Handwerk en een grote textielobsessie dus. Wat onze landgenote verder boeit? Samuraï, de Inuït, Birmaanse volkeren –en dan vooral het klofje waarin zij elke ochtend ten velde of ten strijde trekken en trokken. Kortom: verre culturen! “Etnische kostuums en folklore zijn een grote bron van inspiratie. De kledij van pakweg de eskimo’s is utilitair en weerspiegelt echt hun levensstijl, dat vind ik vreselijk interessant. Mijn allereerste collectie was dan ook op hen en op de Ijslandse cultuur gebaseerd. Voor volgende winter haalde ik de mosterd bij de Samuraï en de manier waarop zij touwen in hun kledij verwerkten. Ik kan hier uren over doordraven…”
Even terug naar Brussel, het kleine atelier -dat, het valt me nu pas op, volgepropt staat met souvenirs van Gioia’s reizen- en de realiteit: hoe moeilijk is het eigenlijk om als beginnend ontwerper door te breken? “Aartsmoeilijk! Ik heb het geluk geselecteerd te zijn door een patroonorganisatie die mij toegang tot showrooms op bijvoorbeeld de Parijse modeweek verleent. Dat is van cruciaal belang: de modepers maakt er kennis met je werk. Daarnaast komen er ook persagenten, waarvan één nu mijn bescheiden PR voorziet: een zekere reputatie en bekendheid genieten zijn echt al een grote stap vooruit. Dan komt het tweede luik: verkooppunten. Grote labels kunnen via speciale agenten hun collecties aan winkels verkopen, ik moet dat allemaal nog zelf doen. Boetieks aflopen dus, en hopen dat ze er je werk willen aannemen: een tijdrovend karwei!” Voorlopig wordt Gioia Seghers enkel bij de Brusselse concept store Smets, bekend om haar neus voor jong talent, verkocht. Iets zegt ons echter dat daar komende seizoenen verandering in komt!
Over naar de silhouetten zelf: die zijn eigenlijk redelijk sober. “Voor mij zit de variatie echt in het materiaal, ik werk doorheen mijn collecties vaak met dezelfde modellen. Zo ben ik dol op de kimono: je kan hem breed en open of strak en gesloten dragen, opnieuw dat spel van contrasten! Ook qua kleurenpallet houd ik het sober zwart, wit en rood –een kleur die me om één of andere reden inspireert.” Of ze een bepaald type vrouw voor ogen houdt bij het ontwerpen? “Neen, er is geen ‘Gioia Seghers’ vrouw! Onlangs pastte een zestiger één van mijn kimono’s en ik moet eerlijk zeggen dat geen enkel model ooit zo mooi met die jas stond als zij. Ik vind het interessanter voor een breed publiek, voor verschillende looks te mogen ontwerpen, dan me op één bepaalde type vast te pinnen.”
Vergeet natuurlijk ook de Eskimo’s, Japanse krijgers en Birmaanse boeren niet… Bij deze houdt onze wereldreis in het piepkleine appartementje op. Tijd voor Gioia om verder linten te weven en metalen ringen te plaatsen: er valt een wereld te veroveren en daar kruipt elke vrije minuut in!
(Beeld: Julie Saverys)