De zoon, de vader en de grootvader, in die volgorde. Gabrielle was getrouwd met drie mannen uit dezelfde familie, waarvan minstens twee de liefdes van haar leven waren...
Je denkt dat dit alleen voorkomt in de Verenigde Staten, in tv-series of in bijzonder achtergestelde milieus. Maar ook al was de familie van mijn man vrij welvarend, wij voldeden nooit aan de clichés van de soap opera's.
Ik was 30 toen ik mijn eerste man ontmoette, Jean-Christophe...
Hij was vier jaar jonger dan ik. Voor mij was het een verstandshuwelijk, een intrede in de volwassenheid, zonder passie. Na tien jaar rondfladderen en genieten van meerdere minnaars, leek het me tijd om te settelen en de ideale vrouw te worden van een begeerde man. Het was begin jaren 2000, de wereld voelde onzeker. 11 september had toegeslagen, mensen reisden minder en feestjes hadden niet meer dezelfde smaak. Velen rondom mij besloten om een meer huiselijk leven te gaan leiden. We woonden in een zeer cliché, zeer gesloten wijk met nette gedragscodes, proper gesnoeide hagen, weekends in Knokke...
Ik was een sportvrouw, ik reed paard, speelde golf en tennis. Ik zag Jean-Christophe nauwelijks.
Als goede enige zoon was hij erop gebrand het familiebedrijf over te nemen en indruk te maken op zijn vader, voor wie hij een grenzeloze bewondering koesterde. De aandacht, goedkeuring en trots van zijn vader waren alles voor hem. Na vijf jaar huwelijk en twee kinderen was ik aan het wegkwijnen. Dezelfde feestjes, dezelfde mensen, de leegte, de trends waardoor we allemaal op kopieën van elkaar begonnen lijken. Jean-Christophe - met zijn onverzadigbare seksuele drift en vele tekortkomingen - bedroog mij uiteindelijk met verschillende van mijn 'vrienden'. Ik zag de blikken, de handen onder tafel, de lichamen die in de keuken langs elkaar schuurden tijdens diners... en ik zei niets. Ten eerste omdat ik niet echt gekwetst was, en ten tweede omdat ik financieel volledig van hem afhankelijk was. Ik vond het vervekend om door onze familieleden, die er allemaal van wisten, als arm te worden beschouwd, maar Jean-Christophe bleef vriendelijk en zorgzaam. We speelden allemaal toneel, meer niet.jrrh
Op een avond in januari ging de telefoon...
Aan de andere kant van de lijn vertelde een vrouwenstem aan Jean-Christophe dat zijn 'vriendin' zojuist een ernstig auto-ongeluk had gehad en dat ze wilde dat hij aan haar bed kwam. Tot dan kon ik doen alsof ik de situatie negeerde, maar toen ik met deze situatie werd geconfronteerd, had ik moeite om kalm te blijven. Wanneer hij een paar uur later uit het ziekenhuis kwam, vertelde ik hem naïef dat ik van hem wilde scheiden en de helft van alles wat hij bezat wilde. Hij lachte me in mijn gezicht uit. Toen trok ik de vernederingskaart: ik zou het zijn vader vertellen - zijn grote held - , hoe ellendig en zielig zijn kroost was. Ik was bereid om de meest gênante bedgeheimen te delen en Jean-Christophes bizzarre seksuele voorkeuren op tafel te gooien... Het ging er niet langer om mijn huwelijk, mijn kinderen, mijn reputatie of die van Jean-Christophe te beschermen, ik was woedend en doodsbang.
Ik voerde dus mijn dreigementen uit en vroeg om een afspraak met Jean-Christophe’s vader, Olivier.
We zagen elkaar niet veel, hij en zijn vrouw waren geen modelgrootouders, elk te druk met het runnen van hun eigen bedrijven en het leven als actieve mensen van middelbare leeftijd. Jean-Christophe's moeder had me nooit gemogen. Ze vond me te oud voor haar zoon, behandelde me als een idioot onder het voorwendsel dat zij een respectabel en gerespecteerd openbaar beroep had, terwijl ik een "huisvrouw" was. Olivier daarentegen was altijd vriendelijker tegen me geweest, maar zonder dubbelzinnigheid of warmte. Het verbaasde me dan ook dat hij geëmotioneerd was toen ik hem belde. Ik dacht dat hij op de hoogte was van de situatie, maar niets was minder waar. De reden was anders: hij had net de dood van verschillende collega's vernomen. Dit was in juli 2006, midden in een golf van aanslagen in Bombay waar Olivier belangrijke financiële belangen had. Ontdaan door zijn verwarring haastte ik me naar hun huis. Zijn vrouw was een paar dagen weg. Hij was alleen, aangeslagen, impressionant.
Ik keek hem aan alsof ik hem nooit eerder had gezien. Ik wist het, hij wist het.
In het volgende jaar verliet hij zijn vrouw, kapte zijn zoon af, leerde zijn kleinkinderen kennen, rondde zijn zaken af en trok bij mij in. We trouwden met alleen de ambtenaren van de burgerlijke stand als getuigen. We hadden bijna zeven jaar intense, respectvolle en wederzijdse liefde. We ondergingen challenges, soms leek het wel wij twee tegen de rest van de wereld. We waren gelukkig. Ik hield van deze man met heel mijn wezen.
En toen stierf Olivier. Zonder reden, zonder gerechtigheid, zonder verklaring.
Hij stierf door een stom ongeluk. Een tragedie. Op zijn begrafenis waren alleen mijn kinderen en zijn vader Jacques aanwezig. Hij woonde sinds de jaren '90 in Zweden nadat hij een vrouw was gevolgd en een nieuw leven was begonnen. We hadden elkaar nooit ontmoet. Hij was een recente weduwnaar, net als ik. Hij was 77 jaar, ik 42... We waren beide vol verdriet, maar nog steeds in leven. Gedurende de paar dagen van zijn bezoek, leerde ik hem kennen. Hij wist niet veel over de zoon die hij te jong had gekregen en van wie hij zo lang verwijderd was geweest. Dus ik vertelde hem alles, we praatten uren en urenlang.
Hij nodigde me uit om Zweden te bezoeken en sindsdien zijn we onafscheidelijk.
In 2017, op Jacques' 80ste verjaardag, stapten we in het huwelijksbootje. We wonen vlakbij Göteborg, we leiden een rustig leven en genieten van elk moment. We weten dat een van ons eerder zal gaan dan de ander, maar dat zien we dan wel. Ik ben gelukkig, dat is wat telt.