ELLE gaat in de leer bij mensen die het maken. Ze steken hun handen uit de mouwen en creëren parels van objecten die het midden houden tussen kunst en craft. Deze maand in Selfmade: Carine Gilson, ontwerpster van couturelingerie.
Couturelingerie, of zoals ze het zelf noemt: ‘verleiding in slechts een paar gram.’ Al drie decennia lang creëert de Brusselse Carine Gilson ultravrouwelijke silhouetten in hoogwaardige materialen. Kanten lingerie, zijden kimono’s, slipdresses in mousseline, en sinds kort ook een avondcollectie die haar gevoel voor snit alle eer aandoet. Gilson bouwde haar savoir-faire vooral op door te observeren en te experimenteren. Vandaag heeft ze het ambacht als geen ander in de vingers. Haar specialiteit? ‘L’incrustation de dentelle’, wat zoveel wil zeggen als het inleggen van kant.
Insiders vergelijken Carine Gilson weleens met een producent van dromen, zelf blijf ze bescheiden bij haar indrukwekkende parcours. Aan de muur in een vergeten hoekje van haar atelier Maille France in Anderlecht hangen uitgescheurde pagina’s van magazines waarin haar creaties ooit zijn verschenen: Allure, ELLE, Vanity Fair, Vogue, V Magazine … Wij mogen even binnenkijken en meedromen in een wereld vol schoonheid en vrouwelijkheid.
Het merk Carine Gilson bestaat dertig jaar. Wat is jouw mooiste herinnering?
“Er zijn er zoveel! Maar de dag die voor eeuwig in mijn geheugen gegrift staat, is die waarop ik dit atelier ontdekte. Ik was drieëntwintig en pas afgestudeerd aan de Antwerpse Modeacademie. Twee tachtigers vervaardigden hier destijds kanten lingerie. Ik was meteen verkocht: zo’n authentiek atelier is zeldzaam. Ik wist dat deze plek verloren zou gaan als ik ze niet overnam. Zonder er lang bij stil te staan, heb ik de sprong gewaagd en is mijn verhaal begonnen. Ik had geen masterplan in mijn hoofd, het was eerder een coup de foudre.”
Je zei ooit: ‘Mon coeur est de dentelle’. Vanwaar die passie voor kant?
“Ik heb altijd gehouden van de droomwereld die rond lingerie hangt, maar voor mij ging het in de eerste plaats om de materialen. Kant is een nobel materiaal, en heeft toch ook iets mysterieus en sensueels. Ik werk graag met kant omdat het zo fragiel is, als een hart. En het combineert prachtig met zijde, dat zich gedraagt als een tweede huid. Zijde neemt je lichaamswarmte op en volgt op een heel vloeiende en natuurlijke manier je vormen.”
Er zijn hier veel petites mains aan de slag. Carine Gilson, dat is handwerk?
“We maken hier inderdaad alles met de hand, van het knippen en bijsnijden van kant tot het plisseren. Ik krijg regelmatig de vraag waarom ik de machines niet vaker hun werk laat doen, maar dat is niet hetzelfde. Juist het handwerk verheft een ontwerp tot couture. Vandaag gun ik mijn eigen handen wat meer rust. Maar als er nieuwe kant binnenkomt, leg ik die nog steeds als eerste in. Daarna is het aan de andere petites mains. Ik heb gelukkig een goed team in huis, mijn dreamteam. Het is niet evident om los te laten, maar ik heb dat met de jaren wel geleerd. Dat moest wel, anders kon ik het niet volhouden. Ik moet zo nu en dan ontsnappen aan het universum van Carine Gilson. Dan reis ik en kom ik op adem. Vandaag is het ook veel makkelijker om het werk te delegeren, praktisch gezien dan. Toen ik dertig jaar geleden begon, communiceerden we nog per fax!” (lacht)
Waar blijf jij inspiratie halen?
“Ik duik regelmatig in de archieven bij leveranciers om oude stukken nieuw leven in te blazen. Kant uit de jaren ‘40 bijvoorbeeld, is ongeëvenaard. Van die oude motieven en broderie maak ik dan een hedendaagse interpretatie. Ik hou ervan om vervlogen en moderne elementen met elkaar te verweven. Intussen heb ik zelf een behoorlijk archief opgebouwd. Dertig jaar is niet niks. Ik bekijk de dingen anders dan vroeger, dus met hetzelfde kant maak ik soms iets compleet anders.”
Hoe is je stijl geëvolueerd?
“Mijn stijl is niet echt veranderd. Het product Carine Gilson is tijdloos. Ik doe niet mee aan de wervelwind van snelle mode, ik doe het liever nog trager dan slow fashion. Mijn ontwerpen hebben altijd iets waardevols, een gevoel dat blijft hangen. Dat was van bij het begin een bewuste keuze. Natuurlijk ben ik ook gevoelig voor trends, maar ik laat me er nooit door leiden.”
Heeft de tijd je veranderd als mens?
“Ik ben nóg veeleisender geworden. (lacht) En ik loop vaker gestrest rond; mijn job bestaat intussen uit duizend-en-een verantwoordelijkheden. Ik ben geen marketingvrouw, maar besef meer dan ooit het belang van projecten die je label in de kijker zetten. Vandaar mijn huidige tentoonstelling in het Mode & Kant Museum. Het merk Carine Gilson is vrij onbekend bij het grote publiek. Ik beschouw deze expo als een kans om iedereen te laten kennismaken met wie ik ben als ontwerpster.”
Onlangs publiceerde je ook je eerste boek, ‘Garden of Lace’. Je doet het lang niet slecht op vlak van pr …
“Ah voilà! Het boek is eigenlijk een natuurlijk uitvloeisel van de expo. Het is geen catalogus, maar een ode aan de virtuose sensualiteit. Of zo interpreteer ik het. In vier hoofdstukken vertel ik mijn verhaal, aan de hand van archieffoto’s en persoonlijke beelden uit het atelier. Karen Van Godtsenhoven (ex-curator van het Antwerpse ModeMuseum, red.) schreef mee aan het boek en noemt me op een bepaald moment ‘de Alice in Wonderland van kant en zijde’. Altijd op zoek naar verwondering en nieuwe indrukken. Ik geef haar geen ongelijk.”
Voor de SS20-collectie tekende je zelf je eigen kant. Een primeur?
“Klopt, na dertig jaar vond ik de tijd rijp om ‘la dentelle Carine Gilson’ voor te stellen. Het is kant met bloemenmotief, wat perfect past binnen het ‘Garden of Lace’-verhaal. Voor de productie doe ik een beroep op het huis Sophie Hallette, waar ik ooit mijn eerste stalen kocht. Ze was een van de weinige leveranciers die meteen in mij geloofde. Het was een moeilijke opstart, herinner ik me. Ik had nog geen ervaring met het runnen van een modelabel en alles wat daarbij komt kijken. Probeer jezelf dan maar eens te verkopen. Elke dag voelde toen als een uitdaging en een overwinning tegelijk.”
Wordt het makkelijker met de jaren?
“Ja en nee. Natuurlijk hoef ik me vandaag niet langer te bewijzen zoals in mijn begindagen. Leveranciers en klanten weten intussen dat ze een bepaalde kwaliteit van mij mogen verwachten. Maar na zoveel collecties voel ik een grote druk om mezelf voortdurend opnieuw uit te vinden. Ik moet steeds nadenken hoe ik nieuwe hoogtes kan bereiken zonder mezelf te verliezen. Mijn grootste uitdaging? Dat is ongetwijfeld Carine Gilson.” (lacht)
De expo ‘Beautiful Lace & Carine Gilson’ loopt nog tot en met 19 april in het Brusselse Mode & Kant Museum.