ELLE gaat in de leer bij mensen die het maken. Ze steken hun handen uit de mouwen en creëren parels van objecten die het midden houden tussen kunst en craft. Deze keer: schilder slash pilote Laura Limbourg, voor wie de sky – letterlijk – de limit is.
Ze werd geboren in Edegem, groeide op in het Tsjechische Mladá Boleslav (waar ook de ŠKODA-auto’s vandaan komen), en woont momenteel in hartje Harlem, New York. In een huis dat ze deelt met een groep bevriende kunstenaars. Het mag wel duidelijk wezen: Laura Limbourg (26) is allesbehalve honkvast. Londen lonkt. En ook Antwerpen is opnieuw een reële kanshebber. “Ik heb het gevoel dat ik een deel van mijn kindertijd in Antwerpen heb gemist, dus het zou fijn zijn om er even te verblijven en misschien enkele lessen te volgen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten.”
Laura komt zopas van een andere Academie voor Schone Kunsten. Die in Praag, waar ze zes jaar lang studeerde onder leiding van Martin Mainer en Josef Bolf, twee zwaargewichten in de Tsjechische kunstscene. Tijdens haar tweede jaar aan de Academie kwam ze tot het besef dat ze niets anders meer wilde doen dan dat. Haar passie groeide uit tot een soort van drang, een onvermijdelijkheid. Studiodagen van meer dan tien uur non-stop schilderen werden de norm. Een ritme dat ze er tot op vandaag rigoureus op nahoudt. Paint, sleep, repeat. “Het klinkt erger dan het in werkelijkheid is,” verduidelijkt Laura. “Ik gun mezelf af en toe een vrije dag, maar wanneer ik een idee in mijn hoofd heb, dan moet dat er eerst uit. Gelukkig werk ik snel. Aan een doek van twee meter op twee zit ik meestal een paar dagen. Ik ben van nature een rustig persoon, maar in de studio heb ik graag dat het vooruitgaat. Dan ben ik ongeduldig, wat gejaagd zelfs. Ik schilder alles in één keer, vandaar dat je quasi elke penseelstreek kunt waarnemen.” Laura’s upbeat tempo verklaart meteen waarom ze niet langer start met een schets op papier. Het vertraagde haar werkproces en nam een stuk spontaniteit weg. “Acht op de tien schilderijen die ik nu maak, zijn slecht en toon ik aan niemand. Maar met twee goede neem ik absoluut genoegen!” (lacht)
Palmbomen en prostitutie
Tijdens haar derde jaar aan de Academie reisde Laura naar Zuidoost-Azië, met wel nog een schetsboek op zak. Ze zag er prostitutie op elke hoek van de straat. Jonge vrouwen, soms kinderen, die hun lichaam verkopen om de rest van het gezin te kunnen onderhouden. “Het was schokkend om met je eigen ogen te zien hoe makkelijk het er is om aan meisjes te geraken, voornamelijk in de grootsteden. Eenmaal terug in Praag voelde ik me compleet leeg en verslagen, maar tegelijkertijd had ik zoveel energie. Ik wilde de verhalen van al die meisjes in beeld brengen en hen portretteren als sterke heldinnen in een afschuwelijke situatie, niet puur als slachtoffer.”
Acht op de tien schilderijen die ik maak, zijn slecht en toon ik aan niemand
Ook al staan Laura’s schilderijen bol van de blote borsten en andere intieme lichaamsdelen, vulgair zijn ze nooit. De kleuren die ze gebruikt zijn zacht, de lijnen vervaagd. “Prostitutie is een vorm van moderne slavernij. Het is een zwaar onderwerp, en net daarom probeer ik het zo licht mogelijk te schilderen. Ik gebruik geen gesso, maar breng de acrylverf rechtstreeks aan op het canvas. En eerst mix ik de verf met veel water zodat het resultaat op een aquarel lijkt. Ik hou van die gewassen look waarbij het ene afgebeelde overvloeit in het andere.” De meisjes in Laura Limbourgs kunstwerken zijn vaak in het gezelschap van traditionele symbolen eigen aan de Aziatische cultuur. Tijgers als beschermers van de meisjes, dolfijnen als een verwijzing naar de kindertijd die hen werd afgenomen, de zonsopgang als teken voor betere tijden die zullen komen, palmbomen als symbool van het aards paradijs … En porseleinen vazen. Véél porseleinen vazen. “In Yingge, de Taiwanese hoofdstad van de keramiek, zag ik de mooiste beschilderde vazen. Het delicate karakter en de sensuele, vrouwelijke vormen ervan fascineren me. Hoe kan het zijn dat er in een land met zo’n prachtige cultuur, waar je heilige gebouwen nauwelijks mag betreden met een blootliggende enkel of tattoo, en waar er zoveel respect voor ambacht en traditie heerst, wél zomaar meisjes op straat verkocht worden?! Die contradictie wil ik aanklagen in mijn werk.”
Vorig jaar besloot Laura dat erover schilderen niet de voldoening gaf waar ze op had gehoopt. Dus benaderde ze Afesip, een Cambodjaanse ngo die zich inzet tegen misbruik en seksuele uitbuiting. Laura reisde terug naar Cambodja en gaf er een tijdje kunsttherapie aan kinderen tussen 3 en 15 jaar oud, één voor één gered van een leven op straat. “We maakten twee enorme schilderijen samen. Ze vonden het geweldig om de hele dag creatief bezig te zijn en er een kliederboel van te maken. Gewoon doen wat kinderen normaal doen. De schilderijen maakten achteraf deel uit van mijn afstudeerproject, en als ik ze ooit verkoop, gaat de opbrengst naar Afesip en de meisjes. Ik mág hun verhaal vertellen, dan is dat wel het minste wat ik kan teruggeven.”
Elke steek of opmerking, hoe vervelend ook, is belangrijk voor je groei
Booby trap
Het had trouwens geen haar gescheeld of Laura Limbourg was nooit schilderkunst gaan studeren. Althans, zo beweert ze, “voor de grap”. Op haar 16de begon ze met zweefvliegen in de Aeroklub van Mladá Boleslav, waar ook haar Tsjechische grootvader als tiener leerde vliegen in het leger. “Een jaar nadat ik mijn vergunning behaalde, stapte ik over op motorvliegtuigen. Mijn back-upplan voor als mijn kunstdroom op niets zou uitdraaien. (lacht) Wist je dat de titels van mijn doeken vaak verwijzen naar de luchtvaart? Tijdens de Tweede Wereldoorlog schilderden piloten altijd iets op de neus van hun vliegtuig. Meestal een pin-up girl of woorden met een dubbelzinnige betekenis. ‘Booby trap’ of ‘hump in honey’ bijvoorbeeld. Omdat mijn schilderijen eveneens een seksuele connotatie hebben, kopieer ik zo nu en dan een oude naam, op voorwaarde dat die niet te schunnig is…”
Voorlopig gaat het Laura voor de wind als kunstenares. Ze exposeerde al tweemaal solo in Praag en mocht daarnaast deelnemen aan enkele groepstentoonstellingen, onder andere bij Yiri Arts in Taiwan, Suppan in Wenen, IRL in New York en ook bij het gerenommeerde HOFA Gallery in Londen, waar ze een van de topartiesten is. Kunstkenners en verzamelaars prijzen haar wazige en ietwat naïeve stijl, en in 2020 mocht ze – nog als studente – de 13th Prize of Art Critique for Young Painting in ontvangst nemen. Toch voelt de jonge artieste de nodige weerstand, vooral van medestudenten die haar kunst als ‘te commercieel’ bestempelen. “Blijkbaar is verkopen niet (langer) het objectief van een kunstenaar. (lacht) Maar als ik helemaal niets verdien, dan zou ik geen geld of verfmateriaal kunnen opsturen naar de organisaties waarmee ik samenwerk. En dat is net het punt van wat ik wil realiseren.” Raakt het haar, de negatieve kritiek? “Natuurlijk doet het me iets, maar ik laat me er niet door afleiden. Ik ben er zelfs dankbaar voor. Want elke steek of opmerking, hoe vervelend ook, is belangrijk voor je groei. Zonder frustratie kun je immers nooit beter worden of boven het gemiddelde stijgen.”
Van groot naar klein
Werp één blik op haar Instagrampagina en je begrijpt meteen dat Laura Limbourgs repertoire allesbehalve gemiddeld is. Alleen al de afmetingen van haar schilderijen … Wie kan er thuis aan de muur een canvas van drie meter op twee kwijt? “Bijna niemand, dat besef ik. Voorlopig zijn mijn klanten hoofdzakelijk kunstverzamelaars uit Tsjechië, Taiwan, Frankrijk en de Verenigde Staten. Maar ook het brede publiek vindt stilaan zijn weg naar de kunstwereld, dat merk ik, zelfs bij mensen van mijn leeftijd. De tijden veranderen en geld is nauwelijks nog iets waard op je bankrekening.” Zal ze ooit plooien en kleinschaliger werken om het publiek te pleasen? “Ik ben al aan het plooien! (lacht) Niet dat ik het speciaal doe om te pleasen, wel eerder uit praktische overwegingen. Hier in New York heb ik simpelweg niet de ruimte die ik voordien had. Ik worstel er dagelijks mee, want een kleiner frame beperkt me. Net omdat ik de meisjes normaal op ware grootte teken, lijken ze echt tot leven te komen.”
Over levensgrote werken gesproken: scrol even verder op haar Instagrampagina en je spot Laura op een ladder naast een reusachtige vaas uit beton. Ze maakte er drie in totaal die ze vervolgens met de hand beschilderde. Het is haar droom – naast een solotentoonstelling in de White Cube Gallery – om nog meer sculpturen te creëren, die net als haar schilderijen de ruimtelijkheid opzoeken. “Alleen zal ik voortaan twee keer nadenken over het formaat. Deze vazen groeiden vér boven mijn hoofd.” (lacht)
In mei 2023 kun je Laura Limbourgs werk bewonderen bij Ballon Rouge Collective in Brussel.
Nog meer schildertalent? Lees ook het interview met Geert Koekoeckx.