Even over je naam, je koos bewust om als Langley Fox door het leven te gaan, zonder Hemingway.
“Fox is mijn tweede naam, door mijn ouders gekozen. Ik heb me daar altijd erg comfortabel bij gevoeld. Als artiest vind ik het belangrijk dat mensen onbevooroordeeld naar mijn werk kijken, los van mijn bekende achternaam. Het is uiteraard een eer om Hemingway te heten, ik zou het voor niks willen ruilen. Maar ik wil beoordeeld worden op mijn capaciteiten.”
Je wordt het misschien beu, altijd die vragen over je naam.
“Nooit!”
Je overgrootvader was een inspiratie voor…
“Voor heel de wereld.”
Wat betekent dat voor jou?
“Ik heb altijd geweten dat de naam Hemingway bijzonder was, maar heb dat pas ten volle beseft toen ik wat ouder werd. Er zijn enorm veel mensen die meer over hem weten dan ik, er is nog zoveel dat ik moet leren, nog zoveel boeken die ik moet lezen. Ik claim zeker niet over een van zijn talenten te beschikken, maar het is een eer om hem als overgrootvader te hebben en ik voel dat ik dat ergens met me meedraag en altijd zal blijven doen.”
Heb je een favoriet uit zijn oeuvre?
“‘A Moveable Feast’, voor Louis Vuitton heb ik daar een illustratieproject rond gedaan. Het gaat over zijn leven in Parijs in de jaren twintig en toen ik het las, kreeg ik het gevoel dat ik zijn dagboek aan het lezen was. Als bloedverwant vroeg ik me constant af: doe ik dat ook? Zijn relatie tot zijn werk en vrienden, hoe hij reageerde op honger. Het is zo fijn en inspirerend om die kleine dingen te lezen en over hem te leren, het is de intiemste conversatie dat ik ooit met hem kan voeren.”
Op welke manier wil jij mensen inspireren?
“Vooral via mijn werk. Het zou fijn zijn mocht de wereld die ik in een tekening creëer iemand inspireren.”
Je hebt mode gestudeerd. Nooit zin gehad om je eigen lijn te lanceren?
“Toch wel, maar als je net uit school komt, moet je eerst voor andere mensen gaan werken. Dan kom je met een idee af dat je zelf geweldig vindt, maar wordt dat tot het bot afgebroken. Dat zou ik niet aankunnen, te heartbreaking. Ik kan geen jaren als een robot werken, ik wil mijn eigen ding creëren en erdoor geïnspireerd raken. Zoals ik in mijn tekeningen mijn eigen gek idee kan uitwerken. Daar heb ik niemand bij nodig, niemand die over mijn schouder meekijkt. Voor mij gaat kunst niet om geld, het is geen industrie. Mode is dat wel. Er zijn zoveel getalenteerde ontwerpers die niet van de grond komen omdat ze niet de juiste mensen kennen of genoeg middelen hebben. Dat is nog het ergste aan heel die mode-industrie. Maar mocht ik honderd procent mijn eigen ding kunnen doen, zou ik wel graag een eigen lijn hebben, ja.”
Hoe zou die eruit zien?
“Zoals mijn eigen stijl. Ik zou personages creëren, net als in mijn tekeningen, en inspiratie halen uit de jaren zestig en zeventig. Klassiek, meisjesachtig maar ook rock-’n-roll. En ik zou er subtiele details in verwerken, zoals illustraties op de voering.”