https://youtu.be/lko_16zCEhw
“Ik ben stewardess voor de KLM, moet je me zien in mijn pakje!” We schrijven 1948 en Audrey Hepburn spreekt haar allereerste woorden ooit uit voor de camera.
Van Holly Golightly en Jo Stockton nog lang geen sprake, de toekomstige wereldster is een beginnend danseresje dat bijklust in een promofilm voor de luchthaven van Schiphol: ‘Nederlands in Zeven Lessen’ moet potentiële toeristen naar het naoorlogse Nederland lokken en hen meteen ook de beginselen van onze taal aanleren. “Mijn moeder groeide op in de Lage Landen en sprak erg goed Nederlands,” aldus Luca Dotti, Hepburns jongste zoon uit haar tweede huwelijk met psychiater Andrea Dotti. Haar taalvaardigheid gaf ze hem naar eigen zeggen niet door, wel een boel levenswijsheden. Geen moraal- of taallessen echter vandaag, wel een kijkje in het privéleven van één van Hollywoods meest tot de verbeelding sprekende actrices.
Wij ontmoeten de Italiaan in het Londense National Portrait Gallery, waar nog tot 18 oktober een collectie unieke foto’s over de legendarische carrière van zijn moeder wordt tentoongesteld. Zelf vond hij haar oorspronkelijk niet zo legendarisch. Voor hem was ze dan ook geen wereldster, geen Holly Golightly, geen stijlicoon. “Ze was gewoon Mam: nu eens lief en zacht, dan weer oervervelend wanneer ze mij bepaalde groenten liet eten of dwong mijn huiswerk te maken.” In zijn kinderogen niets bijzonders, tot hij op reis oog in oog met James Bond kwam te staan. “Op skireis in Zwitserland bleef Roger Moore, op dat moment beter bekend als James Bond, bij ons logeren. Ik moet toegeven toen geen grote ‘Audrey Hepburn fan’ te zijn geweest, haar films interesseerden me niet, maar James Bond: dàt was een ander verhaal! Hem in levende lijve zien was magisch en tegelijk heel ontnuchterend: de man bleek amper te kunnen skiën! En dat terwijl zijn films steevast met wilde achtervolgingen in de sneeuw begonnen. Mam legde me uit dat acteurs in die tijd voor lange periodes contractueel verbonden waren aan grote productiehuizen en dat het hen werd verboden ‘gevaarlijke’ sporten te beoefenen. Mogelijke kwetsuren zouden opnameschema’s kunnen verstoren en dus voerden stuntmannen het zwaardere werk. Uit. Dat gold trouwens ook voor mijn moeder, al hoefde zij sowieso geen halsbrekende toeren uit te halen. Zoals ik al zei: Audrey Hepburn was véél minder cool dan James Bond.”
Moore was bijlange niet de enige die de deur ten huize Hepburn platliep. Ook beroemde fotografen als Richard ‘Dick’ Avedon, Irving Penn, Cecil Beaton en natuurlijk de legendarische ontwerper Hubert de Givenchy waren er vriend aan huis. Een creatieve vriendenkring, die door de jaren heen een schat aan spraakmakende foto’s voortbracht. De mooiste daarvan staan deze zomer te kijk in Londen, inclusief nooit eerder onthulde beelden uit Hepburns privéarchief. “Mam was echt een kind van de oorlog, ze leefde met haar Hollandse moeder in Nederland tijdens de hele Bezetting en maakte de beruchte oorlogswinter van ’44-’45 mee. Overleven deed je door te rantsoeneren en dat droeg ze haar hele leven met zich mee. Geen krantenknipsel, geschenk of foto die bij ons in de prullenbak verdween: ze hield werkelijk alles bij! In die zin mag je mijn moeder beschouwen als de grootste Audrey Hepburn archivist ooit.”
De verzameling tentoongestelde beelden vormen dan ook een gedetailleerde reis door de tijd, die veel meer onthult dan de prille taallessen van juffrouw Hepburn. Zo ambieerde ze oorspronkelijk een carrière als prima ballerina. Na de oorlog zette ze haar eerste stapjes in de schijnwerpers op spitsen: ze verhuisde naar Londen en trad er op in theatershows en nachtclubs om de eindjes aan elkaar te knopen. Eén van die clubs was Ciro’s, niet toevallig een locatie die tegenwoordig deel uitmaakt van de National Portrait Gallery. De grote doorbraak bleef uit, maar de fragiele ballerina wist wel de aandacht van enkele fotografen te trekken. Wat volgde waren reclamespotjes en kleine filmrollen. Tijdens de opnames van de prent Monte Carlo Baby, waar ze naast toenmalige ster Cara Williams een bijrolletje vertolkte, ontmoette ze de Franse schrijfster Colette, die haar prompt de hoofdrol van haar theaterstuk Gigi aanbood. Stille getuige van die ontmoeting is een nostalgische zwartwit foto van het duo. “Dit was één van mijn moeders favoriete beelden, één van de weinige die ze thuis tentoonstelde. Ze noemde dit moment altijd de echte start van haar carrière.” Gigi werd een wereldwijd succes, gevolgd door een lange reeks kaskrakers als Roman Holiday, Funny Face, Breakfast at Tiffany’s en My Fair Lady.
Wie Audrey Hepburn zegt, zegt natuurlijk ook Hubert de Givenchy. De twee ontmoetten elkaar op de set van Sabrina, het begin van een modieuze romance die een leven lang zou duren. Hepburn zag twee huwelijken stranden, maar haar band met Givenchy overleefde alles. Ze was de verpersoonlijking van zijn nieuwe elegantie, de tegenpool van rondborstige diva’s als Marilyn Monroe die op dat moment razend populair waren. De Franse ontwerper tekende haar wereldberoemde little black dress voor Breakfast at Tiffany’s, maar stak haar door de jaren heen ook in futuristisch skipak (wie weet racete ze hiermee pistes naast James Bond af!), uitdagende minirokjes en bombastische baljurken. “Haar dressing was op zijn minst gezegd indrukwekkend,” aldus Dotti, die er als kind uren in kon spelen. “Ik vond het gek hoeveel jurken en schoenen ze cadeau kreeg, en dat vond zijzelf ook: ze raakte het maar niet gewend. Telkens Hubert haar een ontwerp schonk, reageerde ze blij als een kind en belde ze vriendinnen op om het te komen passen en beoordelen. Eigenlijk organiseerde ze verkleedpartijtjes, dat doen vrouwen blijkbaar onder elkaar…. Van haar kleerkast blijft vandaag niet veel meer over: de meeste stukken liggen in de archieven van de respectievelijke modehuizen of werden geveild.”
Danseres, actrice en stijlicoon, maar dé rol van Audrey Hepburns leven blijft volgens haar zoon onderbelicht: die van Unicef ambassadrice. Sinds ze einde jaren vijftig in Congo The Nun’s Story opnam, een verfilming van het leven en werk van de Belgische zuster Luke, voelde ze zich nauw betrokken bij Afrika. “Mijn moeder was geen diva, ze heeft honger en oorlog tijdens haar eigen jeugd ervaren en kon zich dus als geen ander identificeren met kinderen in rampgebieden. De laatste jaren van haar leven vormde ze voor hen een onvermoeibare steun én stem.” Een stem die wereldwijd weerklank vond, zo was Hepburn nu eenmaal: “Ik denk dat haar grote kracht in haar bescheidenheid lag,” aldus Dotti over de vrouw die een hertenkalf als huisdier had (getuige foto’s met haar ‘Pippin’ in de supermarkt) en wiens naam sinds een halve eeuw synoniem is voor Hollywood, glamour en couture. “Ondanks alles bleef ze een vriendelijke girl next door, geen afstandelijke ster, maar iemand met wie fans zich konden en nog steeds kunnen identificeren. Dat is waarschijnlijk de reden waarom ze nog steeds tot de verbeelding spreekt en deze expomuren zoveel mensen weten aan te trekken.” Of je nu fan bent van James Bond, ballet of Givenchy, of gewoon eens in Hepburns beroemde, immer met kohl omlijnde bambi-ogen wil staren: spring op de Eurostar en rep je naar Londen!
Ook bezoeken? Audrey Hepburn: Portraits of an Icon loopt nog tot 18 oktober, klik hier voor meer info.