Van kurk tot cassettebandjes: drie designers over hun fetisjmateriaal

Geüpdatet op 12 oktober 2023 door Jolien Vanhoof
Van kurk tot cassettebandjes: drie designers over hun fetisjmateriaal

Het ene materiaal is het andere niet. Vaak is het meer dan een middel om tot een mooi accessoire of kledingstuk te komen, en wordt het onbetaalbaar en onvervangbaar. Omdat het een duurzaam verhaal vertelt, de persoonlijkheid van de maker reflecteert of simpelweg schittert in al z’n eenvoud.

Karolin Van Loon

© Nicole Huisman

In een vorige carrière speelde Karolin Van Loon (47) al met kleuren en vormen. Toen als interieurarchitecte, vandaag als juwelenontwerpster. Wars van de trends of hypes combineert ze haar liefde voor statement sieraden met een passie voor agaat. Snijd de natuursteen doormidden en je krijgt twee prachtige gekristalliseerde helften. “In het holle gedeelte van elk rotsje zit een energie die je aantrekt of net niet.”

Wat trekt jou zo aan in agaat geodes?

“In de eerste plaats de unieke kleurschakeringen. Geen steen is hetzelfde, en dat vind ik op zich heel bijzonder. Mijn man is diamantair en streeft bij elke diamant de perfectie na. De zuiverheid, de kleur, de slijpkwaliteit… alles moet voortreffelijk zijn. Daarom combineer ik diamanten liever met iets ruws of onafgewerkts; ik ben zelf ook niet perfect. (lacht) Vroeger ging ik altijd op zoek naar een plankenvloer met karakter. Of trok ik met klanten naar Italië om er een marmer uit te kiezen met een ader die er net iets anders uitzag. Bij een agaat krijg ik hetzelfde gevoel. Het zijn luchtbellen die miljoenen jaren geleden in lava zijn ontstaan en waarin zich gesteente heeft gevormd. Een stoffig boeltje eigenlijk. Toen ik de stenen voor het eerst ontdekte op een beurs, waren ze ergens in een hoekje geduwd. Ik ben zelfs op mijn buik moeten gaan liggen om ze beter te kunnen zien. Ze zijn vrij bruut, maar als je ze openslijpt word je verblind door alle kleuren en kristallen binnenin.”

Je werkt ze wel af met een diamanten randje.

“Klopt. Omdat agaat niet geslepen wordt, zoals een toermalijn bijvoorbeeld, beschouwt men het niet als een edelsteen. Het is eerder afvalmateriaal. Dat was voor mij de drive om de stenen te laten schitteren met niets minder dan 18-karaats goud en diamanten. Ik krijg wekelijks de vraag waarom ik geen zilverlijn uitbreng, maar dat wil ik gewoon niet. Dan zouden de agaatjes niet de aandacht krijgen die ze verdienen.”

ring, juwelen, ontwerper, antwerpen, diamant, agaat, geode, materiaal

Lig je nog vaak op je buik, op zoek naar de juiste agaten?

“Stel je voor! Intussen werk ik samen met een fijn familiebedrijf in Mexico, dat de toestemming heeft om te ontginnen in een bovengrondse mijn. Daar zitten agaten met de mooiste kleuren verborgen. Een keer per jaar reis ik ernaar toe met mijn man en dan zoek ik ongeveer 400 agaat geodes per dag uit, aan een plastieken tafeltje – allesbehalve glamoureus. (lacht) Zo’n selectie maak ik altijd op buikgevoel. Ik geloof oprecht dat de stenen mij kiezen, vanuit een of andere positieve energie. Net zoals ze later in de showroom een van mijn klanten zullen uitkiezen. We nemen dus direct af bij de bron, zonder tussenpersoon, en vanuit de mijn komt het rechtstreeks terecht in mijn atelier in Brasschaat.”

Is het een makkelijk materiaal om mee te werken?

“Aanvankelijk was het vooral een proces van experimenteren, falen en opnieuw proberen. Ik word omringd door een jong team van goudsmeden die intussen de ideale spatie tussen de steen en het diamanten randje hebben gevonden. Te veel afstand oogt vreemd maar zit je te dicht bij het rotsje, dan is de kans groot dat je het beschadigt. Zo hebben we alles zelf moeten ontdekken, stap voor stap. Blijkt ook dat enkel de groene stenen een poreuze buitenschil hebben die snel afbrokkelt en dat je die dus eerst moet opschuren. Wisten wij veel! Elke dag is een leerproces. De natuur geeft ons iets wonderlijks om mee te werken, maar in ruil daarvoor moeten wij zo’n beetje naar de pijpen van de natuur dansen.”

Zal de natuur nog lang blijven geven? Zijn agaten futureproof?

“Agaten hebben een einddatum, net als diamanten. Op een dag valt er niets meer te ontginnen. Maar ze zijn ook erg solide en duurzaam. Voor mijn juwelen gebruik ik enkel agaat geodes van AAA-kwaliteit. Die heb je voor het leven en geef je door van generatie op generatie. In die zin zijn ze wel futureproof.”

materiaal

Denk je dat je ooit evenveel zou kunnen houden van een ander materiaal?

“Soms vraagt een klant me weleens om een erfstuk te herwerken, een dat helemaal niets met agaat te maken heeft. Dat doe ik dan graag, omdat er een emotioneel verhaal achter zit. Maar ik zie mezelf nooit met een andere geslepen steen werken. Veel liever bouw ik mijn collectie verder uit met objecten die een ode aan de agaat zijn. Van mijn nagellakken in hetzelfde kleurenspectrum tot binnenkort ook een geur en een cosmeticalijn.”

Benjamin Benmoyal

Oude Disney-films zagen er nog nooit zo betoverend uit. In zijn Parijse atelier weeft de Frans-Israëlische ontwerper Benjamin Benmoyal (32) een unieke stof van gerecycleerde audio- en videobanden, bij voorkeur die van de klassieke sprookjes. Voordat de alumnus van Central Saint Martins zijn eigen label lanceerde in 2020 werkte hij als assistent-ontwerper bij Alexander McQueen en Hermès.

Hoe kwam je erop om kleding te maken van oude cassettebandjes?

“Toen ik me inschreef aan CSM, had ik net drie jaar als paracommando in Israël gediend. Ik voelde me enorm pessimistisch over de toekomst. Voor mijn eerste project had ik het idee om het concept van nostalgie als genezingsproces te onderzoeken. Dat was mijn manier om de onschuld en naïviteit die ik in het leger was kwijtgeraakt beetje bij beetje terug te winnen. Ik verzamelde alle Disney-films uit mijn kindertijd en begon de tape van de cassettes te verwerken in mijn ontwerpen om een soort van nieuw leven te creëren.”

Is het een makkelijk materiaal om mee te werken?

“In het begin heb ik er veel mee gesukkeld; niemand kon of wilde me helpen om een degelijk materiaal uit cassettebandjes te ontwikkelen. Ik moest een jaar van school om te leren weven. Uiteindelijk lukte het me om een volledige collectie te maken van geweven cassettetape. De echte uitdaging kwam pas toen ik na mijn studie mijn eigen merk opstartte. Handweven was geen optie meer, omdat de productie helemaal niet kostenefficiënt is. Na veel aandringen kon ik een aantal grote spelers overtuigen om de stof op industriële schaal te produceren. Intussen hebben we onze weefgetouwen aangepast voor cassettebandjes – die werken als lurex – en nu weven we deze net zo makkelijk als andere stoffen. We kunnen ze snijden, strijken, wassen en naaien.”

ontwerper, parijs, cassette, mode, kleding, materiaal

Voel je je in de eerste plaats een ontwerper of een ambachtsman?

“Ik ben een ontwerper die ambacht gebruikt om zijn collecties te creëren. Waarom zouden we anno 2023 dat onderscheid nog maken? Elke modeontwerper is ook een beetje ambachtsman- of vrouw. We draperen, weven, breien, snijden patronen, ontwikkelen huisgemaakte prints … McQueen was een van de beste designers aller tijden, maar voor alles was hij een kleermaker, toch? Hetzelfde geldt voor Sonia Rykiel, een geniaal breister, en vele anderen.”

Jouw afstudeercollectie bestond puur uit handgeweven cassettetape. Tegenwoordig heb je ook oog voor andere stoffen. Zoek je het draagbare op?

“Een afstudeercollectie en een eigen label zijn twee totaal verschillende dingen. Als student hoef je niet na te denken over productie, sales, kosten, etc. Je enige beperking is je creativiteit. Bij een eigen merk kun je zo niet redeneren, dat is zelfmoord. Je moet voldoende commerciële looks aanbieden om het plaatje verkoopbaar te maken. Maar ik mis het wel, die tijd van gekke, conceptuele mode. Daarom geef ik volgend seizoen mijn eerste defilé op Paris Fashion Week, met een paar echte showstukken.”

Cassettes zijn een uitgestorven fenomeen. Is jouw kleding wel futureproof?

“Daar lig ik eerlijk gezegd niet wakker van. Ik heb intussen duizenden kilometers aan cassettebandjes verzameld, onder andere bij bedrijven die in de jaren 2000 hun deuren sloten. Mijn opslagruimtes zitten goed vol dus ik kan nog wel even verder … Bovendien gebruik ik steeds minder van dit materiaal in mijn collecties. Ik werk er al jaren mee en richt me nu liever op de ontwikkeling van nieuwe duurzame weefsels om de tape mee te combineren. Geüpcyclede garens bijvoorbeeld, en papier.”

Cédric Etienne

In het creatieve universum van Cédric Etienne (43) kun je een speld horen vallen. Gefascineerd door de kracht van stilte richtte de voormalige setdesigner voor merken als Armani en Christian Wijnants in 2017 zijn Studio Corkinho op, een multidisciplinaire designstudio met meubels, tableware en zelfs geuren gemaakt van kurk. Binnenkort zet hij zijn collecties ook voort onder eigen naam. Zijn motto? ‘It’s cork, but not as you know it.’

Wat is de connectie tussen kurk en stilte?

“Ik creëer interieurs met een bepaalde aardingskracht. Ruimtes die aansporen om even stil te staan en te ontsnappen uit de hectiek van elke dag. Tijdens een persoonlijke bedevaart jaren geleden kwam ik terecht bij een meditatieoord in Japan. Het inspireerde me om met materialen te werken die dat gevoel van heropladen en verstilling aanwakkeren. En kurk heeft uitstekende akoestische eigenschappen. Dat ontdekte ik later tijdens een oogst in de heuvels van Alentejo. Kurk dempt het geluid en isoleert. Maar meer nog is het de perceptie rond kurk die me aantrekt. Het materiaal heeft een goedkoop imago en wordt daarom onderschat. Met Studio Corkinho wil ik de waarde van kurk veredelen en ook andere ontwerpers aanzetten om ermee aan de slag te gaan.”

Is het een makkelijk materiaal om mee te werken?

“Dat valt goed mee. Na de oogst in Portugal wordt de kurkschors verpulverd in granulaat en vervolgens gecomprimeerd tot massieve blokken. Van daaruit beginnen wij met ons maatwerk in België. Alle technieken die je toepast voor hout, kun je ook gebruiken om kurk te bewerken. Onze ‘magic touch’ ligt vooral in de impregnatie met vegetale oliën. Het geeft de kurk een aparte textuur en een heel warm gevoel.”

kurk, materiaal, interieur, meubel, stilte, studio, maatwerk

Je hele studio ademt kurk. Is dat wel futureproof?

“Kurk is sterk afhankelijk van het klimaat. Sinds enkele jaren zijn de zomers ontzettend droog, in feite te droog voor een efficiënte oogst. De bedrijven die kurk oogsten, investeren momenteel stevig in technologie om de productie op peil te houden. Gelukkig is kurk op zich een milieuvriendelijk materiaal, met een circulaire levenscyclus. Elk ontwerp kan gerecycleerd worden en opnieuw opgenomen in het productieproces als ruwe grondstof. Als hedendaags afwerkingsmateriaal is het dus 100% zero waste.”

Denk je dat je ooit evenveel zou kunnen houden van een ander materiaal?

“Ik sta er zeker voor open om in de toekomst andere bouwstoffen te verkennen. Als ontwerper wil ik me op een holistische wijze ontplooien en verder nadenken over hoe een ruimtelijk concept kan bijdragen tot meer innerlijke rust. In 2020 opende ik mijn eerste Still Room op het Antwerpse eilandje, waar ik meditatiesessies geef aan stiltezoekers. Naast een reeks interieurobjecten van Studio Corkinho vind je er ook stukken van steen en stof. Een combinatie van koud en warm. Ik geloof dat je dat gevoel van architecturale harmonie en verstilling enkel kunt bereiken door kurk in dialoog te brengen met andere nobele materialen.”