Sofia krijgt ondertussen de ene na de andere laag stof opgespeld. Ik vraag me af hoe moeilijk het is zich in en uit zo’n kostuum te hijsen tijdens een voorstelling. “Dat valt wel mee. Soms heb je inderdaad niet veel tijd, in zo’n geval moet je blind op een legertje kleedsters vertrouwen en hopen dat zij je de juiste hoofdtooi of tutu aanmeten, dat ze geen enkel detail vergeten. Zelf ben je op zo’n moment te geconcentreerd op het dansen.” Nooit een kledingblooper meegemaakt? “Constant, dat zijn achteraf trouwens de beste herinneringen. Voor Mme Butterfly danste ik ooit in een zware, vloerlange kimono. Ik ging het podium op, hief mijn been in de lucht, zag de kimono zoals verwacht naar beneden rollen en… besefte dat ik mijn slonzige, zwarte beenwarmers nog aanhad. De blik in de ogen van mijn collega-dansers: onbetaalbaar!”
In dit geval worden de kostuums echter als eenvoudig bestempeld: “Ik heb er slechts een viertal verschillende en de meeste zijn redelijk licht.” Sofia past een romantische oudroze jurk, bestemd voor de slaapkamerscène –“het moment waarop alle drama losbarst”. Die kleur is trouwens niet zo toevallig gekozen. “Je moet natuurlijk respect hebben voor het verhalende aspect,” aldus Tim. “Julia steek je niet zomaar in vlammend rood, er zijn bepaalde codes om rekening mee te houden. Bedoeling is het verhaal en het karakter van het personage uit te drukken doorheen de kostuums. Doe je dit niet, dan werk je de danser alleen maar tegen in zijn of haar expressie.”
Ik heb voor Julia fragiele, onschuldige tinten als wit en zachtroze gekozen. De brave Montaigu familie wordt in het groen en bruin gehuld, terwijl de vurige Capulets rood en oranje krijgen aangemeten. Allemaal samen vormen ze trouwens een mooi herfstpallet, die visuele harmonie is belangrijk voor de balscène. Klassiekere opvoeringen van Romeo en Julia hebben meestal Renaissance kostuums, maar ik wil me niet vastpinnen in een historische hokje.” Tot mijn stiekeme teleurstelling dus geen hysterische tulle toestanden, “De klassieke tutu is niet echt mijn ding.”