Diana d’Orville, het modehuis voor ‘sustainable luxury’, werd opgericht in 2019 in Monaco. Met zijn zijdezachte en zinderende gewaden – echte Made in France – oogstte het label meteen succes. De elegante en geraffineerde stukken zijn geïnspireerd op kunst en beschavingen, door de eeuwen heen. Net als echte kunstwerken zijn het limited editions of zelfs unieke exemplaren. Het is kleding met een ziel. Wij spraken met de oprichtster Audrey Tasiaux.

Wat is Diana d’Orville?

Onze collecties zijn gemaakt om de hele dag te dragen: ‘from your morning espresso to the red carpet’. Ze zijn een ode aan kleur, de mediterrane levenskunst en het rijke Franse modeverleden. We geven het klassieke idee van luxe een postmoderne touch en steunen hierbij op vakmanschap, technologie en traditionele zeefdrukkunst.

Alle stukken bevatten subtiele historische en literaire verwijzingen. Zonder in nostalgie te vervallen, laten ze ons stilstaan bij de Tijd, een kostbaar bezit voor wie haar leven zin wil geven.

Dit is mijn antwoord op de vluchtige en hectische mode-industrie: respect voor het ritme van de natuur, de schoonheid van het werk van een naaister, de emotionele waarde die we hechten aan een kledingstuk dat we bewaren, koesteren en doorgeven aan de volgende generaties. De tijd om de juiste materialen te vinden, wachten tot de snit, plooien en afwerkingen precies goed zijn. De tijd om elke klant de aandacht te geven die zij verdient en langdurige relaties op te bouwen met alle partners waar we mee samenwerken.

Wat deed je vóór je het label Diana d’Orville oprichtte?

Ik heb het geluk gehad op te groeien in een hecht gezin in het zonnige Monaco aan de Middellandse Zee. Ik heb International Business gestudeerd in Londen, waarna ik in Brussel een Master politicologie met specialisatie terrorisme heb gevolgd. Het was dus helemaal niet de bedoeling dat ik in de modewereld zou terechtkomen. Ik ging aan de slag in de media-, kunst- en uitgeverijsector en werkte in Parijs, Londen, Monaco en Hongkong.

Waarom ben je je eigen merk begonnen?

Toen ik klein was, tekende ik al op de muren, tot wanhoop van mijn ouders! Ik denk dat ik die creativiteit altijd wel in me heb gehad, het heeft gewoon wat tijd gekost, een beetje zoals bij een tijdbom! Een kledingstuk ontwerpen (en dragen), is een heel tastbare manier om je uit te drukken, zowel persoonlijk als politiek. Denk maar aan de Sansculotten tijdens de Franse Revolutie van 1789, de Black Panthers in de jaren 70, de jongensachtige ‘garçonnes’ uit de Roaring Twenties… Allemaal gebruikten ze hun kleding om uiting te geven aan hun drang naar emancipatie en hun politieke ongenoegen.

Ze zeggen dat “alle wegen naar Rome leiden”, mijn wegen hebben mij duidelijk tot bij Diana d’Orville gebracht! Naast het product zelf, is dit merk een smeltkroes van alles wat me raakt, inspireert en ontroert.

Wanneer wist je: “Ik ga iets met mode doen”?

Door mijn studie Politicologie begreep ik al snel dat het milieu en de onverantwoorde productiemethoden van de voorbije vijftig jaar enorme problemen met zich meebrachten. De ramp met het Rana Plaza, de huidige situatie van de Oeigoeren of mijn verblijf als vrijwilliger in het vluchtelingenkamp Moria op het Griekse Lesbos… De wereld draait echt door. Bij de ethisch verantwoorde en milieuvriendelijke mode vond ik echter geen eclectische, leuke en chique kleding die ik overal aan kon en waarin ik echt fun kon hebben. Ik bleef maar heen en weer slingeren tussen wegwerp-fast fashion en het cliché van de vormeloze harembroek van ontkiemde zaden!

Toen ik op een avond met massa’s vertraging in Londen landde en dus veel te laat zou komen op een black tie receptie, kleedde ik me in zeven haasten om in de taxi. Ik trok snel een zijden pak uit de sixties aan… en kreeg een staande ovatie van de Londense fashion police. Bovendien zat het lekker en voelde ik me de hele avond geweldig!

Zo kwam ik op het idee om dan maar mijn eigen kleding te ontwerpen, als een tweede huid, half pantser, half cocon. Ik maakte mijn stukken van heerlijke materialen die mijn lichaam perfect flatteerden. Bij mijn terugkomst in Monaco vond ik zijdeleveranciers en een geweldige naaimachine (bekend als de Rolls Royce onder de naaimachines) en zo zag Diana d’Orville het licht! De naam Diana d’Orville is een eerbetoon aan mijn grootmoeder Diana. Haar verfijning, kennis, extravagantie en levenskracht blijven voor mij een onuitputtelijke bron van inspiratie.

Waar haal je je inspiratie verder nog?

Overal! Ik lees heel veel, al van kleins af ben ik een enorme boekenwurm! Ik heb het geluk gehad buiten de platgetreden paden te kunnen reizen en de magie van de plaatselijke culturen te ontdekken. Ik ben gepassioneerd door oriëntalistische kunst, en de thema’s folklore, mythen en legenden komen in mijn collecties herhaaldelijk terug.

Maar er zijn ook de Hitchcock-films, heldinnen uit romans, beelden van vrouwelijke kozakken die te paard over de steppe razen, mythische iconen van de koninginnen van Carthago tot Grace Jones in haar Studio 54-periode of Loulou de la Falaise en haar lange sigarettenhouder. Dat is het type vrouw dat ik voor ogen heb wanneer ik aan het werk ben.

Het licht en de zinderende glinstering van de Middellandse Zee waar ik ben opgegroeid, het werk van Matisse, Dufy, Braque, Cézanne en Zao Wou-ki, waar ik altijd al gek op was. Mijn moeder is kunstschilder en ik denk dat ze dat mijn zus en ik al heel vroeg vertrouwd heeft gemaakt met de kracht van kleuren en met de verrassende mengsels van tinten en halftinten. Ook muziek kan mij raken, van Tsjaikovski’s ‘Slavische Mars’ tot een luide knal op een rave! Overal vind ik inspiratie en het houdt nooit op. En al die indrukken zie je terug in de prints en kleurenpaletten van mijn collecties.

Hoe start je in het tijdperk van ecologische verantwoordelijkheid en slow fashion je eigen modelabel?

Om eerlijk te zijn, had ik niet echt een plan. Het begin was dan ook nogal rommelig en ik heb de plank een aantal keer finaal misgeslagen! Ik kende er niets van, ik heb alles geleerd met vallen en opstaan.

Wat betreft milieuvriendelijkheid en slow fashion, dat is eigenlijk heel natuurlijk gekomen. Waarschijnlijk zit mijn jeugd in het zuiden daar voor iets tussen: daar is een overvloed aan kwaliteitsproducten en de mensen hebben er nog respect voor het leven. Los van de huidige ‘mode’ om ecologisch verantwoord te zijn, was het voor mij logisch om een gezond en menselijk bedrijfsmodel op stellen. En het gaat natuurlijk niet alleen om kleding. Het is gewoon een manier van leven: een verantwoorde consumptie van lokale seizoenproducten met een korte toeleveringsketen. Minder en slimmer kopen, bewust tijd doorbrengen in de natuur, natuurlijke producten gebruiken in plaats van schoonmaakproducten (denk maar aan grootmoeders middeltjes)… Met andere woorden, hou het simpel!

Maar opgelet voor Greenwashing en de termen “Duurzaam/Milieuverantwoord ” die puur voor marketingdoeleinden te pas en te onpas worden gebruikt. Ik ben ervan overtuigd dat de opkomst van de blockchaintechnologie een positieve impact op de mode-industrie zal hebben, zeker wat betreft traceerbaarheid.

Welke materialen gebruik je in je collectie?

Alles is ‘duurzaam’, van de grondstoffen tot de verpakking. Die wordt trouwens ook in Frankrijk gemaakt en bevat geen plastic of derivaten. De beschermhoezen zijn herbruikbare biokatoenen totebags die je nog kunt gebruiken om naar de markt of het strand te gaan!

We werken voornamelijk met zijde en geborduurd Frans brokaat, echt prachtig! Sinds kort doen we ook tests met ecologische materialen zoals cupro, wat beeldig valt, en mengsels van gerecycleerde viscose en polyester.

Waar komen die vandaan?

Alle stoffen zijn afkomstig van restjes van Franse haute-couturehuizen en van familiale zijdefabrieken aan het Italiaanse Comomeer. Daar wordt al sinds het Rinascimento en de Medici volop zijde geproduceerd en we hebben er specifieke afspraken voor zijde en satijn. Hun vakmanschap is buitengewoon en hun fabrieksgeheimen worden van generatie op generatie doorgegeven. Ik hou van deze familiale en ambachtelijke sfeer.

Hoe selecteer je je leveranciers?

Ik werk rechtstreeks en persoonlijk met elke leverancier. Ik neem de tijd om hem of haar op te zoeken en ermee te praten. Sommigen zijn zelfs vrienden geworden! Met elk van hen heb ik een vertrouwensrelatie met een langetermijnvisie. Ik prijs me gelukkig dat ik in deze omstandigheden kan werken.

Hoe milieubewust is je label? Wat maakt het tot een duurzaam merk?

Diana d’Orville is niet alleen milieubewust, we zetten ons ook in voor sociale initiatieven. Ik ben er namelijk van overtuigd dat die twee hand in hand gaan. We nemen regelmatig deel aan liefdadigheidsgala’s en onlineacties. Via internationale ngo’s waren we onlangs nog betrokken bij de hulpverlening aan Libanon en bij onderwijsprogramma’s voor vrouwen in Congo en Madagaskar. En nu het winter is, nodig ik via Diana d’Orville iedereen uit die mee wil meehelpen met voedseluitdelingen.

Wat het milieu betreft, is onze hele waardeketen erop gericht om onze ecologische voetafdruk zo klein mogelijk te houden: sourcing, lokale productie en een korte keten (zo weinig mogelijk transport, ondersteuning van de lokale economie en van vakmanschap dat door de massale delokalisering steeds zeldzamer wordt), stukken die in ons atelier met de hand worden gemaakt, natuurlijke, gerecycleerde of recycleerbare materialen, traceerbaar, zonder water of chemicaliën die de kleuren aantasten en herbruikbare, plasticvrije verpakkingen. De collecties worden just in time of op aanvraag gepland – het zijn unieke stukken of super limited editions. Zo vermijden we overproductie en kunnen we een nulvoorraad aanhouden. Dankzij hun hoogwaardige kwaliteit kunnen de stukken door de seizoenen heen worden gedragen, gaan ze lang mee, worden ze gekoesterd en doorgegeven aan de volgende generaties. Dat staat uiteraard in schril contrast met de wegwerpmode.

Vaak kiezen ecoverantwoorde merken voor eerder neutrale en tijdloze stukken. Jouw collectie daarentegen zit vol kleur, levendige prints en fonkelende materialen. Is dit een bewuste keuze?

Ja, zeker. Ik wil mode brengen die straalt en barst van het leven, een ode aan de vreugde. Mode die tegelijk ook milieubewust is. Het is een lang proces en het is niet altijd eenvoudig, maar het is mogelijk en zeker de moeite waard!

Wat is je doelgroep?

Van bij het begin heb ik een zeer internationaal en eclectisch cliënteel gehad. Van de millennial BFF’s van mijn zusje tot de wat conservatievere vriendinnen van mijn grootmoeder (hoewel, conservatief… ze waren 20 in ’68!), van prinsessen uit het Midden-Oosten tot Amerikaanse zakenvrouwen en Aziatische power women. Maar ze hebben allemaal iets gemeen: het zijn vrouwen met karakter, ze hebben een zekere cultuur, weten mooie dingen naar waarde te schatten, zijn hartstochtelijk en zonnig, en ze houden van reizen en van het leven. Geen navelstaarders dus! Ze doen me wel wat denken aan mijn grootmoeder Diana.

Hoe kunnen we het hele jaar door kleurrijke prints dragen zonder dat het op homewear/een pyjama gaat lijken?

Juwelen! Familiejuwelen, fantasiejuwelen of eindeloos veel diamanten… Maar altijd juwelen!

Waar kunnen we je stukken vinden?

Die zijn te koop op onze website www.dianadorville.com, bij pop-ups en privé-evenementen, en in luxehotels zoals het Eden Rock in St Barths, waarvoor ik net een exclusieve capsulecollectie heb getekend. We ontwerpen ook veel op maat, zoals trouwoutfits voor vriendinnen.

Wat zijn je toekomstplannen?

Ik hoop collecties te kunnen blijven maken, samen met kunstenaars en luxemerken. Ik wil ook graag de onlangs gelanceerde Diana d’Orville-podcast verder uitbouwen. Het zijn minifilminterviews met boeiende persoonlijkheden zoals Vincent Darré. En dan, de NFT’s…wie weet!

LEES OOK

Mardi Editions: Belgische mode met een duurzame twist

Digitale mode: alles over Blockchain, NFT en goed geklede avatars

House of Afangaro: een Rotterdams modelabel met pit