Dat Virginie Morobé later ‘iets met schoenen’ zou gaan doen, stond ongetwijfeld in de sterren geschreven. Nadat de ontwerpster gaandeweg enkele professionele tegenslagen te verwerken kreeg, kwam de ravissante blondine intussen weer helemaal op haar pootjes terecht en lanceert ze deze maand haar gloednieuwe schoenenlijn ‘Morobé’. Die is fashion forward en draagt kwaliteit hoog in het vaandel. ‘Het is nu immers mijn naam die op de doos staat’.
We ontmoeten Virginie Morobé in haar Antwerpse showroom voor een gesprek over ambitie, doorzettingsvermogen, de kracht van vriendschap en uiteraard…schoenen.
Je werkt intussen al 20 jaar in de schoenenbusiness. Hoe ben je erin terechtgekomen?
Twintig jaar geleden deed ik tijdens mijn rechtenstudies een vakantiejob bij het Belgische schoenenmerk Frida en ik had de smaak meteen te pakken. Lang heb ik er dan ook niet over getwijfeld om mijn universitaire studies op te geven om voltijds bij Frida aan de slag te gaan. Mijn ouders stonden aanvankelijk niet achter deze beslissing maar ik heb het been stijf gehouden en heb daar nooit een seconde spijt van gehad. Door te stoppen met mijn studies kreeg ik immers de mogelijkheid te doen wat ik echt wou.
Acht jaar lang was ik verantwoordelijk voor de verkoop maar was van in het begin nauw betrokken bij het ontwerp- en stylingproces. Ik was jong, gretig en wou op korte tijd enorm veel leren. Ik bracht regelmatig bezoeken aan de fabrikanten en gaandeweg nam ook mijn technische kennis over het maken van schoenen toe. Ik nam alle informatie op als een spons en voelde me voor het eerst in mijn leven écht op mijn plaats. Plots werd Frida ziek en was ze niet langer in staat de collectie zelf te maken. Ze was dan ook duidelijk en zei: ‘jij moet het doen, want ik kan het niet meer.’ Er zat weinig anders op dan de sprong in het diepe te wagen. Hoewel ik de jaren ervoor ook een zekere invloed op de collectie had, kon ik nu voor het eerst helemaal mijn ding doen. Een echte opleiding heb ik hiervoor nooit genoten, alles wat ik moest weten heb ik al doende geleerd.
Waar komt jouw interesse voor mode vandaan?
Als ik nu op mijn kindertijd terugkijk, zie ik dat mijn interesse voor mode en styling er altijd is geweest. Ik zat op een strenge uniformschool en toen was al duidelijk dat ik me niet graag aan de opgelegde kledingvoorschriften hield. Ik had een heel sterke visie op wat ik wou, welke kleren ik wou dragen en welke schoenen daarbij hoorden. Dat creatieve zat altijd al in mij, op mijn achtste maakte ik al kleertjes voor mijn Barbies. Mijn moeder baatte in die tijd een kledingwinkel uit dus je kan wel zeggen dat ik op een bepaalde manier met mode ben opgegroeid.
Na een carrière bij Frida heb je in 2011 toch beslist een eigen label op te richten?
Klopt, ik heb er twaalf jaar lang de styling en het design voor mijn rekening genomen en toen voelde ik dat de tijd rijp was om een nieuwe weg in te slaan. In 2011 heb ik voor mezelf beslist dat ik een eigen schoenenmerk op de Belgische markt wou lanceren. Die droom werd uiteindelijk officieel gelanceerd op mijn verjaardag, 23 maart 2012, vandaar de naam: March 23. Het was een compleet nieuw avontuur. Alles was anders, samen met mijn partner moesten we een gloednieuw merk van nul opstarten en beheren.
Waarom ben je de schoenen trouw gebleven en koos je bijvoorbeeld niet voor een modelijn?
Het is altijd heel duidelijk geweest dat ik schoenen wou gaan maken. Dat stond eigenlijk al vast sinds ik klein was. Ik ben uiteraard dol op mooie kleren maar voor mij zijn die inferieur aan een goede schoen. Zo kan je de meest gewone jeans en T-shirt dragen maar met de juiste schoenen aan je voeten ben je oké.
Let je heel hard op welke schoenen iemand draagt?
Zeker. Zo lees je in onze biografie ‘We base our outfits around the shoes, not the other way around. Schoenen zijn voor mij altijd belangrijker dan mijn kleren. Hoe ouder ik word, hoe meer ik soberheid in mijn garderobe verkies. Mijn stijl is met de loop der jaren veel rustiger geworden. Na meer dan twintig jaar in de mode heb ik het eigenlijk ook allemaal een beetje gezien. Ik geniet nog steeds van mooie kleren maar schoenen blijven belangrijker, ik verkies ze boven een handtas en boven juwelen. En dat is nooit anders geweest.
Wat is je eerste schoenherinnering?
Die herinner ik me alsof het gisteren was. Ik moet een jaar of zes geweest zijn en had mijn zinnen gezet op een platte, zwarte mocassin met een grote leren bloem. Mijn moeder zei ‘no way’. Zij zag me liever in klassieke donkerblauwe ‘lamballekes’ die pasten bij mijn uniform. Het werd een heel drama maar uiteindelijk heb ik mijn slag thuisgehaald.
Bezit je nu nog zo’n favoriet paar?
Dat is moeilijk kiezen hoor want eigenlijk geloof ik niet in ‘dat ene favoriete’ paar. Soms draag je pumps, soms verkies je sneakers, het is niet of-of. We hebben van alles in onze kast, en we hebben ook van alles nodig. Ik wissel soms meerdere keren van schoenen per dag, alles hangt af van wat ik op de agenda heb staan. Moet ik heel wat winkeliers in Parijs bezoeken, dan kies ik uiteraard voor sneakers, ga ik ’s avonds uit eten voel ik me beter met een sexy pumps aan mijn voeten.
Toch is een paar van Guiseppe Zanotti met flinterdunne bandjes en bloemen uit zijde wel heel erg bijzonder. Helaas heb ik ze nog maar één keer kunnen aandoen want ze zijn eerlijk gezegd echt ondraagbaar. Jammer, want ik vind ze nog steeds prachtig. Om er toch nog van te kunnen genieten ga ik ze onder een glazen stolp tentoon stellen in mijn huis.
Een schoen is een gebruiksvoorwerp. Vind je het als schoenenontwerper dan niet vreemd wanneer ze niet draagbaar blijken te zijn?
Het is vooral heel erg zonde wanneer mooie schoenen niet draagbaar blijken. Noem het beroepsmisvorming maar ik draag geen schoenen die niet draagbaar zijn. Waarom zou je ook? Dat is immers pure geldverspilling . Een schoen mag mooi zijn, meer nog, hij moet mooi zijn maar hij moet bovenal goed zitten. En je moet hem kunnen dragen, het liefst nog elke dag. Daarom hecht ik enorm veel belang aan de cambreur (stevig stuk leer dat loopt onder de buitenzool van een schoen van het begin der voetholte tot onder de hak, nvdr) van de schoen. Als die van goede kwaliteit is, voelen zelfs de hoogte pumps comfortabel aan. Bovendien worden je knieën en rug minder zwaar belast, net daarom zijn een goede leest en cambreur voor mij heel belangrijk.