Over op maat gemaakte juwelen gesproken, over naar de vraag die op ieders lippen ligt: hoe kies je de perfecte diamant voor jezelf? (Kuch –verlovingsring- kuch!) Magali loodst ons binnen bij een rasechte diamantenhandelaar, die ons met veel plezier de befaamde 4 C’s uitlegt: cut, clarity, color en carat!
Carat staat voor de grootte, het gewicht van een steen. Hoe groter, hoe meer karaat, hoe meer waarde. Uit elke ruwe diamant kan je ofwel één grote, ofwel meerdere (meestal 2) kleinere stenen halen. In die zin kan je als fabrikant wel het karaat van een steen aanpassen.
Met Clarity wordt aangeduid hoe puur de steen is. Bijna elke diamant heeft een of meerdere oneffenheden: sommigen zie je met het blote oog, anderen met de microscoop. Hoe minder (zichtbaar), hoe duurder de diamant.
Cut heeft niets met de vorm te maken, maar staat gelijk aan de schittering van een diamant én hangt af van de manier waarop hij geslepen is. Dit is dus de factor waarop wij als mens het meeste vat hebben. Elke diamant heeft 58 facetten: hoe beter die geslepen zijn, hoe meer glans de steen krijgt. Perfect geslepen diamanten nemen licht op en stralen dat voor de volle 100% weer uit. Varianten van mindere kwaliteit doen dat slechts voor 70% of minder.
Color: perfect witte diamanten zijn heel veel waard, maar hun gekleurde varianten zijn dat nog meer. Geel, roze, blauw, rood en groen zijn –indien geen oneffenheden en een goede schittering- extreem duur want erg zeldzaam. Belangrijk daarbij is hoe sterk de kleur is: een donkergele diamant is belangrijker dan ééntje die richting beige neigt.