Haar kruiden haalt Katrien bij een vriend op de markt. De apotheek die ze ondertussen bijeen kocht, is uitgebreid genoeg om de gemiddelde Middeleeuwse heksenjager op verkeerde ideeën te brengen. Deze 21ste-eeuwse journaliste is dan weer helemaal onder de indruk… Ik zie gedroogde rozenblaadjes, kamille, eucalyptus, rode biet, kaneel, indigo en zelfs chocolade. “Ik gebruik ze om te kleuren, maar deze kruiden hebben uiteraard ook andere effecten. Sint Janskruid, dat mooie zalmkleurige tinten voortbrengt, is eigenlijk een antidepressivum, en als je thee zet met die rozenblaadjes, word je blijkbaar helemaal high… Cochinelle was in de Middeleeuwen erg populair om een intense, rode kleur te bekomen. Het bestaat uit geplette schildluizen uit de Canarische eilanden en wordt ook gebruikt voor bosvruchtenthee.” Niet altijd een goedkope onderneming: kaasjeskruid kost zestig euro per kilogram, voor vijf meter stof heb je zo’n 300 gram nodig. “De mooiste kleuren zijn natuurlijk ook de duurste.”

Schermafbeelding 2014-06-24 om 11.11.03

Schermafbeelding 2014-06-24 om 10.50.21

Schermafbeelding 2014-06-24 om 10.50.37

Schermafbeelding 2014-06-24 om 10.50.56

Schermafbeelding 2014-06-24 om 10.51.18

Schermafbeelding 2014-06-24 om 11.30.37

Schermafbeelding 2014-06-24 om 11.30.55

Kleuren dus waaraan letterlijk een geurtje hangt. “De tint en de print zijn gefixeerd, maar het kan gebeuren dat de geur loskomt –vooral bij het strijken. Ikzelf heb een jas van kruidnagels, die in de regen altijd heerlijk begint te ruiken…” Of ze nooit van haar eigen brouwsels proeft? “Neen, na de productie ben ik de geur echt kotsbeu. Ik maakte ooit een hele collectie met kaneel en kon het erna echt niet meer proeven. Daarom gebruik ik nu een masker.”

Schermafbeelding 2014-06-24 om 10.51.37