Het paradijs bestaat: het ligt in de Franse gemeente Serraval in de Haute-Savoie. Je moet dertig minuten wandelen om er te komen, maar het is de moeite waard. Het Clarins Domein is niet zomaar een stuk grond in de bergen, maar de verwezenlijking van een droom.
In 2016 kocht de Clarins-groep dit stuk land van een plaatselijke boer om het te gebruiken als openluchtlaboratorium. Een gedurfd idee waar Christian Courtin-Clarins, voorzitter van het Comité van toezicht, al langer mee speelde. Het was een geslaagde gok, want nu, vijf jaar later, is het domein een deel geworden van de toekomststrategie van het merk. Virginie Courtin-Clarins, Deputy General Manager en verantwoordelijk voor CSR (Corporate Social Responsibility), vertelt er meer over.
Wat is het verhaal achter deze unieke, bijna geheime plek?
“Mijn familie heeft altijd van de Alpen gehouden, maar het idee om het land te kopen, kwam van mijn vader (Christian Courtin-Clarins). Wij waren niet meteen enthousiast, maar hij deed het toch. Clarins zette zich al enkele jaren in voor de bescherming van de flora en fauna van de Alpen, en in het bijzonder voor de herintroductie van dieren en planten in de regio. We hadden er dus al een goed lokaal netwerk. Wel moesten we met veel factoren rekening houden: er mochten geen andere landbouwgebieden in de buurt zijn – alleen weiland – om bodemverontreiniging te voorkomen, er mochten geen andere planten gekweekt worden om de grond zo vruchtbaar mogelijk te houden, er moest voldoende zon zijn… Het was een uitdaging om een terrein te vinden dat geschikt was, maar dit was liefde op het eerste gezicht. Het is er prachtig!”
Waarom is dit domein belangrijk voor het bedrijf?
“In de eerste plaats past het bij onze groeiende belangstelling voor de natuur. Een van de eerste producten die mijn grootvader (Jacques Courtin-Clarins, oprichter van het merk, red.) ontwikkelde, was een make up remover met alpenkruiden. Hij was gefascineerd door het feit dat die planten zo sterk zijn: ze kunnen overleven in extreme omstandigheden als sneeuw, felle wind in de winter en zeer hoge temperaturen in de zomer. Toen we in de jaren tachtig besloten om ons in te zetten voor de biodiversiteit, leek het logisch om ons te focussen op de Alpen. Dankzij dit domein kunnen we actief ‘boeren’, en zelf grondstoffen leveren voor onze cosmetica. We hebben voor een landbouwmethode gekozen die we graag bij al onze producenten over de hele wereld zouden zien; we willen dus het voorbeeld geven.
We planten en oogsten zonder machines, alles gebeurt met de hand of met de hulp van een paard. We werken ook met permacultuur die rekening houdt met de seizoenen en de biodiversiteit van het gebied. Alles staat symbool voor ons engagement, onze visie, onze leergierigheid en de liefde voor de alpenplanten die we bij Clarins altijd al hebben gehad. Een ander voordeel is dat we ons onderzoek kunnen ontwikkelen door de planten te bestuderen die op het terrein groeien. Wij zijn voortdurend op zoek naar nieuwe actieve ingrediënten. Het domein bestaat pas vijf jaar en op die korte tijd hebben we ingrediënten als gentiaan, citroenmelisse, alpenroos en huislook aangeplant, geoogst én verwerkt in onze producten. Dit jaar lanceren we twee nieuwe producten, zes andere volgen in de komende vijf jaar.”
Hoe gaat dat in de praktijk?
“Het terrein heeft twee functies: onderzoek en de teelt van ingrediënten. Twee derde van het domein is bestemd voor productie. Momenteel worden er 18 verschillende plantensoorten gekweekt. We besteden veel tijd en geld aan onderzoek. In anderhalf à twee jaar tijd werden meer dan 900 stalen geanalyseerd waarvan uiteindelijk slechts vier actieve ingrediënten worden gebruikt in onze producten. Dat vraagt veel werk en geduld.
We werken volgens het ritme van de natuur met een klein team van drie vrouwen voor het dagelijkse werk, die hulp krijgen van seizoenarbeiders wanneer het druk is. Etnobotanicus Jean-Pierre Nicolas is onze expert. Hij weet alles over planten, uit de Alpen en elders. Als je met hem op stap gaat, heeft hij altijd wel een verhaal over planten. Hij adviseert ons welke planten we op het domein moeten aanplanten, hoe we ze moeten verzorgen, welke eigenschappen ze hebben, enzovoort. In de winter, wanneer de plantages bedekt zijn met sneeuw, gebeurt er niet veel op het domein. Aan het begin van de lente gaan we aan de slag: sommige planten groeien spontaan jaarlijks terug, andere worden aangeplant. Tijdens de zomer is het het drukst, wanneer de planten bloeien en worden geoogst.”
Is het landgoed open voor het publiek?
“Het is toegankelijk voor de mensen van Clarins, maar het wordt te ingewikkeld om het open te stellen voor het grote publiek. De beste tijd om het te bezoeken is in de zomer, maar dan hebben we onze handen vol met de oogst.”
Wat was de belangrijkste ontdekking die er op het domein gedaan is?
“Extract van gentiaanblad. In de cosmetica gebruiken we meestal alleen de wortels van de plant, die dan telkens uit de grond moet worden getrokken. Het aanplanten, rooien en opnieuw planten is niet respectvol voor de natuur. Uiteindelijk ontdekten we hoe extract uit het blad konden halen, een innovatie waar we erg trots op zijn.”
Wat is het domein waard?
“Het ligt ons na aan het hart, maar het is moeilijk om dat in cijfers uit te drukken. Ten eerste omdat we deze plek niet uit winstoogmerk hebben aangelegd. Eerlijk gezegd:
momenteel kosten de planten ons veel geld; als we het om de pure winst hadden gedaan, waren we er misschien nooit aan begonnen. (lacht) We hebben gekozen vanuit ons hart en ons laten leiden door
het instinct van mijn vader. Ik denk dat het de kracht is van een familiebedrijf als Clarins om dit soort beslissingen te kunnen nemen.”
Bestaan er plannen om andere Clarins-vestigingen op te richten, in Frankrijk of elders?
“Daar zijn we nog niet uit, het is nog veel te vroeg. We willen wel meer van dit soort plekken creëren, maar waar en wanneer, dat weten we nog niet. We zullen afgaan op ons instinct, zoals dat ook
hier gebeurd is, denk ik. Met dit domein hadden we geen vast omschreven plan, maar het is belangrijke meerwaarde geworden, een droom die is uitgekomen.”