveerd voor celebrity-edities in de doos (Cher, Barbra Streisand, Lucille Ball, Farrah Fawcett, Joan Collins …), in een vitrinekastje staan vintagepoppen van Barbie, haar zusje Skipper en vriendinnetje Skooter. Een tweede kastje is gereserveerd voor kleurrijke figuren uit de jaren ‘80 en ‘90. Tussen al dat vrouwelijk geweld staat hier en daar een eenzame Ken.
“Ik koop wat ik leuk vind en beperk me niet tot Barbies in ‘mint condition’ die nog nooit uit hun doos kwamen.” Wie écht van Barbie houdt, weet dat het absoluut not done is om haar haren te kammen. “Dan is het kapsel verpest. Sommige mensen speelden met hun Barbies in bad, dat deed ik nooit. Of enkel met een Sindy of andere nep-Barbies. Die maakte ik zelfs op.” Koen is niet bang dat kinderen de schaar in de golvende lokken van zijn ‘Dance Magic Barbie’ zouden zetten. “Mijn petekind en haar broertje zijn goed opgevoed en weten dat ze naar dit speelgoed alleen mogen kijken. Er zijn andere kinderen die hier niet binnen mogen! (lacht) Ook de poetsvrouw weet dat ze voorzichtig moet zijn, al gebeurt het weleens dat er iets sneuvelt. Dan vloek ik eens, maar daar blijft het bij. Ik stal mijn collectie uit zodat zoveel mogelijk mensen ervan kunnen genieten, daarom ben ik ook zo blij dat een deel van mijn verzameling nu in het Speelgoedmuseum is te zien.”
In geval van brand zou Koen eerst de Karl Lagerfeld-Barbie (samen met de grote E.T. en Gonzo) van een gruwelijke smeltingsdood redden. En de pop die hij het liefst op de kop zou willen tikken, is die naar de beeltenis van Brits supermodel Twiggy. “Mattel bracht die in de jaren ‘60 uit, maar ze is zeldzaam en enorm duur. Net als de Ziggy Stardust-Barbie, die enkel in de VS uitkwam. Mijn ervaring leert me dat als je lang genoeg wacht, de poppen die je wilt vroeg of laat je pad kruisen. Over beroemdheden die een eigen pop verdienen, is connaisseur Koen duidelijk: “Madonna en Grace Jones, dat zouden toffe poppen zijn.”
De expo ‘Barbie: 60 jaar modemuze’ loopt nog tot april 2020 in het Speelgoedmuseum Mechelen. Volg Koen op Instagram: @nrfb_batteriesnotincluded