Met de goedkeuring van haar man en twee tieners maakt An Selen kunst vanuit het zwembad in hun villa in Schilde. Geen druppel water meer te bespeuren, tenzij in een mengpot op haar houten werktafel. Ze houdt van oud, bekrast, gescheurd en verroest. Verweerde objecten met een innerlijke kracht waarin je de ziel en het ambacht van de maakster voelt.
Wat drijft een kunstenares naar de bodem van haar binnenzwembad om te creëren? Onderweg naar de Kempen vraag ik het me meermaals af, maar zodra ik het atelier, de biotoop van An Selen (48) binnenstap, snap ik het. De azuurblauwe mozaïektegeltjes die aan een ontspannen plons doen denken, het zicht op de ruime tuin … Het heeft iets magisch. An noemt het haar walhalla, de plek waar ze naar eigen zeggen één wordt met de natuur, één met de elementen. Op haar vijftiende ontdekte ze haar passie voor schilderen in het tuinhuis van haar ouders, dus zo ongewoon lijkt een zwembad dan ook weer niet. “Twee jaar geleden maakte ik een sprong in het diepe – bijna letterlijk,” lacht An. “Ik had geen keuze: mijn werken nemen veel plaats in beslag en mijn oorspronkelijke atelier barstte uit zijn voegen. Even overwoog ik een ruimte te kopen in de oude silo’s van Axel Vervoordt aan het Albertkanaal. De sfeer daar is machtig, maar uiteindelijk bleek het er ook te klein. En ik kon er niet buiten werken.”
Een vriendin duwde haar in de juiste richting: thuis in Schilde. An herleidde haar woon-werkverkeer tot nul, een enorm voordeel met twee tieners van 16 en 14 in huis. “Na school maak ik het eten klaar en luister ik naar hun verhalen. Daarna is de stap minder groot om terug in het zwembad te duiken en nog wat verder te doen.” Ze voelt zich hier goed, dat merk je. Wil ze nu een moment van ontspanning, dan kruipt ze hiernaast in de jacuzzi of sauna die – voorlopig nog – vrij zijn van kunst. Hoewel … “Ik vind het moeilijk om te relaxen,” zegt Selen. “Om helemaal stil te zitten en te zijn, want er is altijd wel iets om af te werken. En mijn gedachten blijven maar racen. Onlangs had ik na vijf minuten in de sauna een aha-ervaring: ik eruit en mijn schilderijen erin om sneller te drogen.” (lacht)
Een tijd geleden kwam er vanzelf een einde aan de race. An kreeg een burn-out die haar vier jaar uit de running hield. Haar vele projecten, van Antwerpen tot Marbella en het verre Dubai, zorgden voor meer dan één slapeloze nacht. “Ergens kick ik daar wel op. Om vier uur 's nachts opstaan en tot in de late avond blijven doorgaan. Mij als een pitbull in een werk vastbijten en niet meer loslaten. Als een onstilbare honger. Maar toen was het echt te veel. Ik was zo gestrest dat ik door de adrenaline geen vermoeidheid meer voelde. Mijn weekend begon telkens op zondagavond, dat kon ik niet blijven volhouden.” De burn-out als dusdanig benoemen, vond ze nog het lastigst. “Anderen die het zelf hadden meegemaakt, zeiden me: ‘Mijn burn-out was het beste wat me ooit kon overkomen.’ Ik geloofde mijn oren niet! Maar achteraf bekeken bleek dat ook in mijn geval zo te zijn. Ik sta nu anders in het leven, alsof ik een reset heb gehad. Ik wens het zeker niemand toe, maar misschien wél de mindset nadien.”
Wabi sabi
An Selen is interieurarchitecte van opleiding, maar verzeilde al snel in de artistieke wereld. Dat haar oom naar de naam Max Selen luistert, een spilfiguur uit de hyperrealistische schilderkunst in België, zit daar vast voor iets tussen. Een bloedband valt niet te ontkennen, maar An bouwde de voorbije 25 jaar verwoed aan haar eigen minimale esthetiek. Haar volumineuze schilderijen zijn eerder sculpturen, lichtgewicht betonnen panelen waarmee ze organisch aan de slag gaat. De afwerking doet ze met natuurlijke pigmenten, die ze per kleur bewaart in zelfgemaakte keramieken kommetjes aan de rand van het zwembad. Saffraanrood, komijngeel, indigoblauw ... Wie niet beter weet, waant zich hier in een Marokkaanse souk. Dat geen twee werken precies dezelfde kleur, vorm of structuur hebben, is een bewuste keuze. Ze mag er niet aan denken dat er op een dag routine in haar job sluipt. “Ik wil mezelf enthousiast houden. Aan iets beginnen waarvan ik op voorhand al weet hoe het eruit zal zien? Nee, echt niet. Ik hou van de verrassing van het eindresultaat.”
Een typische An Selen is monochroom, maar daarom niet minder mysterieus. Ga wat dichter bij een van haar schilderijen staan en je spot wellicht een aantal scheurtjes, krassen, wat roest en zelfs een gat hier en daar. Wat ze in haar zwembad maakt, zijn volgens An geen kunstwerken maar ruwe werkstukken die ze te lijf gaat met een vijl of een schuurmachine. Ze vindt altijd het mooie in het onvolmaakte. “Niets in het leven is perfect. Wabi sabi dus, maar niet zoals je het tegenwoordig in alle trendartikels ziet. Voor mij is het vooral een levenshouding die zich doorheen de tijd meer en meer in mijn werk reflecteert. Versimpel je leven. Leef licht en puur, want niets ontsnapt aan de stempel van de natuur. Dat vind ik ook zo pakkend aan de portretten van Stephan Vanfleteren: op elk gezicht lees je een verhaal. En het ene heeft al meer diepgang, groeven en littekens dan het andere. Je voélt de vergankelijkheid.”
De lokroep van de cirkel
Het duurt niet lang voor ik een favoriet heb: Musou, in de ‘blackest black color in the world.’ Het juiste schilderij roept jouw naam, vertrouwt An me toe. Ik moet haar haast gaan geloven. Zou klant Piet die lokroep ook hebben gehoord? De tachtiger kocht zonder verpinken Flash Back, een fluoroze cirkel met een doorsnede van ruim een meter. “Het beste bewijs dat er op liefde voor kunst geen leeftijd staat,” lacht ze. “Al merk ik wel dat mensen steeds jonger investeren in kunst, dat was toch anders in mijn tijd.” Sommige klanten kent ze intussen al jaren, met anderen groeit een nieuwe band, net omdat ze die connectie met haar werk zo intens voelen. “Ik herinner me een koppel dat twee jaar had gespaard om iets van mij te kopen. Dat maakt me heel nederig. Ik koester de klanten die mijn creaties koesteren. Het is ook altijd fijn als ze achteraf nog eens een berichtje sturen.”
Het grootste deel van haar tijd werkt An Selen samen met (interieur)architecten, met wie ze vanuit haar opleiding dezelfde taal spreekt. Ze komen naar haar atelier en selecteren een stuk voor een van hun klanten of vragen een nieuw ontwerp op maat. Haar naam is niet alleen bekend in de Belgische kunstscene, maar ook ver daarbuiten. Al 16 jaar lang gaat ze in zee met internationale projectontwikkelaars en architecten van over de hele wereld. Zo deed ze uitzonderlijke vastgoedprojecten in het skiresort Courchevel 1850 en in Mougins bij Cannes. Ook in Parijs, Marbella, Milaan, China en Dubai liet ze haar sporen achter. “Toen ging dat zo, de ene deur opende weer een andere. Ik belandde bij Maison & Objets, kwam in contact met Barbara Warner – destijds de rechterhand van Calvin Klein – en voor ik het wist zat ik in The Hamptons met Billy Joel. En dat zonder sociale media! Het was een zalig tijd …”
Het leven is constant onderweg zijn, meent An. Ze is niet “iemand van onder de Vlaamse kerktoren”. Reizen zit haar in het bloed, al gaat ze vandaag minder frequent en ver op pad voor haar job. Wanneer ik haar spreek, is ze net terug van de zoveelste yogaretraite met vriendinnen op Ibiza, en eerder in 2023 reisde ze met haar gezin naar Italië, Zuid-Afrika en New York. Dromen doet ze nog van Australië, waar ze graag eens een jaar – en liefst veel langer – vanuit een schuur zou willen werken. Of van een eigen tentoonstelling en nog meer waardevolle contacten. “Meestal zit ik hier alleen in mijn zwembad. (lacht) Ik wil mensen zien en ontmoeten! Maar nooit op een geforceerde manier. Veel kunstenaars lopen zichzelf te verkopen. Ik ben meer een stille werkkracht; ik laat mijn schilderijen liever voor zich spreken. Mijn motto? Don’t chase, just attract. Wie op dezelfde golflengte zit, komt vroeg of laat toch op je pad.”