Wie hoopte dat Celsa Maxwell met haar debuutplaat ‘In the Mythical Land of Sound’ de Belgische zomerpodia zou verkennen, is eraan voor de moeite. Tweeënhalf jaar geleden werd de Ternatse vrijwel volledig doof aan één oor, een opdoffer die zelfs de grootste muzikanten aan het wankelen zou brengen. “Ik wil nu eerst een formule vinden waarbij ik me op mijn gemak voel.”
Ze heeft wat van een jonge Marianne Faithfull of een Twiggy met lange lokken, zoals ze op een late maandagochtend op mijn Zoom-scherm verschijnt. Zwarte eyeliner, vuurrode lippen, platinablonde waves … Celsa Crabbe – want zo heet ze echt – lijkt wel weggelopen uit de seventies. Of pakweg eind jaren 60, haar favoriete stijlperiode. Normaal zouden we elkaar vandaag treffen bij Dada Studios in Schaarbeek, waar Celsa het afgelopen najaar haar debuutplaat afwerkte. Helaas dwingt een positieve coronatest haar deze week onverbiddelijk tot huisarrest. Dan maar zo. Na enkele minuten in het gesprek valt mijn oog op een vintage platenspeler, rechts naast mijn interviewobject in beeld. “Ik ben een oude ziel,” vertrouwt Celsa me toe. “Ik luister het liefst naar elpees. Op mijn achtste leerde ik The Beatles kennen, dé ontdekking van mijn jonge leven!”
Dat Celsa Crabbe muziek met de paplepel werd ingegeven, lijkt een understatement. Ze is de dochter van Luc Crabbe en Nathalie Duyver, respectievelijk zanger/gitarist en keyboardspeelster van de band Betty Goes Green, die in de jaren 90 furore maakte met hits als ‘Cold by the Sea’ en ‘The Well’. Celsa’s broer Lenny deed dan weer tienerharten sneller kloppen als frontman van het inmiddels gesplitte Freaky Age. Ter opfrissing: puppyogen, lang kastanjebruin haar, karakteristiek hoedje.
Hoe was het om met een rockformatie onder één dak te leven?
Celsa: “Niet zo speciaal, hoor. (lacht) Er was altijd veel muziek in huis, dat wel, maar als kind had ik niet door dat mijn ouders iets anders deden dan de meeste ouders. Lenny’s gloriejaren met Freaky Age heb ik bewuster meegemaakt. Ik denk dat ik zijn optredens waar ik niet bij was op één hand kan tellen.”
Jij stond daar dan en dacht bij jezelf: dát wil ik ook doen?
“Nee, het tegenovergestelde. Ik wilde totaal geen muziek maken, net omdat iedereen thuis ermee bezig was. Het was hun ding, niet het mijne. Het voelde ook ergens als een stap te veel. Het zoveelste lid van de Crabbe-clan die een song schrijft. Zat iemand daarop te wachten?”
Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan.
“Het lijkt wel zo. Op een dag – ik was een jaar of 13 – vroeg ik mijn vader om me wat akkoorden op de gitaar te leren. Er zat geen ambitieus plan achter, waarschijnlijk verveelde ik me. Het leek me wel tof om enkele nummers van The Beatles te kunnen spelen. Niet meer dan dat. Maar zodra ik de tonen onder de knie had, ben ik zelf beginnen te schrijven en zingen. Alsof ik nooit iets anders had gedaan. Goed gitaar spelen lukt me nog steeds niet, ik teer op de basis. (lacht) Het is niet aan mij besteed om uren op een instrument te zitten tokkelen. Ik zoek liever naar de juiste woorden.”
Je bent op je 16de een opleiding songwriting gaan volgen, in de Engelse badplaats Brighton of all places.
“Een leuke stad! Ik was als tiener helemaal in de ban van zowel het album als de film ‘Quadrophenia’ van The Who, die zich onder meer afspeelt in Brighton. Die coole sfeer hangt er nog steeds in de lucht. Ik vertoef bovendien niet graag in een grote, anonieme stad. Brighton is compact, je kunt er alles te voet doen. Een soort van mini-Londen aan de kust. Uiteindelijk ben ik er maar een jaar gebleven. Ik was nog piepjong en moest eerst uitzoeken wat ik wilde doen met mijn leven.”
Het duurde nog tien jaar voor je debuutplaat er kwam. Heb je het gevoel dat je tijd hebt verspild door zo lang te wachten?
“(denkt na) Nee, ik had die tijd nodig om mezelf te overtuigen. Ik heb lang in een café gewerkt en vaak getwijfeld of ik iets zou uitbrengen of niet. Ik ben een piekeraar, een overdenker. Intussen werk ik aan mijn tweede plaat en nog vraag ik me af: is dit wel wat ik echt wil en moet doen? Ik hou van muziek maken, en toch trekt iets me terug. Misschien ken ik het leven van een artiest te goed via mijn ouders en broer … Zij stonden constant in de belangstelling, dat is niets voor mij. Ik ben geen geboren performer. Ik ben eerder onzeker en klap dicht als ik omringd word door mensen die ik niet ken. Zat ik vroeger in een opnamestudio voor een losse single, dan voelde dat verkeerd. Ik was snel de kluts kwijt en hield niet van die afgeborstelde studiosound. ‘In the Mythical Land of Sound’ heb ik thuis opgenomen, in mijn eentje op de laptop. Tamelijk amateuristisch, een beetje prutsen hier en daar, maar ik had wel alles onder controle. Ik heb zelfs gewacht tot de plaat helemaal op punt stond voor ik ze aan mijn familie liet horen. Ze vielen compleet uit de lucht, wisten niet eens dat ik er een aan het maken was.”
En, wat vonden ze ervan?
“Ze waren enthousiast en heel trots – zoals je dat van familie mag verwachten, zeker? (lacht) Al gaat vooral Lenny altijd eerlijk zijn mening geven. We hebben elk onze manier van schrijven en een heel andere visie op het produceren van muziek. Ik luister sowieso naar wat hij te zeggen heeft, maar aan het einde van de dag volg ik wel mijn gevoel. Mijn eigenwijsheid is sterker dan mijn onzekerheid.”
Het is een prachtplaat, zacht en vol fantasie maar bij momenten ook zwaarmoedig. Herken jij die dualiteit bij jezelf?
“Absoluut, ik worstel vaak met mezelf. Op dit moment ben ik oké, maar ik heb diep gezeten. Enkele jaren geleden werd ik van de ene dag op de andere eenzijdig doof. Plots stond alles stil en op z’n kop. Die eerste zes maanden heb ik nauwelijks naar muziek geluisterd. Elke toon klonk raar en overweldigend. Het brak me volledig. Ik had geen zin meer om iets te doen of iemand te zien. Pas na een halfjaar ben ik opnieuw beginnen te schrijven. ‘Listen’ werd toepasselijk het eerste nummer op de plaat. Van daaruit begon ik te bouwen. In de titelsong heb ik het over mijn zoektocht in een wereld die ineens enorm wazig leek – een mythisch land met allerlei nieuwe geluiden. Het nummer is lang; je moet je er bijna doorspartelen. Precies zoals ik die hele periode ervaarde.”
Wat is er precies gebeurd?
“Ik ben op een ochtend opgestaan met een ruis in mijn rechteroor en besefte al vrij snel dat mijn gehoor weg was. Ze vermoeden dat een virus mijn binnenoor heeft aangetast. Eerst dacht mijn huisarts aan een oorontsteking en dat het wel voorbij zou gaan. Ik ben acht weken lang fout gediagnosticeerd geweest. Daarna was het eigenlijk al te laat om met een gepaste behandeling te starten. Met alle gevolgen vandien … Nu zit ik met een oor dat klinkt als een kapotte radio.”
Denk je dat deze plaat anders had geklonken als je twee perfect werkende oren had?
“Daar ben ik zeker van. Het was een compleet andere plaat geweest, als ik er al één gemaakt zou hebben … Daar twijfel ik soms aan: zou ik ook in actie zijn geschoten zonder dat gehoorverlies? Of was ik gewoon nummers blijven schrijven in alle anonimiteit? Geen idee. Toen ik min of meer op het punt van aanvaarding kwam, voelde ik me opgejaagd. Ik was het gehoor in mijn rechteroor zo onverwacht kwijt, wat als dat ook met mijn andere oor zou gebeuren? Dat is de reden, denk ik, waarom ik nu al bezig ben met de tweede plaat. Ik wil nog zoveel mogelijk schrijven en opnemen. Niet dat ik elke dag in angst leef dat ook mijn linkeroor het gaat begeven, maar dan ben ik tenminste voorbereid.”
Wanneer komt die tweede Celsa Maxwell er?
“Hopelijk voor het einde van dit jaar. We zien wel. Ik wil mezelf geen druk opleggen. En terwijl ik dit zeg, besef ik dat ik zo iemand ben die zichzelf altijd veel te veel druk oplegt.”
No extra pressure, maar het zou fijn zijn om je ook eens op een podium te zien.
“Je bent niet de eerste die dat zegt, maar ik heb de plaat niet uitgebracht met het idee om meteen te gaan toeren. Ik dacht eerlijk gezegd niet dat er aandacht voor zou zijn. Nu de aanvragen binnenkomen en ik elke keer moet weigeren, besef ik dat ik dit had moeten voorzien. (lacht) Ik voel me er gewoon niet klaar voor. Ik wil eerst een formule vinden waarbij ik me op mijn gemak voel. Binnen enkele maanden misschien? Ik ben pas onlangs voor het eerst sinds mijn gehoorverlies naar een optreden gegaan, van Fontaines D.C. in Trix. Ik zat jarenlang met de angst dat ik nooit meer van een concert zou kunnen genieten, dat ik in paniek de zaal zou uitlopen. Gelukkig klonk het fantastisch, misschien zelfs beter dan voordien. Alsof ik nu pas écht luister.”