Mijn eigen fantasie slaat alvast op hol bij het betreden van de kleedkamer. In de hoek liggen wolken van tutu’s netjes opgestapeld, langs de muren volgen dozen met de meest levendige labels –gaande van “zachte tulle” tot “valse borsten”- zich op en ellenlange kledingrekken showen dramatische kostuums van alle soorten en maten. “De garderobe van Don Quichot”, weet Ria, verantwoordelijke van het kostuumatelier, me te vertellen. Zij lijkt trouwens immuun voor het hoge fantasiegehalte in de ruimte. “Ik zie dit vooral als de therapiekamer: hier wordt gelachen, gehuild, gescholden en occasioneel ook wel een kostuum gepast… ”