De naam Cécile Zarokian doet misschien geen belletje rinkelen, maar in het landschap van nicheparfums staat ze aan de top. Zarokian werkt al tien jaar als zelfstandig parfumeur – bijzonder straf in het vak – voor de meest luxueuze huizen, waaronder Amouage. We spreken haar op een exclusieve masterclass waar ze inkijk geeft in de ‘geheimzinnige’ wereld van parfum. “Als je geen verhaal hebt of geen statement wilt maken, is er niets wat je parfum onderscheidt van de zovele andere geuren.”
Hoe ben je in het vak gerold? Wist je überhaupt dat het een beroep was als kind?
“Ik had lange tijd geen idee dat het een echt beroep was, ik dacht simpelweg dat huizen als Chanel en Christian Dior hun eigen parfums maakten. Het was geen job die ik voor ogen zag. Ik ging eigenlijk een geneeskundeopleiding volgen om kinderarts te worden (lacht).”
“Vrij laat ontdekte ik de parfumschool ISIPCA via een vriendin. Via haar kwam ik meer te weten over die industrie en de verschillende jobs, want er is zoveel meer dan alleen de ‘neus’. Het maakte me zo enthousiast dat ik besloot om mee te doen aan het examen. Ik was namelijk altijd al gevoelig voor geuren. Niet enkel parfums, maar de geur van boeken, het wasmiddel van mijn vrienden, de manier waarop een huis ruikt… Het voorbereiden van dat examen vond ik zo leuk, dat ik besloot om er mee door te gaan. Zo is de bal aan het rollen gegaan.“
Je werkt als zelfstandige parfumeur, waarom koos je voor dat pad?
“De opleiding aan het ISIPCA omvatte een lange stageperiode. Ik werd drie jaar lang getraind door een senior perfumer bij Robertet, een bekend Frans parfumhuis. Nadien kreeg ik de kans om aan de slag te gaan bij hetzelfde bedrijf in Parijs, maar niet veel later vond er een fusie plaats en verschillende mensen verloren hun job. Dit was rond 2008, middenin de financiële crisis. Ik wist dat ik niet kon blijven en begon erover te denken zelfstandige te worden. Ik voelde me nog jong, maar anderzijds had ik ook niets te verliezen. Er was nog geen familie of huis in het spel, dus ik kon het evengoed proberen. In 2011 zette ik de stap en richtte mijn eigen bedrijf op, een beslissing waar ik nog geen dag spijt van heb gehad.”
Hoe moeilijk is het om voor andere huizen te werken zonder je eigen stijl te verliezen?
“Ik zie dat als een pluspunt. Omdat de parfummerken zo’n sterke identiteit en rijke achtergrond hebben, is er veel om mee te werken. Het DNA van het huis en mijn creativiteit creëren een mooie synergie. Het gaat over wat je wil zeggen als merk, daarmee kan ik aan de slag. Als je geen verhaal hebt of geen statement wilt maken, is er niets wat je parfum onderscheidt van de zovele andere geuren.”
‘Epic’, je eerste parfum voor Amouage, is na twaalf jaar nog steeds een van hun bestverkopende parfums. Recent heb je twee nieuwe geuren voor het huis ontwikkeld. Wat maakt jouw samenwerking met Amouage zo succesvol?
“Moest ik het succesrecept kennen, zou ik het steeds opnieuw toepassen (lacht). ‘Epic’ was mijn allereerste parfum, ik maakte het tijdens mijn stage bij Robertet. Amouage was toen nog niet zo bekend, maar inmiddels is de collectie fors uitgebreid en toch blijft ‘Epic’ in de top drie staan. Dat maakt me ontzettend blij. Ik probeerde met ‘Epic 56’ en ‘Material’ opnieuw iets te creëren dat mensen aanspreekt. Dat ik die twee nieuwe geuren heb mogen maken als zelfstandige, maakt het extra speciaal.”
Wat is het moeilijkste en wat is het leukste aan je job?
“Het moeilijkste is dat er maar 24 uur in een dag zijn (lacht). We vormen een erg klein team en we werken heel hard. Tegelijk is dat het allemaal waard wanneer het finale product klaar is. In een klein team is het jouw schuld als het slecht gaat. Maar als het goed gaat, ben je net zo trots.”
Op welk punt in je carrière was je het meest trots op jezelf?
“Zonder twijfel bij de lancering van ‘Epic’, mijn eerste parfum voor Amouage. Ik was dan ook verheugd toen het huis mij jaren later opnieuw contacteerde als zelfstandige parfumeur. Een andere grote stap was het creëren van ‘Bossa’ voor het Braziliaanse merk Granado. Brazilië heeft de op één na grootste parfummarkt ter wereld, maar ze hebben er vooral hun eigen grote spelers. Het was fantastisch om voor zo’n groot huis te mogen werken, zeker als zelfstandige – uit Parijs, nota bene! We lanceerden ‘Bossa’ middenin de coronacrisis, in december 2020. Toen ik het parfum zag in alle kerstetalages voelde ik me zo vereerd.”
Veel van jouw creaties zijn uniseks. Is dit een keuze die het merk maakt? En hoe sta je zelf tegenover de klassieke genderverdeling in parfums?
“Meestal komt de briefing van het merk en bepalen zij of het al dan niet een uniseks parfum wordt. Mijn eigen standpunt is dat een geur niet te maken heeft met gender, maar eerder met je stemming of het seizoen. Je moet ook weten dat dit erg cultureel gebonden is. Iets wat hier in Europa als ‘vrouwelijk’ wordt bestempeld, kan in het Midden-Oosten als mannelijk of uniseks worden gezien. Daar is het compleet normaal voor mannen om bijvoorbeeld parfums te dragen met roos.”
Over gender gesproken: parfum was vroeger een echte mannenwereld. Heb je dit zien veranderen tijdens jouw carrière?
“In parfums ‘gouden eeuw’ – ruwweg van de jaren twintig tot de jaren zeventig – waren het echt alleen maar mannen. Het was een metier dat van vader op zoon werd doorgegeven. Pas toen de scholen toegankelijk werden voor vrouwen, begon dat te veranderen. Ik merk dat de slinger naar de andere kant is doorgeslaan, en dat er zelfs stemmen zijn die meer mannen willen om een evenwicht te houden. Ik vind die situaties verschillend. De eerste vrouwen moesten echt afzien om het te maken, terwijl dat in mijn ogen niet opgaat voor mannen vandaag.”
“De industrie in het algemeen is nog steeds een mannenwereld. De directeurs en belangrijke posities zijn overwegend mannen. Op dat vlak is nog veel werk, maar ik geloof dat er verandering zal komen.”
Er is ook een verandering in de visie op parfumeurs. Voorheen draaide parfum vooral om het merk, maar de ‘neuzen’ treden steeds meer op de voorgrond. Hoe ervaar jij die evolutie?
“De gemiddelde consument was zich inderdaad niet bewust van wie zijn of haar parfum maakt. Tegenwoordig is er in de pers meer aandacht voor parfumeurs. Net zoals we uitkijken naar de nieuwste Amélie Nothomb of de volgende Spielberg, worden parfumeurs en hun creaties meer en meer gevolgd. Ik vind het goed dat ze niet langer op de achtergrond blijven, want parfum is al zo’n geheimzinnige industrie. Ik geloof ook dat consumenten vandaag op zoek gaan naar transparantie en meer willen weten over het merk en de mensen erachter.”
Wat brengt de toekomst?
“Ik kan nog niet veel verklappen (lacht). Recent hebben we Amouages ‘Material’ en ‘Epic 56’ gelanceerd. Voor die laatste wilden we een andere versie van de originele ‘Epic’ maken aan 56 procent. Dankzij een specifiek rijpingsproces van vijf maanden kregen we een intenser resultaat, vergelijkbaar met de gisting van wijn. Daarnaast komen we net terug van de TFWA World Exhibition in Cannes waar we de Attars van Amouage hebben voorgesteld. Een ‘attar’ is een veelgebruikte parfumolie in het Midden-Oosten met een concentratie van honderd procent. Het is trouwens de eerste keer dat deze aan de Europese regelgeving voldoen. Ik heb er drie mogen ontwikkelen, met roos, saffraan en oud. Die zullen lente 2022 worden gelanceerd.”
LEES OOK: interview met parfumeur Francis Kurkdjian: ik wil geuren maken die minstens 10 jaar stand houden