2. Bepaal de omtrek van je rug
Het allerbelangrijkste voor een goede ondersteuning is de omtrek van je beha –niét de bandjes, die zijn eerder bedoeld om je beha op zijn plaats te houden! De zijpanden van je beha moeten vanaf je borsten mooi recht naar achter lopen en perfect plat tegen je rug aansluiten.
Een te grote omtrek zal een soort knik veroorzaken in je rug, de achterkant van je beha naar boven trekken en zodoende de voorkant -je borsten dus- naar beneden duwen. Je hele boezem kantelt dus. Wie een te grote rugomtrek draagt, probeert dit vaak te corrigeren door haar bandjes aan te spannen: grote fout! De bandjes bieden amper steun en zullen de rug alleen maar erger naar boven trekken.
Ook goed om te weten: sluit je beha op het eerste haakje. Als je al meteen naar het laatste moet grijpen, zit je verkeerd. Een beha heeft drie haakjes om het juist een jaar te kunnen volhouden: hoe meer je een beha draagt, hoe meer hij uitrekt en hoe meer je opschuift in de haakjes. Na een jaar is hij “uitgedragen”, komt de rug naar boven en moet hij weg. Als je al meteen met het derde haakje moet beginnen, hou je het geen jaar uit.
Ook qua omtrek zijn de opties groot: maten gaan van 65 centimeter tot 105 centimeter. Zit je qua maat lichtjes tussen twee standaarden? Dan kan je corrigeren op basis van de cup, dat leggen we zo meteen uit.