Ze lanceerde haar modelabel op het hoogtepunt van corona, maar vond dat “no big deal”. Kim Kardashian kocht bijna elk stuk uit haar afstudeercollectie, maar ook dat leek haar niet van de wijs te brengen. De Zweedse Jade Cropper is een van de gezichten van de nieuwe Scandinavische stijl: allesbehalve normcore, maar wel heel punk, edgy en groen.
Je gebruikt enkel deadstock en gerecycleerde materialen. Werkt dat beperkend of net bevrijdend?
“De stukken stof die ik krijg of bij elkaar zoek, vormen zelden een mooi geheel. Ze verschillen van kleur, formaat, textuur ... en dat maakt het heel boeiend. Volgens mij zit er veel schoonheid in imperfectie en asymmetrie. Het zijn net die beperkingen die me door mijn ontwerpen heen leiden. De productie kan weleens een uitdaging zijn. De beschikbare stoffen zijn gelimiteerd en dat vraagt een andere aanpak dan die van de klassieke productieketens.”
Is het realistisch om je focus op duurzaamheid te houden terwijl je groeit?
“Het zal moeilijker worden naarmate het label groter wordt, daar twijfel ik niet aan. Toch moeten ethisch verantwoorde collecties het doel blijven. Dat is niet alleen cruciaal voor de visie en ontwikkeling van mijn eigen merk, maar ook een must om de mode-industrie in het algemeen wat schoner te maken. Tot nu toe vond het grootste deel van mijn productie plaats in mijn studio waar ik alles zelf met de hand deed. Maar ik kijk wel uit naar mogelijke partnerships om de productie te kunnen opschalen, zonder in te boeten aan kwaliteit en duurzaamheid.”
Wie of wat inspireert jou?
“Mijn grootmoeder! Ze was een buitengewoon persoon die haar leven leefde zoals zij dat wilde. Een vrije ziel, onafhankelijk en mondig. Ze durfde dat beetje ‘extra’ te zijn. Ik ben helemaal anders, heel introvert. De kleren die ik ontwerp, tonen een andere versie van mezelf. Een alter ego met ballen aan het lijf.” (lacht)