Dat het internet niet mals is voor vrouwen, dat wisten we al. Dat het daarin niet verschilt van de dagdagelijkse realiteit, daarbij hoeven we ook geen tekening te maken. Artificiële intelligentie, computernetwerken en het wereldwijde web bestaan al een dikke 30 jaar, maar zijn nog steeds een braakliggend terrein als het over gendergelijkheid en het aanpakken van misogynie gaat. De Franse krant Le Monde wijdde al in 2015 een artikel aan het fenomeen, onder de kop ‘Waarom is het internet zo vijandig voor vrouwen?’ Een artikel dat vandaag – zeven jaar later – had kunnen verschijnen, want er is sindsdien nog geen millimeter vooruitgang geboekt.
Cyberpesten
In 2021 lanceerden de Belgische journalistes Myriam Leroy en Florence Hainaut hun documentaire #SalePute (zoveel als #VuileHoer, red.). Het onderwerp? Cyberpesten, waar een meerderheid van de vrouwen – zijzelf inbegrepen – slachtoffer van zijn. Volgens een VN rapport uit 2017 werd al driekwart van de vrouwen slachtoffer van cybergeweld. In de Verenigde Staten worden vrouwen zelfs drie keer meer aan cybergeweld blootgesteld dan mannen. Wanneer ze al niet persoonlijk worden aangevallen (met bedreigingen, gerichte pesterijen, oneerbare voorstellen, doxing, het delen van intieme inhoud …), moet de geloofwaardigheid van de vrouw in het algemeen er wel aan geloven.
Volgens een rapport van Fondation des Femmes en de Sciences Po hogeschool in Parijs, tonen bijna 35% van de video’s die op het internet worden verspreid een degraderend vrouwbeeld. “Ze promoten een verwrongen en verfoeilijke visie op de samenleving en op de relaties tussen mannen en vrouwen,” volgens Sylvie Pierre-Brossolette, lid van de Fondation des Femmes. Zelfs vrouwelijke karakters die online worden opgevoerd zijn fel onderhevig aan stereotypes (75%). Onder de meest voorkomende archetypes vinden we het sentimentele wicht, het kokette poppetje, de koelbloedige verleidster… Mannelijke stereotypen worden dan weer met positieve eigenschappen geassocieerd, eigenschappen zoals kracht en moed. Het zijn deprimerende vaststellingen, die smeken om een antwoord op de vraag: waar en wanneer is het zo grondig de mist in gegaan?
Mannenbastion
Misschien was het wel tijdens de jaren 80 en 90, toen de IT-sector een ware vermannelijking onderging. Daarvoor – en dit is een stukje vergeten geschiedenis – waren vrouwen niet alleen prominent aanwezig in de informatica, maar speelden ze zelfs een sleutelrol in de ontwikkeling van digitale technologie. Ada Lovelace maakte het eerste echte computerprogramma. De eerste echte programmeur was dus eigenlijk … een programmeuse. Zo’n 80 jaar geleden vond Hedy Lamarr de technologie uit die vandaag aan de grondslag ligt van de hedendaagse mobiele telefonie, gps en wifi. Ada en Hedy waren gamechangers.
In 1983 stond de IT-sector nog op de tweede plaats van sectoren die het meeste hoogopgeleide vrouwen tewerkstelden. Onderzoeker Isabelle Collet vertelt hoe daarna het aantal vrouwen in de IT-sector halveerde, in minder dan 20 jaar. Tot op dat ogenblik beschouwden mannen het schrijven van code als minderwaardig werk, maar de explosieve opkomst van de informatica stelde bedrijven en overheden voor grote strategische uitdagingen. Informatica won pijlsnel aan prestige, waardoor veel mannen zich naar de sector repten, ten koste van vrouwen. “De geschiedenis wijst uit dat wanneer een bepaald kennisdomein aan belangrijkheid wint bij de brede bevolking, die snel vermannelijkt,” verduidelijkt Juliette Hanau, auteur van ‘Je code donc je suis: Femmes et numérique.’ (‘Ik programmeer, dus ik ben: vrouwen en digitale technologie’, red.)
De tweede reden? De opkomst van de personal computer in de jaren 70. “Voordien hadden informaticastudenten nog nooit een computer aangeraakt, die waren immers zeldzaam en duur,” vertelt Juliette Hanau. “Alle studenten begonnen op gelijke voet.” Toen personal computers op het toneel verschenen, konden bijna alleen mannen er een in huis halen. In die tijd hadden jongens immers twee keer zoveel kans om er eentje cadeau te krijgen dan meisjes. Ze konden er dus eerder mee aan de slag. Zelfs vandaag nog worden maar 33% van de meisjes door hun ouders aangezet om een technische opleiding te volgen, tegenover 61% van de jongens.
Het witte jas-syndroom
Combineer dit met het seksistische vooroordeel dat vrouwelijke informatici er sowieso moeten uitzien als Lisbeth Salander en je begrijpt waarom vrouwen maar 17% uitmaken van de mensen die in de IT-sector werken. Het aantal IT-jobs blijft wel groeien. Het goede nieuws is dat zo het aantal hoogopgeleide vrouwen in de sector blijft toenemen. Het slechte nieuws is dan weer dat dit aan een slakkengangetje gaat.
“Software met artificiële intelligentie wordt ontwikkeld door teams die bijna uitsluitend uit mannen bestaan, dus het wordt ontworpen vanuit een mannelijk oogpunt en is gebaseerd op hun behoeften,” vertelt Juliette Hanau. Net zoals airbags en veiligheidsgordels afgestemd zijn op een mannelijk lichaam – wat gevaarlijk of zelfs dodelijk kan zijn voor vrouwen, maar dat is een ander verhaal – is deze technologie niet objectief neutraal en bevat ze de denkwereld van de ontwerpers. Onderzoeker Isabelle Collet heeft aangetoond dat de eerste versie van de Gezondheid-app van Apple niet de mogelijkheid bood om een menstruatiecyclus te monitoren. Niemand had eraan gedacht dat dit iemands vorm kon beïnvloeden.
Unesco heeft al spraakassistenten op de vingers getikt voor het overbrengen van ‘seksistische vooroordelen’ door hun standaard vrouwelijke stem en hun ‘volgzame persoonlijkheid’ en beveelt aan dat de ontwikkelaars meer vrouwen in hun teams opnemen. Artificiële intelligentie identificeert een vrouw in een witte jas als een verpleegster en een man in een witte jas als… een dokter. Het meest sprekende voorbeeld blijft het falen van het geautomatiseerde aanwervingssysteem van Amazon. Getraind op basis van cv’s die tien jaar lang bij het bedrijf werden ingediend – meestal cv’s van mannen – bestrafte het algoritme automatisch de cv’s van vrouwelijke kandidaten. “Zelfs wanneer je AI-algoritmes opdraagt om het geslacht te negeren, vinden ze wel andere manieren om het te ontdekken,” zegt Susan Leavy, onderzoeker bij het University College van Dublin. Omdat ze gestoeld zijn op gegevens uit het verleden, hebben de algoritmes het vermogen om ons ettelijke decennia terug te slingeren.
Kan het anders?
“Ik denk niet dat het internet seksistisch is. Het is gewoon een weerspiegeling van een samenleving die dat nog steeds is,” zegt Juliette Hanau. “Je kunt je afvragen hoe het internet eruit zou hebben gezien als het door vrouwen was gecodeerd.” Digitale technologie kan ook een middel zijn tot empowerment van vrouwen en een krachtig instrument om hen te mobiliseren. De opkomst van het internet en de sociale netwerken hebben de invloed van het feminisme doen toenemen. Vrouwen spreken vrijer dan mannen. Daardoor zijn er online nu inspirerende pagina’s in overvloed: Georgette Sand, Les Internettes, Osez le Féminisme, Gang du Clito… In sommige landen is digitalisering zelfs heel belangrijk voor de bevrijding van vrouwen. In Somalië, een ultraconservatief land, zien net de eerste 100% vrouwelijke media (Bilan Média) het daglicht, een geweldige primeur. Of nog, in de woorden van Romain Badouard, een onderzoeker in de informatiewetenschappen: “Technologieën zijn niet neutraal, maar ze zijn ook niet onveranderlijk. Ze kunnen worden ontleed, om ze daarna opnieuw uit te vinden.”
LEES OOK:
Empowerment! Really? Laat je niet misleiden door fauxpowerment
My story: “zijn ontrouw bevrijdde mij uit zijn macht”
Zorgt meditatie voor een beter seksleven? Een seksuologe spreekt zich uit