Het is druk hier in Parijs. We hollen van de ene show naar de andere, proberen tussendoor in wat showrooms binnen te springen en houden weinig tijd over om te eten. Wat we van de derde dag Paris Fashion Week onthouden.
Ik begin – na een stevig ontbijt, ik moet er even tegen kunnen – om 11u met Carven, in de Grand Palais. Guillaume Henry kon met zijn jaren negentig collectie (denk college girl meets Drew Barrymore) niet volledig overtuigen. Hoewel hij werkte met zachte rozenprints en kleurrijke camouflage, onthullende uitsparingen en blote ruggen en navels, miste het geheel wat frisheid. Gelukkig kon de soundtrack ons wel bekoren: ‘Where is my mind’ van The Pixies en ‘Fuzzy’ van Grant Lee Buffalo.
Nee, dan was de collectie van Manish Arora plezanter én interessanter. Subtiliteit is geen eigenschap waar we de Indiër mee associëren, zijn collecties staan bol van de culturele referenties naar zijn (kleur)rijke roots. De stukken worden in zijn thuisland met de hand versierd, vaak met erg indrukwekkend – helaas af en toe ook overladen – resultaat. De SS14 collectie is een street/sportswear versie van dat gekende beeld en kreeg dan ook een geremixte versie van M.I.A.’s ‘Bad Girls’ mee.
Ann Demeulemeester brengt deze zomer kleur in de collectie: rode jurken en mantels met fluwelen, barokachtige motieven en een zacht roze dat we al in eerdere collecties zagen. Een verdienstelijke poging om uit haar comfort zone te breken, maar toch moeten we vaststellen dat de gekende silhouetten – monochroom of zwart/wit, fluïde in laagjes, elegant en uiterst poëtisch – het meest overtuigen. Erg knap waren de bijna zweverige capelines én – zoals steeds – de soundtrack met David Bowie en Suicide.
Na een snelle lunch trek ik met de collega’s van Knack Weekend naar de showroom van Delvaux. Het gaat goed met het Belgische luxehuis. In januari openen ze een eerste boetiek in Hong Kong, de onderhandelingen voor Parijs zijn bijna rond en ook Londen staat op de planning. Onze favoriet uit de nieuwe zomercollectie: een Madame in parelmoer en muntgroen python.
We trekken te voet van het zesde arrondissement naar de Marais, we hebben een afspraak in de showroom van Paul Smith. De wandeling duurt veel langer dan we verwachten, eindelijk ter plaatse worden pijnlijke voetjes uit nieuwe schoenen gewrongen. Het is niet allemaal glitter en glamour… Smith toonde zijn collectie tijdens London Fashion Week, wij kunnen de stukken in Parijs bekijken. Kleurrijke, elegante mantelpakken, stoere hemdjurken, sierlijke, transparante zomerjurken. Op en top Sir Paul.
Snel even een pitstop aan het hotel, andere kleren aan en op weg voor een laatste ronde defilés. Christian Wijnants geeft voor de tweede keer opnieuw een show. De collectie is een eerbetoon aan Islamitische vrouwen in Somalië die basketten en zo hun leven riskeren want de wet overtreden. Dus zijn er luchtige, transparante jurken en bloesjes, maar ook opake jurken, basketbermuda’s (prachtig in denim) en basketkousen. Knap.
Over Lanvin, om de hoek van de Palais des Beaux Arts waar Wijnants showde, kunnen we kort zijn: een verbijsterende collectie vol Quality-Street-kleuren die pijn deed aan de ogen. Of er moet ons iets essentieel ontgaan zijn.
Olympia Le-Tan dan, de afsluiter van de dag. De Parisienne nodigde uit in het aquarium van Parijs, voor mij mijn allereerste keer, en dus voel ik me als een kleuter in Disneyland. De collectie gaat over kapiteinen en zeebonken, over de meisjes in de haven vooral, maar heeft al bij al weinig om het lijf. De boven mijn hoofd zwemmende haaien maken gelukkig alles goed.
We klokken af op 22u. En nu moeten we nog eten vinden.